Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Er is maar één Mister Europe: ik”

Levende legende JEF JURION (79) viert met ons 400e Europese match van Anderlecht

- JÜRGEN GERIL, DAVID VAN DEN BROECK

Anderlecht speelt morgen tegen Zenit zijn vierhonder­dste Europese match, al was er eentje tegen Derry County die eigenlijk nooit gespeeld werd wegens forfait. Soit, bij zo’n mijlpaal kun je eigenlijk maar één Anderlecht­icoon interviewe­n: Jef Jurion, ‘Mister Europe’ himself. Hij was erbij in de allereerst­e Europese match van paarswit in 1955, schakelde in 1962 het grote Real Madrid uit en wordt volgende week 80 jaar. Champagne!

Noem Jef Jurion gerust een legende. Tussen 1954 en 1968 won hij negen titels met Anderlecht, een record dat hij nog deelt met Pierre Hanon. Ook twee Gouden Schoenen en 64 caps voor de Rode Duivels bewijzen zijn reputatie.

Toch staat Jurion vooral bekend als ‘Mister Europe’ en de voetballer met de bril. “In de jaren vijftig waren lenzen een specialite­it uit Tsjechoslo­wakije”, grijnst Jurion. “Maar dat waren echte bollen en dat irriteerde mijn ogen. Daarom speelde ik altijd met een bril. Geen professorb­rilletje, hé. Maar eentje met een zwaar montuur en elastieken voor achter mijn oren. Tegen Sint-Truiden werd er ooit op gerocheld, maar het hinderde mij nooit echt.”

Nylonkouse­n te koop

Normaal gezien geeft Jurion nog maar zelden interviews, maar voor de jubileumma­tch van Anderlecht wil hij in zijn Knokke toch even met ons door het Europese verleden van paars-wit grasduinen. Bovendien geven we hem een fles champagne, want volgende week wordt Jef 80 jaar.

“Toch speciaal, hé”, zegt hij. “Ik ben geen grote feestvierd­er, maar dan trakteer ik toch. De jongste maanden moest ik afscheid nemen van oud-ploegmaats Jean Trappenier­s, Jean Cornelis, Martin Lippens... Maar ikzelf zie er

toch geen tachtig uit, vind je niet? Ja, ik vergeet al eens een naam, maar voor de rest is mijn geheugen nog goed.”

Waarop de gewezen middenveld­er vertelt over de allereerst­e Europese match van Anderlecht. In september 1955, tijdens de eerste editie van Europa Cup I. “Tegen het Hongaarse Vörös Lobogo. 6-3 verloren. Ik herinner me vooral de reis naar Hongarije, een puur communisti­sch land. Op straat werden we overal gevolgd, maar sommige spelers zoals Jef Mermans sloegen toch hun slag. Ze hadden een hoop nylonkouse­n meegebrach­t om daar aan de vrouwen te verkopen. Zulke luxeproduc­ten kenden ze daar toen niet, waardoor sommige spelers toen toch scoorden.” “In het hotel hadden we als maaltijd ook

pommes natures besteld – doodgewone patatten dus – maar we kregen appelen.

(lacht) Ach, dat waren de gouden Hongaarse voetbaljar­en. Onze back rechts zag zijn tegenstand­er altijd maar voorbijfli­tsen en moest er zelfs om lachen.”

Eveneens om te lachen was de nederlaag een jaar later bij Manchester United: 10-0. Anderlecht­s grootste pandoering ooit. “Ach, toen had Mermans ruzie met het bestuur. In de namiddag ging hij in Manchester doodleuk naar de cinema en de match was een ramp. Zelf stond ik linksbuite­n, maar in die tijd was ik nog gene goeie.”

Jef, doe eens iets

Jurion overdrijft, maar het was inderdaad tot in 1962 wachten vooraleer hij echt Europese faam verwierf. Tot ieders verbazing schakelde Anderlecht toen het grote Real Madrid van Gento en Di Stefano uit. Na de 3-3 in Spanje won paars-wit op 26 september voor 65.000 man op de Heizel met 1-0. U kent de legendaris­che commentaar van Rik De Saedeleer misschien nog: Jef, doe

eens iets! Jef antwoordde met een rake knal, in de 85e minuut. “Ik had Rik nochtans niet gehoord”, grapt hij. “Heel België kent die goal nu, maar dat was zeker niet mijn beste souvenir. Ik deed in die match amper iets, behalve controlere­n. Tot ik scoorde en iedereen op mij sprong. Al die fotografen op het veld zag ik zelfs niet.”

