Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Naar Lierse kijken? We zijn dan aan het vieren”
ExPallieters Jurgen Raeymaeckers (Lyra) en Stein Huysegems (Heikant) morgenavond tegenover elkaar in Berlaarse topper
Met Lyra – FC Heikant krijgt Berlaar morgenavond een rasechte topper voorgeschoteld. Een duel ook tussen twee exspitsen van de grote buren uit Lier. Zowel Stein Huysegems (Heikant) als Jurgen Raeymaeckers (Lyra) begon zijn carrière op het Lisp. Nu ontmoeten de twee elkaar opnieuw als tegenstanders in eerste provinciale. Wij brachten ze samen voor een vooruitblik.
Al aan het tellen naar de match van het jaar, heren?
Huysegems: “Toch wel. Het is een topper, hé. Een derby tussen twee clubs die goed bezig zijn en samen de derde plaats delen. Dat spreekt wel aan. In Heikant leeft die wedstrijd enorm. Bij Lyra ook, denk ik?”
Raeymaeckers: “Zeker, dat merk je alleen al aan hoeveel volk er komt kijken. Onze Business Club is voor de eerste keer dit seizoen uitverkocht en er
komt ook nog een winterbar met jeneverkes.”
Beide clubs mikken op de eindronde?
Raeymaeckers: “Meer zit er vrees ik niet in. Ternesse staat negen punten voor. Die zijn gaan vliegen. Met deze jonge groep was meteen opnieuw promoveren geen absolute must. Maar als je via de eindronde toch die kans krijgt, moet je ze proberen grijpen.”
Huysegems: “Voor Heikant ligt het een beetje anders. Als promovendus had de club niet verwacht meteen mee te doen voor de top vijf. Onze start was moeilijk, maar daarna hebben we een mooie reeks neergezet. Met het vertrouwen en de sfeer in de groep zit het goed. Het doel is nu de eindronde en dan zien we wel. Voor een club als Heikant zou dat al heel mooi zijn.”
Zijn jullie op persoonlijk vlak tevreden over jullie eerste seizoen in eerste provinciale?
Huysegems: “De start was lastig. Ik kampte met naweeën van een blessure die ik nog meesleepte van vorig seizoen. De eerste acht wedstrijden had ik het wel zwaar, maar sindsdien is het beter beginnen te gaan. Ondertussen zit ik aan acht doelpunten. Daar wil ik er nog wel een paar bijdoen. Hopelijk zaterdag al
(lacht).”
Raeymaeckers: “Ik ben ook geblesseerd aan het seizoen begonnen. De heenwedstrijd op Heikant was mijn eerste match van het seizoen. Vanaf dan ben ik er altijd bij geweest en scoorde ik er vijf, maar door allerlei blessures is het moeilijk om nog helemaal voluit te gaan. Ik heb dan ook beslist dat dit mijn laatste seizoen is. Het lichaam wil gewoon niet meer mee.”
Beginnen deden jullie allebei bij Lierse. Ooit samen in de ploeg gestaan?
Raeymaeckers: “Niet zo vaak. Stein is drie jaar ouder dan ik. Ik heb hem als supporter nog zien doorbreken in de eerste ploeg. Bij de reserven zullen we nog wel een paar keer samen hebben ge- speeld, maar niet in de eerste ploeg.”
Huysegems: “Toen jij bij de A-kern kwam, was ik al naar AZ. Ik kende hem wel als een van de grote talenten van Lierse destijds. Niet iedereen mag op zijn zestiende al meedoen met de beloften.”
Jij moest de nieuwe Huysegems worden?
Raeymaeckers: “Dat zullen ze wel gehoopt hebben (lacht). Mijn eerste jaren bij de A-kern waren nochtans goed. Ik scoorde in een van mijn eerste matchen als invaller op Westerlo. Een moment dat ik nooit zal vergeten. Maar in mijn derde seizoen is het bergaf beginnen te gaan met Lierse. Dat was het jaar van de zaak-Ye. Net voor het einde van dat seizoen wilden ze mijn contract verlengen, maar amper een paar dagen later trokken ze dat voorstel opnieuw in. Van de ene dag op de andere moest ik weg bij de club van mijn hart. Ik werd verkocht aan Roeselare, maar daar klikte het niet met de trainer. Daarna kwam OH Leuven, waar ik nauwelijks heb gespeeld door blessures. Vanaf dan ben ik afgezakt naar derde, vierde en nu uiteindelijk in eerste provinciale.”
De carrière van Stein leest dan weer als een jon
gensdroom.
Huysegems: “Ik heb bij een paar prachtige clubs gespeeld, ben zestien keer Rode Duivel geweest en stond met AZ in 2005 op één seconde van de finale van de UEFA-beker. Ook die twee jaar in Nieuw-Zeeland zou ik meteen overdoen. Een geweldige ervaring, een prachtig land en supervriendelijke mensen.”
Vloek je niet als je dat hoort, Jurgen?
Raeymaeckers: “Ik denk dat iedereen daar wel van droomt. Maar het is heel weinigen gegeven. Eerlijk is eerlijk: Stein had ook meer talent dan ik. Oké, de vele blessures hebben zeker niet geholpen, maar los daarvan denk ik wel dat ik net dat beetje talent tekortkwam om een lange carrière als prof uit te bouwen. Toen ik 21 was, ben ik opnieuw beginnen te studeren en vanaf mijn 23ste ben ik aan de slag gegaan in de logistiek.”
Stein, sinds enkele maanden werk je als postbode. Hoe valt dat mee?
Huysegems:“Heel goed. Nadat mijn contract bij Dessel was afgelopen, heb ik enkele maanden thuis gezeten. Dat begon al snel te vervelen. Ik wilde ook geen vijf dagen per week bezig zijn met voetbal, een carrière als coach of makelaar zag ik dan ook niet zitten. Omdat ik meer
tijd met mijn gezin wilde doorbrengen, zochtiknaareenjobwaarikvroegkonbeginnen en kort na de middag klaar was om de kindjes van school te halen. Dit is ideaal, ook al begin ik om
half vijf ‘s ochtends.”
Raeymaeckers: “Met de fiets?”
Huysegems: “Neen, met het brommer
ke. Eerst doe ik mijn krantenronde met de camionette. Dan begin ik
met sorteren, inpakken en wegwezen voor mijn ronde in Heist
op-den-Berg.”
Word je vaak herkend?
Huysegems: “Dat gebeurt wel eens. Er zijn mensen die het vreemd vinden dat ik nu werk als postbode. Ze denken dat ik geld genoeg heb verdiend. Ik heb wel een mooie som bijeen gespaard, maar dan noghebikgeenzinomopmijn34stehele dagen thuis te zitten niksen. Ik wil bezig blijven, een centje verdienen en toch nog tijd hebben voor mijn gezin.”
Tegelijk met jullie speelt ook Lierse morgenavond een levensbelangrijk duel tegen Antwerp. Zie je ze nog in staat om te promoveren?
Raeymaeckers: “Ze hebben nog een kans, maar het wordt niet gemakkelijk.”
Huysegems: “Verliezen tegen Antwerp en het is gedaan, vrees ik.”
Iets om na jullie match nog snel mee te pikken?
Huysegems: “Juist, die zijn dan nog bezig. Laatste halfuur samen kijken in de
kantine, Jurgen?”
Raeymaeckers: ““We zullen zien. Wij zijn dan waarschijnlijk nog onze over
winning aan het vieren (lacht).”