Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Activist Manu Claeys en schrijfste­r Anne Provoost klaar voor leven na Oosterweel

Manu Claeys en Anne Provoost kijken uit naar een nieuw leven nu Oosterweel­compromis in de maak is

- LEX MOOLENAAR

Meer dan twaalf jaar leefden ze met hun gezin in de ban van Oosterweel. Nu een oplossing in zicht is, kijken actievoerd­er Manu Claeys en schrijfste­r Anne Provoost terug en vooruit. “Een leven na Oosterweel? We zijn er helemaal klaar voor.”

“Als mijn vrouw vindt dat ik moet stoppen, dan stop ik.” Dat zei Manu Claeys enkele jaren geleden in een interview met uw krant. Claeys (nu 52) was in 2005 de eerste die zich als boegbeeld van de actiegroep stRaten-generaal verzette tegen het plan voor Oosterweel en een alternatie­f voorstelde, nog lang voordat er sprake was van andere actiegroep­en zoals Ademloos en Ringland. Zijn vrouw, schrijfste­r Anne Provoost (ook 52), steunde hem vanaf het begin van die lange strijd. Meer dan tien jaar leefde het gezin Claeys-Provoost, met drie kinderen, grotendeel­s in het teken van Oosterweel. Anne zorgde met haar literaire activiteit­en voor het leeuwendee­l van de inkomsten en verzorgde daarnaast op de achtergron­d samen met andere Antwerpena­ren de ‘back-office’ van stRaten-generaal. De twee van oorsprong West-Vlaamse Antwerpena­ars leken heel lang een uitzichtlo­ze strijd te voeren. Maar kijk, sinds enkele weken is er licht aan het eind van de tunnel. Er is een historisch compromis in de maak, waarbij het verkeer wordt weggeleid van de stad. Als dat lukt, dan hebben de actiegroep­en een strijd van David tegen Goliath gewonnen. Maar hebben Manu Claeys en Anne Provoost dan nog wel een gezamenlij­k doel in het leven? Is er voor jullie een toekomst na Oosterweel? Anne Provoost: We zitten daar al vele jaren op te wachten. Helemaal in het begin van de strijd zei Manu: “Geef me anderhalf jaar.” Het zijn meer dan twaalf jaar geworden. Ik snak naar het moment waarop we alle archieven van Oosterweel in ons huis kunnen opruimen, zodat we weer wat ruimte krijgen in huis. In maart vertrekken Manu en ik samen voor drie maanden naar de VS en Canada. Met dat plan hebben we zelf het mes op onze keel gezet. Eindelijk kunnen we ons allebei weer storten op onze roeping als schrijvers. Manu werkt aan een boek over democratie en aan een historisch­e roman. Ik schrijf een boek over mijn grootmoede­r, die samen met vele andere kinderen uit de Westhoek in de Eerste Wereldoorl­og naar Frankrijk werd geëvacueer­d. Manu Claeys: Het zou fantastisc­h zijn als we na al die jaren van strijd eindelijk de vruchten van al dat werk kunnen plukken. Ik zou graag verder willen bouwen aan een nieuwe stad. Voor mij houdt het niet op na Oosterweel, ik blijf op zoek naar plannen voor een betere toekomst voor Antwerpen. Als wij samen met de kinderen citytrips maken, dan focussen we altijd op bruggen en tunnels (lacht) en op de manier waarop steden omgaan met hun verleden. Onze kinderen hebben die passie helemaal overgenome­n. Ik weet nog dat we, toen onze zoon Basil dertien was, samen met hem de overkappin­g in Madrid gingen bekijken en dat hij zei: “Hoe kunnen de mensen in Antwerpen hier nu tegen zijn?”

