Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“In Cambodja hadden ze nog nooit van afvalophaling gehoord”
Maandelijks 200 ton vuil minder op straat dankzij project van Tony Geeraerts (45) uit Mortsel
Verbranden of dumpen langs de weg, dat gebeurde tot een paar maand geleden met het afval op het Cambodjaanse platteland. Dankzij Tony Geeraerts (45) uit Mortsel wordt nu elke maand 200 ton afval van straat gehouden.
In zes maanden tijd zorgde Tony Geeraerts ervoor dat 1.200 Cambodjaanse gezinnen hun afval niet langer op straat gooien of verbranden, maar het wel verzamelen en laten ophalen, goed voor 200 ton afval op maandbasis. Iets waar de Cambodjaanse overheid nooit in geslaagd is op het platteland.
Het verhaal van de Antwerpenaar begint bij een reis langs verschillende Zuidoost-Aziatische landen. Zoals veel westerse reizigers was ook Tony ontzet door de confrontatie met de lokale armoede. Waar veel toeristen eens thuisgekomen die indrukken achter zich kunnen laten, bleef er bij Tony iets knagen. Hij zette zijn gevoel om in concrete daden. “Mijn broer reisde jarenlang door Zuidoost-Azië. Ieder jaar bezocht ik hem in een ander land. Vooral in Cambodja werd ik geconfronteerd met schrijnende armoede.”
Samen met zijn broer Jimmy startte Tony er een weeshuis op: Little Hearts. “In Antwerpen had ik het goed, ik runde er een eigen immobiliënkantoor. Samen met mijn appartement en mijn wagen verkocht ik ook mijn zaak en trok ik naar Cambodja. Aan de rand van de hoofdstad Phnom Penh, over de rivier Mekong, bouwden we ons eigen weeshuis. In Cambodja zijn enorm veel corrupte weeshuizen, wij willen het anders aanpakken. Er verblijven zo’n 28 weeskinderen, maar ook kinderen uit de buurt kunnen bij ons les volgen. In de namiddag nemen de kinderen de ferry naar Phnom Penh om daar naar school te gaan.”
Toxische stoffen
Al jarenlang ergerde Tony zich aan het afval dat zich opstapelde langs de weg op de route die de kinderen nemen om naar de ferry te gaan. “Mensen dumpen hun afval langs de weg en verbranden het. Daardoor komen veel toxische stoffen vrij en is het water in de grachten erg vervuild.”
Om dat probleem op te lossen startte Tony project CAKE op. “Ons opzet was om in de vier naburige dorpen mensen te informeren over de milieuproblematiek en afval. Daarvoor wierf ik een team van vijftien medewerkers aan. Zij plaatsten banners en billboards met de boodschap om afval te verzamelen en niet langer te verbranden. We plaatsten ook vuilnisbakken en grote kooien op centrale punten. We spoorden de buurtbewoners aan om hun afval in die kooien te deponeren. We komen van ver, heel ver. De mensen hier hadden nog nooit van afvalophaling gehoord.”
Om het afval op te halen beschikt Tony over vrachtwagenchauffeurs. Het afval gaat via de ferry naar de hoofdstad. “Ook daarvoor moeten kosten betaald worden. Om de hele werking te financieren, heb ik zo’n 7.500 dollar per maand nodig.”
Budget bijna op
Het CAKE-project loopt ondertussen zes maanden. Het afval op straat is in vier dorpen verdwenen en de kooien zitten wekelijks vol. Zo’n tien keer per week rukken vrachtwagens uit om het afval op te ruimen. “Het is nu al een ongelooflijk succes. Dankzij de gemotiveerde medewerkers en het blijven herhalen van de boodschap, is de mentaliteit van de buurtbewoners veranderd.”
Maar om het project verder te zetten, is er meer steun nodig, want het budget is bijna op. “Momenteel hebben we geen sponsors, dat kunnen we niet volhouden. Over twee weken heb ik een afspraak met de lokale minister van Milieu. Het is hoog tijd dat de overheid ook haar verantwoordelijkheid op- neemt en het belang inziet van een systeem voor afvalophaling. De bedoeling is dat zij het project deels overnemen.”
Verder gaat Tony ook nog op zoek naar andere partners voor financiele steun. “Het weeshuis wordt voor 90% gefinancierd door acties – vooral van scholen – vanuit België, waar ook een team aan de slag is. Ook voor het CAKE-project spreek ik nu met spelers in België. Als we kunnen doorzetten, is de volgende logische stap het informeren over het belang van recycleren. Ik voel dat we echt voor een kantelbeweging kunnen zorgen op vlak van milieu en afval, al blijft het weeshuis wel de prioriteit.”