Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Stef Kamil Carlens: 3 jaar geschaafd aan 8 nummers voor solodebuut
“Ik wil eens zien hoe ver ik alleen kan springen”
Acht liedjes, zorgvuldig geselecteerd en gekneed tot het album Stuck in the
Status Quo. Dat is waarmee Stef Kamil Carlens (46) weer naar de rockpodia lonkt. “Ik moet opnieuw een publiek voor me winnen”, beseft de exbassist van dEUS, nadat hij sinds 2009 met zijn Zita Swoon Group nog uitsluitend muzikale uitstapjes naar Afrika en het theater had gemaakt.
Nee, naar het afscheidsconcert van Mauro met dEUS in de Lotto Arena is Stef Kamil Carlens niet geweest. “Tommy (Barman, red.) had mij wel uitgenodigd maar ik zat in Marokko, op uitnodiging van iemand die mij bij een project wil betrekken”, verduidelijkt hij. “In De Roma heb ik wel hun Soft Electricconcert gezien. Dat vond ik goed. Ik ben altijd fan van dEUS gebleven. Tommy is een fantastische songschrijver en heeft een inventieve groep achter zich.”
Twintig jaar na zijn vertrek uit Antwerpens populairste rockgroep heeft Carlens zelf ook een veelzijdig parcours afgelegd. Met Stuck in the Status Quo brengt hij voor het eerst een plaat onder zijn eigen naam uit. “In 2004 had ik al eens een poging gedaan met A Song about a Girls. Wat aanvankelijk als soloalbum was bedoeld. Uiteindelijk raakte de groep erbij betrokken en is dat toch een Zita Swoon-plaat geworden.” “Nadat we in 2009 hebben beslist om meer als een theater- en dansgezelschap te gaan werken, heb ik vooral instrumentale muziek in functie van voorstellingen gemaakt. Af en toe kwam er toch een song bovendrijven. In mijn achterhoofd speelde deze plaat al die tijd al wel, maar een datum stond er nooit op. Ondertussen ben ik veel meer onderlegd in studiowerk. Hoewel er nog muzikanten op de plaat meespelen, wilde ik echt zo dicht mogelijk bij het geluid in mijn hoofd geraken. Ditmaal wou ik eens zien hoe ver ik alleen kon springen.”
Je hebt drie jaar gewerkt aan een plaat die amper acht nummers telt. Hoe moeten we ons dat voorstellen? Als ik het mezelf hoor zeggen, vind ik drie jaar voor acht nummers zelf ook wat belachelijk. Maar ik heb de plaat wel drie keer opnieuw gemaakt. Ik ben vaak opnieuw begonnen en heb voldoende tijd ingelast om wat afstand te nemen. Ik schaaf lang aan mijn teksten. Ze moeten niet alleen goed in de mond liggen, maar ook een zekere poëzie ademen. Een song schrijven is iets heel beeldends, een beetje zoals schilderen. Lijntjes verzetten. Gommen en opnieuw meten. Tot alle details in evenwicht zijn. Ik had veel meer materiaal, maar op een bepaald moment heb ik de puzzel moeten leggen en op het gevoel een juiste volgorde gezocht. Deze acht songs vormen een mooi geheel met een spanningsboog. Dat volstaat. Inhoudelijk zit er niet echt een lijn in. Elke song heeft zijn eigen identiteit. Het zijn stuk voor stuk kleine verhaaltjes en kleine wereldjes.
Keer je hiermee terug naar je eerste liefde? Dat is wel zo, ja. Het schrijven van songs is de reden waarom ik muzikant ben geworden. Dat wil niet zeggen dat al het andere nu stopt. Vorig jaar heb ik nog muziek gemaakt voor een docu- mentaire over een vluchtelingenkamp in Kenia. Ik heb ook de muziek gecomponeerd voor de voorstelling Nachtschrijver van Jan Fabre. Maar de instant voldoening die het schrijven van een popsong geeft, is toch ook plezierig. Dat is een heel directe discipline. De voorstellingen van Zita Swoon Group draaien altijd om interactie met andere disciplines. Dat boeit me nog steeds, maar nu wil ik weer gaan optreden. Solo heb ik hier en daar nog wel gespeeld. Opnieuw met een groep een heel concert opzetten, is iets dat ik de voorbije zes jaar heb gemist. Daar was ik even mee gestopt, omdat ik het na twintig jaar aan een redelijk hoog tempo wel even had gehad. Ik vond het belangrijk om onze werking wat te verbreden en de interactie met artiesten uit andere culturen en andere disciplines aan te gaan.
Heb je het gevoel dat je van die verbreding iets meeneemt?
Ja, zeker uit mijn reis naar Afrika. De samenwerking met muzikanten uit Burkina Faso (voor de plaat ‘Wait for Me’ uit 2012, red.) was bijzonder leerzaam. Het contact met hun cultuur gaat me altijd bijblijven. Van dichtbij het verschil in welvaart tussen noord en zuid zien, heeft mijn visie op de wereld en ook mij als mens veranderd. In de single The Journey Will Be
Long en het titelnummer van de nieuwe plaat stel je bijna moedeloos vast hoe het de verkeerde kant uitgaat. Moedeloosheid is inderdaad een gevoel dat mij wel eens overmeestert. Muziek is de ideale plek om die wat donkere gevoelens een vorm en plaats te geven, wat niet wil zeggen dat ze mijn leven en werk overheersen. Op andere momenten ben ik positief en vechtlustig, bereid om er iets aan te doen en mij te engageren. Ik probeer altijd te denken dat iedereen er het beste van wil maken. Tegelijk constateer ik dat niet iedereen dezelfde kansen krijgt. Veel mensen worden met extreme situaties geconfronteerd. The Journey Will Be Long dateert al van 2008, toen er nog niet over de vluchtelingencrisis werd gesproken. Nochtans woedt die crisis al veel langer, net als de ongelijkheid tussen noord en zuid. Daarop duidt ook de albumtitel Stuck in the Status Quo. Er zijn spanningen in de politiek, we moeten besparen, er wordt meer en meer geprivatiseerd, bedrijven trekken weg, mensen verliezen hun werk… Allemaal als gevolg van een systeem dat we proberen in stand te houden maar waarvan de grondvesten toch al serieus zijn versleten. Stuck in the Status Quo, het titelnummer, gaat over je machteloos voelen en dat tegelijk leren aanvaarden. Kijk naar de twintigste eeuw; een boeiende tijd in de kunst maar ook een periode waarin de ene oorlog haast letterlijk in de andere overgaat. Er zit geen enkele verbetering in. En als je dan de documenten leest die Julian Assange heeft gelekt, blijkt dat die oorlogen echt gewild zijn, dat er een systeempje achter zit. Als de recente verkiezing van Donald Trump één ding bewijst, is het wel dat plat populisme werkt. Idem voor Marine Le Pen, Geert Wilders en de Brexit; stuk voor stuk negatieve campagnes. Democratie is een prachtig idee, maar het moet dringend herdacht worden, want het werkt niet meer. Almaar meer mensen stellen dat vast maar weten niet hoe ze het moeten aanpakken.
Je teksten contrasteren met de muzikaal zachtmoedige liedjes. Omdat je niet het type bent dat kwaaie songs maakt en met de vuist in de lucht wil oproepen tot verandering?
Dat ligt niet in mijn aard, nee. Ik kan wel van dergelijke muziek genieten, maar zelf ben ik niet zo. Ik ben een optimist maar ik kan niet blind zijn voor de realiteit. Melancholie, weemoed en gevoelens van onmacht en tristesse zijn mij niet vreemd. Die komen voort uit mijn empathie en mijn kijk naar de wereld. Maar dat ik de dingen echt zwart inzie, overkomt mij nauwelijks.
Empty World heb je geschreven als afscheid aan zangerespresentatrice Yasmine, die in 2009 uit het leven is gestapt. Waarom? Van haar plotse vertrek was ik echt aangedaan. Op zich heb ik geen probleem met de dood, maar in haar geval kon ik het echt niet vatten. Ze was mooi, succesvol en iedereen zag haar graag. Alle vrouwen wilden zijn zoals zij. Hoe kan het dan dat zo iemand geen houvast meer vond in de wereld en geen andere optie zag dan eruit te stappen? Ik vond het hartverscheurend dat haar verhaal zo vroeg stopte, omdat je voelde dat ze haar beste werk nog moest maken. Ik heb Yasmine niet zo goed gekend maar wel meermaals ontmoet. Dat zoiets in haar zat, had ik niet door. Empty World is een requiem dat ik heb geschreven enkele dagen na haar begrafenis. De sfeer in het crematorium was bijzonder aangrijpend. Toen ik thuiskwam, moest ik iets doen met mijn gevoelens bij dat onverwachte afscheid. Van iemand die zo jong en succesvol is, valt moeilijk te begrijpen waarom die uit het leven wil stappen.