Het was een ronde later, na de matchen tegen CDNA Sofia, dat verzorger Jean Bauwens Jurion ‘ Mister Europe’ noemde en de bijnaam ingeburger­d raakte. “Ik had tegen de pers gezegd dat die goal tegen Real toeval was. Scoorde ik in Bulgarije wel opnieuw zeker, twee keer zelfs.” En hoe! “Hanon maakte zich klaar voor een vrijschop. Ik zei hem: Ik ga in de muur staan, doe alsof ge gaat trappen, maar wip de bal over de muur. Et voilà. Een formidabel­e goal en een wereldprim­eur ter plaatse uitgevonde­n. Nu zou zoiets de wereld rondgaan.”

Mister Europe was geboren, al hing die eretitel aan een zijden draad. Jurion vertrouwt ons nu toe dat hij een jaar voordien eigenlijk weg wou. “Ik kreeg geregeld kritiek van de fans. Ze noemden mij ballen

fretter omdat ik de bal soms te lang bijhield. Maar waarom moest ik een pass geven aan een speler als de Hongaar Karsay, die niet kon lopen? Als ik hem lanceerde, was hij het leer gegarandee­rd kwijt. Soms floten onze eigen fans me wel uit en als dat in ons stadion gebeurde, was ik vies gezind. Dus stuurde ik een brief, naar Real Madrid. Daarin schreef ik – in het Frans – dat ik in dienst van Di Stefano wou spelen, op de plaats van Zoco of Pirri. Wat die gasten deden, kon ik ook – niemand kon zo lopen als ik. Helaas heb ik nooit een antwoord gekregen. (grijnst) Misschien hadden ze daar wel spijt van toen ik een jaar later die winning goal maakte.”

In 1965 kwam Anderlecht nóg eens uit tegen Real. Ondanks een 1-0-zege in de heenmatch vloog het eruit. “Toen werden we bepikt door die Franse arbiter, Barberan. Hij gaf Real een penalty, keurde onze goals af voor offside terwijl zij mochten doorspelen, en smeet Jean Cornelis er nog af. Als we later den arbiter tegen hadden, riep men altijd Barberan-Barberan.” Drie jaar later verliet Jurion Anderlecht alsnog, en, zo merkt hij toch nog eens fijntjes op: “Vijf jaar lang won de club geen titel meer.”

Bijna vijftig jaar later constateer­t Jurion: “Souvenirs heb ik amper. Behalve mijn Gouden Schoenen en een paar matchballe­n. Van Real kregen we allemaal een uniek horloge met hun logo erin gegraveerd, maar dat deed ik een supporter cadeau. Dat zal nu behoorlijk wat waard zijn.”

Wel heeft hij nog altijd contact met zijn al even legendaris­che ploegmaats van weleer. Vooral met zijn kamergenoo­t, Paul Van Himst. “Polle komt nog regelmatig op bezoek. Twee weken geleden was hij hier met Eddy Merckx en zijn kleinzoon – die speelt nu bij Gent-Zeehaven en had een match in Knokke. Cornelis zag ik ook nog. Tot hij helaas overleed. Ah, ça c’est la vie. Eens de tachtig voorbij, kan je zoiets verwachten. In de krant stonden vandaag drie overlijden­sberichten, daarbij twee kameraden. En zo veel heb ik er niet, hoor. Maar zelf voel ik me nog goed. Wat bloedverdu­nners, tweemaal per jaar laten constatere­n dat ik geen kanker heb, opletten voor diabetes. Dat is het.”

En of hij het voetbal nog volgt? “Te veel. Mijn vrouw schiet me bijna af, maar uiteraard volg ik ook Anderlecht nog. Er valt al meer te zien, maar het voetbal kan nog beter. Ik ben benieuwd tegen Zenit. Maar wat er ook gebeurt, en zelfs al hebben jullie Legear en Deschacht al Mister Europe genoemd: de enige echte, dat ben ik.”

Jef Jurion ‘‘Mijn goal die het grote Real Madrid van Di Stefano en Gento uitschakel­de, is zeker niet mijn beste souvenir. Ik deed in die match amper iets, behalve controlere­n. Tot ik scoorde.’’

 ?? FOTO SIMON MOUTON
FOTO BELGA ??
FOTO SIMON MOUTON FOTO BELGA

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium