Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Aziatisch dorp vol smaak
The Village: nieuw fusierestaurant van Belgische Aziaat die in álle keukens heeft gewerkt
T
he Village in de Verschansingstraat is niet de zoveelste sushibar van de stad. De zaak wordt gerund door David Lim, die al dertig jaar actief is in alle mogelijke keukens van de stad. Het beste eruit vind je terug in The Village.
Na dertig jaar achtte David Lim (55) de tijd rijp om een eigen zaak te beginnen. Zijn ervaring reikt ver voorbij de Aziatische keuken. David groeide op in het dorpje Tanjung Bungah op het Maleisische eiland Penang. Nu is Penang een toeristische trekpleister, maar toen David er in 1985 vertrok, was het een ‘gat’. Hij hield van reizen en had geen retourtje op zak. Hij woonde en werkte eerst een jaar in Australië, voor een vriend hem uitnodigde naar België. En hij bleef hangen. Omdat hij onze taal amper sprak, zocht hij werk in een Chinees restaurant. “Ik had thuis leren koken van mijn moeder die nu nog kant-en-klaar maaltijden kookt voor mensen die geen tijd hebben om zelf te koken. En ik ben ook een tijdje koksmaat op een schip geweest, dus het moest wel lukken.” David werd omarmd in het Antwerpse Chinatown en vond er werk in het intussen ter ziele gegane China Inn. “Ik stak later nog veel meer op in Liang’s Garden, toen nog in de Markgravelei (nu in de Generaal Lemanstraat, red.). Daar leerde ik koken voor grote getallen.”
Legerdienst
Ook de liefde hield hem hier. “Ik trouwde een eerste keer in 1988 en kreeg de Belgische nationaliteit. Drie jaar later was ik een van de laatste dienstplichtigen in dit land. Omdat ik geen andere inkomsten had, werd ik dichtbij huis gekazerneerd, zodat ik in het weekend in het koosjere restaurant Sam geld kon verdienen. Want van de soldij werd niemand rijk”, lacht David als hij terug- denkt aan de 125 frank (3,09 euro, red.) per dag. “Ik werkte er overigens in de wasserij.” Na het leger bleef David nog een paar jaar bij Sam hangen. Zijn huwelijk liep ten einde en op één van zijn reizen naar huis, leerde hij Wendy kennen. Die was nota bene opgegroeid in hetzelfde kleine dorp als David. Ze kwamen samen terug, want hier wachtten zekere jobs: in het Alfa Hotel en later in de Hilton Groenplaats, waar hij in de afdeling banketten begon te werken. Tussendoor volgde hij een cursus Bedrijfsbeheer, het laatste obstakel voor hij een eigen zaak kon beginnen. “In november 2013 startte ik een eigen cateringbedrijf op, gespecialiseerd in Aziatische snackfood. Een aantal grote traiteurs huren me in om op grote feesten een authentiek Aziatisch buffet te hebben.”
Ons dorpje
Met de naam van hun nieuw res- taurant verwijzen Wendy en David naar het dorpje Tanjung Bungah vanuit hun jeugd. “Zie je die waaier boven de kast? Zo moet je je ons dorpje vroeger voorstellen. Mensen bouwden eigenhandig een huisje naast een rivier. Warm water en elektriciteit was er niet. Die kleine dorpen bestaan ook vandaag nog. Maar ja, intussen ben ik wel Belg geworden, hoewel. Als telg van Chinese inwijkelingen was ik de tweede generatie Maleisiër. Nu ben ik de eerste hal- ve generatie Belg.” Misschien moeten we zo ook naar zijn keuken kijken, want er is moeilijk een land van herkomst op te plakken. “Ik pikte overal invloeden op. Je mag het fusion noemen: een Chinese keuken met lokale ingrediënten.” En dan nog. Zo was het soepje dat we mochten smaken Kantonees, het kipspiesje en de gueza-dimsum Chinees en het dessertje Maleisisch.