Yasmine is niet de enige. Ik heb spijtig genoeg nog al songs geschreven over mensen uit mijn kennissenkring die vroeg zijn vertrokken. Zo’n songs laten me even stilstaan bij mijn gevoelens en vormen tegelijk een eerbetoon aan iemand van wie ik heb gehouden.
“Mijn songs moeten zowel hart als hoofd raken”, liet je onlangs verstaan. In welke mate heb je nog voeling met de muziek op de radio?
Ik luister graag naar de radio, niet alleen voor de muziek. Ik vind Radio 1 nog altijd een heel goede zender, maar ik zap net zo goed naar Klara of Radio 2. Overal hoor ik best vaak dingen die ik goed vind. Er wordt nog veel schone muziek gemaakt. Bij de mensen in Marokko bij wie ik on- langs logeerde, heb ik prachtige Arabische artiesten ontdekt van wie ik totaal niks kende. De zoektocht naar muziek is oneindig. Daar kan je verschillende levens mee vullen.
Met deze plaat speel je weer mee in het rockcircuit. Vraag je je af waar jouw plaats anno 2017 is? Uiteraard. Ik kan alleen maar iets aanleveren, daarna zie ik wel of er nog plaats is voor een zanger die al iets ouder wordt. Als je iets maakt dat oprecht is en eigenheid heeft, geloof ik wel dat mensen daar oren naar hebben. Op de laatste platen van Leonard Cohen staan ook nog prachtige dingen. Voor mij eindigt het leven pas als het eindigt. Zolang mijn gezondheid het toelaat, blijf ik gewoon bezig. Met de groep ben ik vooral met theaterwerk bezig. Dat ik daarbij niet de hoofdrol moet spelen, is heel bevrijdend. Daarom wil ik dat blijven doen. We hebben net een nieuwe voorstelling klaar (‘The Ballad of Erol Klof’, red.) en ook met de vorige, onze hommage aan het dadaïsme (‘Nothing that is Everything’, red.), blijven we toeren in binnen- en buitenland. Vergeleken daarmee is een concert geven eenvoudig. Het maken van een theatervoorstelling is veel moeilijker, omdat er zoveel facetten aan zitten.
Tijdens de komende concerten ga je ook songs van Zita Swoon oprakelen. Heb je daar nog voeling mee?
Tuurlijk, dat blijven mijn songs. De jongste jaren heb ik die ook solo of in duo nog wel eens gespeeld. Die songs klinken nu helemaal anders, maar blijven wel leven. Op verhalende nummers van vroeger, zoals Je Range of Thinking About You all the Time, ben ik nog altijd heel fier. Die ga ik er zeker nog tussen gooien. Iets als My Bond With You and Your Planet: Disco! past niet in dit opzet. De komende optredens, met muzikanten die ook op de plaat meespelen, worden heel intiem, met harp, contrabas en een klein percussie-drumstel. Ze gaan krachtig klinken maar toch heel anders dan Zita Swoon. Nu speel ik in kleine clubs en zalen zoals de AB en wacht ik de reacties af. Ik moet opnieuw een publiek voor mij winnen. Dat de single The Journey Will Be Long goed wordt onthaald, maakt me alvast blij.
Tot slot: hoe beeldde jij jezelf als veertiger in, toen je midden jaren negentig met Tom Barman hand in hand Suds & Soda stond te zingen? Daar dacht ik totaal niet over na. Toen leefde ik echt van dag tot dag. Ik heb wel steeds een zekere ambitie gehad. Aan mijn songteksten heb ik altijd veel aandacht besteed. Nu ik wat ouder en misschien ook wat wijzer ben, begin ik de dingen grondiger en meer gefocust te doen. De nieuwe nummers ga ik hopelijk lang kunnen meedragen.
STEF KAMIL CARLENS Muzikant ‘‘Van het plotse vertrek van Yasmine was ik echt aangedaan. ‘Empty World’ is een requiem dat ik heb geschreven enkele dagen na haar begrafenis.’’