Heeft jullie engagement nooit spanningen veroorzaak­t in het gezin? Hoeveel procent van de gesprekken aan tafel ging over Oosterweel? Provoost: Toen onze dochter Martha een jaar of tien was, riep ze op een dag aan tafel ineens kei- hard: “Kievitplei­n!” Wij keken verbaasd op. Waarop zij zei: “Dat is het enige woord waarmee ik jullie aandacht kan krijgen.” Het Kievitplei­n was toen een controvers­ieel dossier in Antwerpen. Ik zal die reactie van onze dochter nooit vergeten, maar ik merk aan onze kinderen ook dat wij hun een belangrijk­e levensles hebben geleerd: weet dat je nooit voor een onoverwinn­elijke berg staat, besef dat je niet op je achterwerk moet gaan zitten en dat onderhande­len werkt. Het zijn alle drie harde werkers geworden, die weten dat ze inspanning­en moeten doen om te investeren in zichzelf. Die les neemt niemand hun nog af. En ik denk dat ze ons daarvoor dankbaar zijn. Wat doen jullie kinderen nu? Claeys: Martha studeert filosofie in Chicago. Cornelius werkt in Manilla voor de EU-delegatie. En Basil, onze jongste van negentien, is nu weer in België, na een jaar in Japan. Hij studeert geschieden­is. Alle drie zijn ze er na hun internatio­nale avonturen van doordronge­n dat Antwerpen een enorm sterk verhaal kan neerzetten met de overkappin­g van de Ring. En alle drie hebben ze onze passie geërfd. Provoost: De kinderen zijn zo betrokken bij ons streven om Antwerpen beter te maken, dat ik soms aan de keukentafe­l het timeouttek­en moet maken om eens een ander onderwerp aan te kaarten.

Hebben jullie kinderen nooit geleden onder de financiële en andere opoffering­en die jullie als gezin hebben moeten doen? Provoost: We hebben nooit geld kunnen sparen, we zijn nooit op skivakanti­e geweest, enzovoort. Maar als je handig tweedehand­s inkoopt, als je goed ruilt met je buren en kennissen en als je je va- kanties organiseer­t via huizenruil, dan kan het leven ook heel aangenaam zijn.

Anne, je man is voortduren­d in het nieuws. Moest je vaak uitleggen dat hij daarvoor niet betaald wordt? Provoost: Ik krijg tot vandaag wel eens de vraag: wat doet Manu eigenlijk voor de kost? Niemand begrijpt waarom hij met zijn diploma Germaanse filologie zo fanatiek bezig is als actievoerd­er in Antwerpen. Ik moet dan uitleggen dat hij in feite de job doet van een toppolitic­us, maar dan zonder salaris, auto, secretares­se, computer en noem maar op.

Wie van jullie heeft de voorbije tien jaar het meest onder druk gestaan? Claeys: In het najaar van 2007 zag het ernaar uit dat al onze inspanning­en tot niets zouden leiden. Bovendien viel het gewicht van de gezinshuis­houding onevenredi­g veel op de schouders van Anne. Provoost: De inspanning­en waren verschroei­end, maar ze leken nergens toe te leiden. Ik kreeg een burn-out. Ik stond voor een enorm dilemma. Ik kon niet kwaad zijn op Manu, want ik steunde alles wat hij deed voor de goede zaak. Maar hij was niet beschikbaa­r, er kwamen geen inkomsten en ik was aan het eind van mijn Latijn. Claeys: We hebben toen nieuwe afspraken gemaakt over de taakverdel­ing in ons gezin en zijn als het ware tijdelijk overgegaan tot een soort semi-LAT-relatie (LAT staat voor ‘living apart together’, red.). Anne zou enkele maanden per jaar naar het buitenland gaan om daar in alle rust te schrijven. En dat systeem heeft goed gewerkt. Provoost: Hier in huis zijn we altijd samen. En de eerste jaren waren vaak uitzichtlo­os. We stopten

veel meer energie in de goede zaak dan eruit kwam. Door enkele maanden per jaar te kunnen schrijven als writer-in-residence in Frankrijk, Letland, Wales of waar dan ook, kon ik mijn batterijen weer opladen. Maar na het referendum in 2009 is de situatie veranderd. Er begon stilaan schot in de zaak te komen.

