Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Twee Belgen in glansrol, maar winst voor Pool
1. MICHAL KWIATKOWSKI “Ik kon mijn t alent niet kwijt zijn”
Bijna een jaar lang was hij van de radar verdwenen. Eén zege had Michal Kwiatkowski nog geboekt. Een mooie, dat wel, de E3 Harelbeke. Maar voorts was zijn eerste seizoen bij Sky vooral een mislukt jaar geworden.
Dat is na zaterdag allemaal vergeten. De flitsen van klasse die hij eerder dit seizoen in de Ronde van Valencia en de Algarve al opnieuw had laten zien, leidden hem zaterdag naar zijn eerste grote overwinning dit jaar.
Of hij de allersterkste was? Mogelijk niet. Toen Van Avermaet en Wellens eerder in de wedstrijd op de natte grindstroken fel doortrokken, moest Kwiatkowski zelfs even de rol lossen. “Ik had op dat moment niet de beste benen”, gaf hij toe. “Ik dacht dat het over was.”
Maar Kwiatkowski bleef rustig en toen hij er op 15 kilometer van de finish op kousenvoeten vandoor ging, zag niemand hem nog terug. Drie jaar na zijn eerste zege mocht de Pool opnieuw juichen in het hart van Siena. En of het een opluchting was? “Ik zal niet beweren dat het nu reeds alles of niets was voor mij. Per slot van rekening wilde ik hier zelfs nog niet op mijn topniveau zijn. Maar dat ik gelukkig ben met deze prestatie na mijn moeilijk laatste seizoen, ontken ik niet.”
Nog het meest door dat rotjaar 2016. “De reden? Gezondheidsproblemen. Maar dat niet alleen. Net omdat ik zo veel verwachtte van mijn eerste jaar bij Sky heb ik mezelf veel te veel onder druk gezet. Vanaf de allereerste training wilde ik indruk maken op de ploeg. Alleen, je bent geen machine. Vroeg of laat betaal je daar de tol voor.”
Wat gebeurde. Terwijl zijn grote rivaal uit de jeugd, Peter Sagan, een wonderjaar beleefde, reed Kwiatkowski zowat overal anoniem mee. “Gelukkig is de ploeg mij blijven steunen. Ook toen ik opgaves liet noteren. We wisten allemaal dat ik mijn talent onmogelijk kwijt kon zijn.”
Wat Kwiatkowski bij zijn eerste grote afspraak in dit nieuwe jaar meteen bewees. “Ik ben eindelijk weer op niveau. Ik heb eindelijk weer fun.” Iets wat hij ook de volgende maanden wil tonen. Zij het niet in de Vlaamse wedstrijden, die slaat hij straks over. “Mijn grote doelen dit jaar zijn de Waalse klassiekers, de Tourselectie halen en tot slot het WK in Noorwegen.” Vooral die laatste ambitie zal na dit weekend alleen maar sterker zijn. In 2014 werd Kwiatkowski al een eerste keer wereldkampioen. Tweemaal raden wie dat jaar ook de Strade Bianche had gewonnen.
2. GREG VAN AVERMAET “Ze sprongen als idiot en in het r ond”
Een bevestiging dat het na die moeizame winter weer helemaal snor zit richting klassiekers had Greg Van Avermaet na zijn zege in de Omloop Het Nieuwsblad niet meer nodig. Maar het maakte zijn prestatie in de Strade Bianche er niet minder indrukwekkend op. Geen zege, net niet. Kwiatkowski was een tikje sluwer. Maar met die tweede plaats – net als twee jaar geleden – en de geruststelling dat hij stilaan helemaal klaar is voor de Vlaamse lente, kon Van Avermaet best vrede nemen.
“Ik voelde mij goed. Na de Omloop Het Nieuwsblad heb ik een week genomen om te herstellen en dat merkte ik. Al was dit wel de zwaarste editie die ik al ooit gereden heb.”
Dat mocht zelfs Cancellara weten. De drievoudige winnaar kwam Van Avermaet na afloop proficiat wensen. “Wat ik hem gezegd heb? Dat hij content mag zijn dat hij gestopt is. Ik heb hier al veel afgezien, maar dit topt toch de lijst. Zo traag ben ik die laatste klimmetjes nog nooit op- gereden.”
Naar de reden was het niet ver zoeken. “Door de regen en de wind. Op de grindstroken was het echt gevaarlijk. Ik heb twee keer echt chance gehad bij een valpartij – ik kon er nog net tussendoor glippen. Maar ook door Lotto-Soudal, dat de koers al op de vijfde strook helemaal openbrak. Op 120 kilometer van de finish alstublieft. Gevolg was dat iedereen op 70 kilometer van de finish al à bloc zat. Plus, normaal heb je dan nog ploegmaats om je te beschermen. Nu was het dan al mantegen-man.”
Met een spectaculair maar bizar koersverloop tot gevolg, wees Van Avermaet naar het groepje van veertien renners dat de laatste vijftig kilometer de dienst uitmaakte. “Op zeker ogenblik sprong iedereen als idioten in het rond. Het was demarreren, stoppen, weer aanvallen, weer inhouden… Maar dat doet je nog sneller dood. En dan zie je dat je een beetje geluk moet hebben om op het juiste moment weg te geraken. Die meeval had Kwiatkowski. Hij was niet sterker dan Stybar, Tim of ik, maar hij kon wel dat kloofje slaan.”
Maar zijn status van beste Belg kon Van Avermaet wel veiligstellen. En dat het met de vorm steeds beter gaat, kan niet anders dan deugd doen. “Nu nog een beetje sterker worden in de Tirreno en dan moet het gebeuren in de klassiekers.”
3. TIM WELLENS
“Zalig die r egen, ik kom zeker terug”
“Als ik zie welke grote namen hier op één en twee staan, denk ik dat ik blij mag zijn met mijn derde plaats.” Nee, hij was niet ontgoocheld, Tim Wellens. Maar een beetje aarzeling voelde je wel. Want misschien zat er wel meer in? Voortdurend gaf Wellens de indruk dat hij de allersterkste in de kopgroep was. Hij stapelde de versnellingen op. Zozeer dat ook zijn ploegmaat Tiesj Benoot – achtste aan de finish en heel lang mee met de allerbesten – regelmatig in moeilijkheden kwam en uiteindelijk moest lossen. Zelfs de latere winnaar Kwiatkowski begreep het niet goed. “Toen Stybar en Wellens zo tekeergingen, had ik het lastig. Maar uiteindelijk raakten ze alleen hun eigen ploegmaats kwijt.”
Voorzichtige kritiek op de aanpak van Lotto - Soudal? Wellens liet het niet aan zijn hart komen. Sowieso viel er Lotto - Soudal weinig te verwijten. Als de elfde editie van de Strade Bianche andermaal uitgroeide tot een spektakelstuk, was dat bovenal te danken aan de Belgische ploeg. “Dat was ons plan”, knikte Wellens. “Na zestig kilometer hebben we de koers met de hele ploeg in handen genomen en lag het peloton in stukken uit mekaar. We hebben superhard gereden, waardoor haast automatisch alleen de favorieten overbleven.”
Alleen winst zat er net niet in. Kwiatkowski was net een tikje sterker, gaf Wellens toe. “Op het einde zat iedereen dood. Op het moment dat hij ging, keken we even naar elkaar en was het te laat. Anderzijds, ook toen we in de slotfase met drie achter hem reden, kwamen we niet dichterbij.”
Zo bleef alleen de derde plaats over voor Wellens, en de wetenschap dat hij dus ook dit kan. Kleine rondes, het Ardeense werk, dat wisten we al. Daar komt nu de Strade bij. “Ik was al supergoed aan dit seizoen begonnen”, wees Wellens naar zijn drie zeges tot dusver. “Maar dit was mijn eerste echte doel. Dan is die derde plaats zeker niet slecht. Ik kom zeker nog terug. En het liefst zo vaak mogelijk. Dit was gewoon een leuke ervaring. Zeker met die regen. Helemaal wat ik mij ervan had voorgesteld. Hoewel, omdat het zo’n relatief korte wedstrijd is, zag ik het niet echt als een klassieker. Maar dit voelt aan alsof het meer dan tweehonderd kilometer is. De afstand had ik onderschat. Op het eind was ik helemaal verzuurd.”
Greg Van Avermaet ‘‘Ik heb Cancellara gezegd dat hij content mag zijn dat hij gestopt is. Zo zwaar heb ik het nooit geweten.’’
Tim Wellens “Iedereen zat dood. Toen Kwiatkowski ging, keken we even naar elkaar en was het te laat.”