Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Raadselachtig wrak ligt al halve eeuw bij Galgenweel
Binnenschip Trio zonk tijdens winterstorm in 1967 met schippersechtpaar uit Boom aan boord
Bij elke lage tij kunt u vanop de zuidelijke Antwerpse kaaien een roestig wrak in de Schelde zien liggen, pal onder de Wase oever. Het is de stille getuige van een desastreuze storm in 1967. Het gezonken binnenschip, de Trio, ligt er exact vijftig jaar.
In de nacht van 20 op 21 februari 1967 raasde een zware winterstorm over ons land. Toch ging het werk in de haven gewoon door, met catastrofale gevolgen: één binnenschip en twee werkbootjes zonken, en een Amerikaans zeeschip liep in de Boudewijnsluis averij op. Vier mensen kwamen die nacht om bij de verscheidene incidenten.
Hoop roest
Vooral het verhaal van het binnenschip Trio is intrigerend, omdat het tot vandaag – vijftig jaar later – nog steeds bij laagtij een baken is. Van ver heeft het nog de vorm van een binnenschip, maar van dichtbij is duidelijk dat het een hoop gebroken roest is.
Tijdens de rampnacht in 1967 was het schippersechtpaar Pieter Jacobs (62) en Florence Jamin (63) uit Boom onderweg met de Trio, een 51 jaar oude ‘kempenaar’. Dat is een type van binnenschip dat speciaal ontworpen is voor de kanalen. Hun lading: 430 ton wit zand uit Mol (al hebben sommige bronnen het ook over zand uit Nederland). Het echtpaar zou die lading naar de haven van Brussel brengen.
Open luiken
Volgens een artikel destijds in uw krant had het binnenschip korte tijd voor het ongeval de Kattendijksluis verlaten. In het holst van de nacht, om 3u, passeerde het “afdak 10, ter hoogte van de tunnelwerken”. De Kennedytunnel was namelijk nog volop in aanbouw. Wellicht voer het 430 ton zware schip met zijn even zware lading met open luiken door de storm. Allicht sloeg er water binnen. Feit is dat “een andere binnenschipper het ongeval zag gebeuren”. In een oogwenk was de Trio op zo’n 30 meter van de kade verdwenen. Slechts wat wrakhout getuigde in de donkere nacht van het drama.
Nadien werd het verhaal onduidelijker. Uw krant meldde twee dagen later dat duikers het wrak lokaliseerden (zie foto) om het binnen korte tijd te kunnen bergen, omdat het “in de vaarweg” lag. Nadien bleef het stil. Pas drie maanden later volgde een kort berichtje dat donderdagnamiddag 4 mei de lichamen werden geborgen.
Hoe de berging van het schip en de slachtoffers gebeurde, konden we niet achterhalen. Feit is dat het wrak vandaag 500 meter verder ligt, aan de overkant, op de zandplaat onder de oever van het Galgenweel. Hoewel dat slechts zo’n 100 meter van de weg tussen Linkeroever en Burcht is, is het totaal onzichtbaar vanop die oever.
Bij de hydrografische dienst konden ze slechts achterhalen dat de Trio “werd gelicht en op de plaat gezet”. Merkwaardig is ook dat het wrak pas vanaf 1981 op de hydrografische kaarten werd aangeduid. Waarschijnlijk omdat het volledig buiten de vaargeul lag.
Familie borg lichamen zelf
Van een schipper vernam Scheldespecialist en gepensioneerd ambtenaar van het Loodswezen Johan Elen dat het schip tijdens een stormachtige nacht met open luiken voer en door overslaande golven zonk. “De berging bestond uit het opzij trekken van het schip naar de plaats waar het nu ligt”, vertelt hij. “Na de berging werden de lichamen van beide drenkelingen echter door omstandigheden niet meteen verwijderd. De familie is uiteindelijk met een privévaartuig de lichamen persoonlijk gaan bergen zonder dat de openbare instanties ervan wisten. Wat uiteraard verboden was. Ze zouden daarvoor nog beboet zijn.” Bevestiging daarvan konden we ner
gens krijgen.
Nog meer slachtoffers
Diezelfde stormnacht kapseisden “in de nieuwe sluis van Zandvliet” – ze werd officieel pas op 3 oktober van dat jaar in gebruik genomen – twee werkbootjes van het bedrijf Ackermans & van Haaren.
De Didi was volgens de eerste berichten onbemand. Later bleek dat de schipper nog op tijd overboord kon springen.
Op de Anno “waren vermoedelijk twee bemanningsleden aan boord”, aldus de eerste berichten van onze krant. Overigens was het de eerste uren niet eens zeker of de Anno wel gezonken. Er was nog vage hoop dat het scheepje misschien elders was gaan schuilen. Pas de volgende dag vonden duikers het wrak van de Anno, met daarin de lichamen van de 51-jarige schipper uit Borgerhout en een 60-jarige helper uit Antwerpen. Die laatste was pas diezelfde dag bij de firma in dienst getreden.