Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De martelingen van Scorsese
Passieproject van succesregisseur is allesbehalve lichte kost
Met Silence heeft Martin Scorsese eindelijk zijn passieproject gerealiseerd. Het is een indrukwekkend epos van menselijke gruwel en goddelijke stilte.
“Hoe verklaar ik dat God zwijgt bij zoveel lijden?” Wanneer de vraag in Silence klinkt, hebben we al gezien hoe mensen in warmwaterbronnen worden verbrand of worden gekruisigd in zee, tot de opkomende vloed hen een zekere verdrinkingsdood bezorgt.
Wij dachten dat bekering en kolonialisme wel eens met creatieve gruwel gepaard gingen. Maar in de nieuwe film van Martin Scorsese zijn het de Japanners die christenen martelen om hen, in de zeventiende eeuw, te doen verzaken aan hun geloof. Als ultieme test moeten ze hun voet zetten op een afbeelding van Christus.
Maar u weet hoe dat gaat met martelaars: “Ze weigerden aan hun geloof te verzaken. Meer nog: ze vroegen er net om gemarteld te worden.”
Qua onderwerp, maar nog meer qua vorm, kon deze film niet harder verschillen van de vorige Scorsese, The Wolf of Wall Street. Maar net als in dat bacchanaal – en andere Scorseses – gaat het ook hier om mensen die moedwillig de grenzen opzoeken en boven zichzelf willen uitstijgen. Het is alsof ze met hun obsessies God uitdagen: hoe ver mogen we gaan eer Hij zich laat horen? Natuurlijk borduurt Silence ook verder op
The Last Temptation of Christ, waarmee Scorsese in 1988 tegen de schenen schopte van katholieken die slecht keken – of de film zelfs nog niet hadden gezien. Het leidde toen tot protesten en zelfs een cinema in brand.
Magnum opus?
Hollywoodacteurs Andrew Garfield en Adam Driver spelen twee Portugese Jezuïeten die verdacht veel Engels praten – zij het met een weinig overtuigend accent. Zij gaan in het Japan van 1633 op zoek naar hun vroegere mentor: Ferreira. Die wordt meesterlijk vertolkt door Liam Neeson, in mogelijk de beste bijrol van zijn carrière. Zijn mythische Ferreira is als een verstilde versie van Kurtz in Heart of Darkness. Alleen is hij allesbehalve een duistere heerser geworden.
De mare gaat dat Ferreira het ware geloof zou hebben opgegeven. Dat kunnen de twee niet geloven. Ze moeten het met hun eigen ogen zien. Maar meer nog dan een zoektocht naar hun verdwenen spirituele gids, wordt het een reis in de hoop op verlossing.
Is het ook dat wat de 74-jarige Scorsese bezielt? Meer dan een kwarteeuw al wil hij een verfilming draaien van het gelijknamige boek van de Japanse auteur Shusaku Endo, vrij gefantaseerd naar historische feiten. Al die tijd is Scorsese blijven schaven aan het scenario.
Silence heeft dan ook, met bijna drie uur zittijd, het topzware gewicht van een magnum opus. Het heeft er ook de loden, humorloze toon van. De film buigt onder zijn eigen gewicht.
Dat hij niet kraakt, is te danken aan een indrukwekkende, volgehouden stijl en flink wat flitsen van klasse. In een schitterende scène komt de gruwel in beeld vanuit het hok waar de Japanners Garfields missionaris hebben opgesloten. En helemaal in het begin klaart de mist in het landschap op tot een Japanse oude prent tevoorschijn komt. Het ziet er geweldig uit, deels gefilmd op pellicule.
Half geloven
Is het fout om de missionarissen af te beelden als helden, en de Japanners als bruten? Scorsese beeldt gouverneur Inoue af als de typische wreedaardige Japanner uit de Amerikaanse fantasie. Maar hoe langer de film duurt, hoe prangender de vraag: wat hebben die Portugezen in dat verre landschap te zoeken? Zelf vragen de missionarissen zich dat pas na enige milde marteling af.
Silence is ook een film met morele diepte, die zich afvraagt of je in spiritualiteit wel kan onderhandelen. Is het mogelijk om compromissen te sluiten als je doordrongen bent van een geloof? Kun je half geloven? Een van de gelovigen stapt voor de Japanse overheid van zijn geloof af – en op de beeltenis van Christus – maar bedriegt zijn hart niet. Is het voldoende om zelf te weten dat je gelooft? Of is geloven iets wat je net in gemeenschap doet?
Veel vragen, weinig antwoorden. Silence is allesbehalve lichte kost. Dat wil de film ook nadrukkelijk niet zijn. Het is bemoedigend dat in deze superheldentijden tenminste iemand als Scorsese nog zo’n film kan maken. Je kan niet anders dan er met bewondering naar kijken.
Maar wij bleven ook achter met het gevoel dat Scorsese het spoor zelf bijster raakt in zijn film. Hij lijkt zelf op zoek naar verlossing. Ook voor sommige kijkers zal dit zwaargewicht aanvoelen zoals de martelingen op het scherm. Anderen vinden er misschien een mystieke verlossing in. “Het was in de stilte dat ik uw stem hoorde.”