Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Eitjes moeten bij het groenafval
Freelancejournaliste Janine Meijer woont met Victor (9) en C ecilia (5) in een groot huis in Wilrijk. Sinds eind juni huurt Abdul Rachman Hotak, een 19jarige jongen die de oorlog in Afghanistan ontvluchtte, twee kamers op de benedenverdieping. Omdat deze
Ik heb mijn hoofd diep in de blauwe papierbak gestoken. Hoe moeilijk kan het zijn, hoor ik mezelf hardop mopperen. De groene bak is voor het groente-, fruit- en tuinafval. De blauwe bak voor papier en karton. En het restafval moet in de witte zak. Hoe vaak heb ik het al uitgelegd? Ik houd de blauwe papierbak half schuin en haal er een bananenschil, een netje waar uien inzaten en een plastic zak uit. Alles leg ik op een tafel bij de deur van de kamer van Abdul. Ik heb slecht geslapen, veel werk en de kinderen zijn nog drukker dan anders. Zo’n dag dus. Stevig klop ik op de deur van Abdul. Kan hij niet een beetje beter opletten? Zelf zal ik niet snel een stuk plastic in de papierbak stoppen. Er is zelfs een tijd geweest dat ik elk nietje uit het papier peuterde. Ik geef toe: dat was overdreven. Maar papier, plastic en groenafval apart weggooien, kost toch weinig moeite? Abdul antwoordt niet. Terwijl het licht in zijn kamer wel brandt. Dat kan ik zien door het raampje boven de deur. Hier komt hij niet mee weg, denk ik geërgerd en klop wat harder op het hout. Langzaam piept de deur open en steekt Abdul zijn hoofd om de hoek. “Dit is geen papier”, kom ik meteen ter zake en wijs op de rommel die ik heb uitgestald. “Sorry”, zegt Abdul en kijkt me schuldbewust aan met zijn donkere ogen. Meteen heb ik spijt van mijn humeurig gedrag. Als ik een paar uur later geconcentreerd achter de computer zit, staat Abdul ineens achter me. Ik schrik. Hij heeft de gewoonte om zonder geluid binnen te komen en daar ben ik nog steeds niet aan gewend. Abdul komt thee brengen. Dat doet hij wel vaker als ik ’s avonds aan het werk ben. Een fijne gewoonte die ik erg waardeer. “Sorry”, zegt hij nog eens. “Het geeft niet”, zeg ik. “Zo belangrijk is het nu ook weer niet.” “Wat moet er hiermee gebeuren?”, vraagt Abdul, terwijl hij op het piepkleine stukje papier wijst dat aan het theezakje is geniet. “Dat mag bij het groenafval”, antwoord ik. “Maar het is toch papier”, zegt Abdul verontwaardigd. “Ja, maar heel kleine stukjes papier mogen bij gft”, leg ik uit.
“Zijn alle regels in dit land zo ingewikkeld?”, vraagt hij met opgetrokken wenkbrauwen. “Als je de afvalscheiding onder de knie hebt, is de rest een eitje”, zeg ik terwijl ik een slok van de thee neem. Even is het stil. “Een eitje?”, vraagt Abdul niet begrijpend. En dan triomfantelijk: “Eitjes moeten bij het groenafval.” Heeft Abdul me vandaag toch nog aan het lachen gekregen.