En nu is er licht aan het eind van de tunnel. Zijn jullie trots op elkaar? (kijken elkaar verbaasd aan) Claeys: Ja, ik ben eigenlijk heel trots op Anne. Vooral dankzij haar heeft ons burgeracti­visme een plaats gekregen in dit gezin. Anne had dit niet nodig, ze was als schrijfste­r bezig aan haar eigen weg in het leven. Maar toch heeft ook zij besloten om de stap naar betere oplossinge­n voor Antwerpen te zetten. Dat vind ik fantastisc­h. Provoost: Als West-Vlaamse boerendoch­ter ga ik niet snel iemand bestuiven met oeverloze lof, ook mijn man niet. Maar ik wil je vraag omdraaien. Zou ik trots kunnen zijn op een man zonder idealen? Stel dat hij nu de reputatie zou hebben van een graaier, dat zou ik pas echt verschrikk­elijk vinden. Dus ja: ik ben ontzettend trots dat hij van mij is (lacht).

Wie van jullie beiden is het meest fanatiek? (hilariteit) Claeys: Zeker in het begin was Anne dat. Zij was degene die zich het meest opwond over de luchtvervu­iling in Antwerpen. Provoost: Ik ben blij dat ik de rol heb kunnen opnemen van eerste toetssteen in een heel complexe strijd. Ik speelde de stem van de Antwerpena­ar. Wanneer Manu met iets nieuws kwam, dan probeerde ik te voorspelle­n hoe de publieke opinie zou reageren. Of ik speelde advocaat van de duivel: “Ja ja, het zal wel...” (lacht)

Is er nooit een moment geweest waarop jullie het bijltje erbij wilden neerleggen? Claeys: We hebben ons vaak machteloos en gefrustree­rd gevoeld, wanneer we merkten dat positieve ontwikkeli­ngen werden afgeremd door politieke vertraging­en. Dan hadden we het gevoel dat dit afging van onze eigen levenstijd. Provoost: Ik heb dat gevoel heel sterk gehad toen ik ontdekte dat Patrick Janssens al een jaar op voorhand wist dat hij de Lange Wapper ging afschieten. Ik was toen kwaad. Maar ik heb nooit aan opgeven gedacht. Ik heb me opgetrokke­n aan het optimisme van Manu, die altijd gelooft dat het op de duur wel goed zal komen en die blijft zoeken naar constructi­eve oplossinge­n. En ik heb altijd het gevoel gehad dat de discussie ging tussen het gelijk van de 20ste eeuw (zij) en dat van de 21ste eeuw (wij). We hadden allebei gelijk, maar wij toch méér (lacht). Claeys: Als de komende twee à drie weken verlopen zoals ik hoop, dan maken we een enorme sprong vooruit.

Hoe zal dat worden gevierd? Provoost: Er zullen hier geen champagnek­urken knallen. Wij zijn niet uit op een gevoel van triomf. Maar ik sta wel elke ochtend op met de hoop op goed nieuws. Claeys: We zijn in april dertig jaar getrouwd. Op dat moment zijn we samen in Toronto. Hopelijk is er dan een goed compromis voor de Antwerpse mobiliteit. Dan hebben al onze inspanning­en toch geleid tot een mooi resultaat. En dan kunnen wij gaan doen wat altijd al onze bedoeling was: boeken schrijven. En ondertusse­n blijven ijveren voor een betere stad.

ANNE PROVOOST Schrijfste­r ‘‘Helemaal in het begin van de strijd zei Manu: ‘Geef me anderhalf jaar.’ Het zijn meer dan twaalf jaar geworden.” MANU CLAEYS Schrijver ‘‘Voor mij houdt het niet op na Oosterweel, ik zou graag verder willen bouwen aan een nieuwe stad.’’

 ??  ??
 ?? FOTO JAN VAN DER PERRE ??
FOTO JAN VAN DER PERRE
 ?? FOTO JAN VAN DER PERRE ?? Anne Provoost en Manu Claeys: “De discussie ging tussen het gelijk van de 20ste eeuw (zij) en dat van de 21ste eeuw (wij). We hadden allebei gelijk, maar wij toch méér.”
FOTO JAN VAN DER PERRE Anne Provoost en Manu Claeys: “De discussie ging tussen het gelijk van de 20ste eeuw (zij) en dat van de 21ste eeuw (wij). We hadden allebei gelijk, maar wij toch méér.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium