Gazet van Antwerpen Stad en Rand
IS verliest terrein in Irak en Syrië
Het Iraakse regeringsleger heeft gisteren de luchthaven van Mosul heroverd op de terreurgroep Islamitische Staat (IS). Het leger was begin deze week met een offensief gestart om het westen van de stad weer in te palmen. Ook in Syrië wordt vooruitgang geboekt in de strijd tegen IS. De stad alBab werd er heroverd.
De herovering van de door IS grotendeels verwoeste luchthaven van Mosul en een nabijgelegen militaire basis ging snel. Enkele uren na de aankondiging van de aanval maakte het Iraakse regeringsleger al melding van het einde van de gevechten.
De luchthaven wordt de poort naar west-Mosul genoemd. Het Iraakse leger begon vorig najaar met een offensief om IS te verdrijven uit de derde stad van het land, het laatste belangrijke steunpunt voor IS in Irak. Het oosten van de stad, die in twee gesneden wordt door de rivier Tigris, werd eind januari al uitgeroepen tot bevrijd gebied.
De herovering van het westen van Mosul kondigt zich wel als veel moeilijker aan. In de oude medina, met zijn wirwar van smalle steegjes, is het onmogelijk om zwaar militair materieel in te zetten. Er wordt ook gevreesd voor veel burgerdoden onder de nog meer dan 600.000 inwoners die er vastzitten.
Opmars naar Raqqa
Ook in Syrië wordt IS teruggedreven. Na een maandenlange belegering door onder meer het Turkse leger hebben drie proTurkse Syrische rebellenbewegingen eindelijk de stad al-Bab heroverd, niet ver van de grens met Turkije. Die verovering van al-Bab is nodig om te kunnen oprukken naar het 180 kilometer oostelijker gelegen Raqqa, de “hoofdstad” van het in 2014 door IS-leider Abu Bakr al-Baghdadi uitgeroepen kalifaat.
Maar de pro-Koerdische rebellen zullen zich moeten reppen, want de rivaliserende, voornamelijk uit Koerdische strijders samengestelde Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) zijn de voorbije dagen al opgerukt tot op zo’n 50 kilometer ten noorden van Raqqa.