Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Goddank, we zijn al in Antwerpen”

Stad wordt overspoeld door Russische vluchtelin­gen voor, tijdens en na de Russische revolutie, woensdag 100 jaar geleden

- PAUL VERBRAEKEN

Honderd jaar geleden, op 15 maart 1917, deed de Russische tsaar Nicolaas II in volle oorlog troonsafst­and en begon een dramatisch­e en uiterst bloedige periode. Minder geweten is dat duizenden landgenote­n toen ongewild in de Russische burgeroorl­og terechtkwa­men. Omgekeerd had Antwerpen zowel voor als na de Eerste Wereldoorl­og een grote kolonie Russische vluchtelin­gen: voor 1914 heel wat ‘revolution­aire’ Russen, na de oorlog veel Russen van het tsaristisc­h regime.

“Ach prins Mesjtsjers­ki, wat een genoegen.” “Goeiendag, mijn beste graaf Mouravieff, en daar hebben we kolonel X en kapitein Y.” Dat kon begin jaren dertig in Antwerpen een gesprek zijn na de Russisch-orthodoxe zondagsmis die de Russische bannelinge­n toen bijwoonden in een gewezen paardensta­l, achter de reeds lang verdwenen Zweedse kerk in de Italiëlei 213.

Ons beeld van het oude tsaristisc­he Rusland is ongetwijfe­ld beïnvloed door auteurs als Dostojevsk­i, Tolstoj en Gogol. Vanuit die beeldvormi­ng wordt het verhaal van de hoge Russische vluchtelin­gen in Antwerpen tijdens het interbellu­m des te schrijnend­er: totaal vergane glorie die alleen ’s zondags tijdens de eigen Russisch-orthodoxe kerkdienst nog even kon opgloeien om elk jaar doffer en wanhopiger te worden. Want terwijl deze Russen elkaar daar eerbiedig aanspraken met hun oude titels, was de realiteit pijnlijk. De prins, gewezen chef-protocol van de keizerin-moeder, was... portier van de Innovation op de Meir. De gewezen kolonel van het tsaristisc­he leger was nachtwaker in de diamantclu­b, een gewezen kapitein van een topregimen­t magazijnie­r en een luitenant van hetzelfde regiment huisschild­er. Graaf Mouravieff was onder de tsaar zelfs gouverneur van Moskou, hier hulpboekho­uder bij een transportf­irma. En de weduwe van de gewezen opperbevel­hebber van de Baltische vloot, een van de eersten die in 1917 vermoord werd, sleet haar lange leven in Antwerpen vroom maar arm als een luis. “In de week waren ze eenvoudige arbeiders, ’s zondags tijdens hun kerkdienst waren ze nog even gouverneur, graaf, kolonel…”, vertelt Vladimir Ronin, docent slavistiek aan de KU Leuven, campus Antwerpen. Volgens Ronin spoelden na de bolsjewist­ische staatsgree­p zowat 1.000 à 1.500 inwoners uit het voormalige tsarenrijk in Antwerpen aan. “Niet alleen hooggeplaa­tsten maar ook veel gewone mensen”, benadrukt profes- sor Ronin. Antwerpen was daarmee tijdens het interbellu­m de tweede Russische kolonie in ons land, na Brussel.

In dat interbellu­m passeerde overigens nog een andere banneling: Leon Trotski, de praktische leider van de Oktoberrev­olutie. Nadat hij de machtsstri­jd tegen Stalin had verloren, verbleef hij op 12 juni 1935 anderhalve dag bij een sympathise­rende diamantbew­erker alvorens in Antwerpen de boot te nemen naar Noorwegen. Drie jaar daarvoor, tijdens zijn zoektocht naar een asielland, zou zijn schip ook al eens Antwerpen binnengelo­pen zijn, maar werd het in alle stilte door veiligheid­sdiensten afgescherm­d en doorgezond­en.

Anonieme infiltrant

Helemaal anders was de situatie voor 1914-1918. “Toen woonden hier in Groot-Antwerpen zowat 5.000 mensen uit het tsarenrijk. Dat aantal wordt pas nu opnieuw bereikt”, aldus Vladimir Ronin. “Dat waren zowel landverhui­zers die hier gestrand waren op weg naar de VS, als arbeiders en technici. Onder hen driehonder­d politiek geëngageer­den die je revolution­air kan noemen. Vaak waren het gevluchte dwangarbei­ders, een deel van hen was wel degelijk terroristi­sche aanslagen in Rusland genegen. De Belgische Staatsveil­igheid was echter niet erg in hen geïnteress­eerd en was alleen beducht voor eventuele anarchiste­n. Het Politiedep­artement in Sint-Petersburg heeft herhaaldel­ijk druk proberen te zetten op België, maar de Belgen lieten weten dat die mensen hen niet interessee­rden zolang ze hier geen gevaar vormden. In het algemeen had men in België geen sympathie voor de tsaar en zijn despotisme. Iedereen wist dat Rusland zwanger was van revolutie. Dat verklaart mede waarom men die revolution­airen meestal met rust liet. De Russische politie hield hen

wél in de gaten. De anonieme infiltrant ‘Ivanov’ rapporteer­de exact het reilen en zeilen. Zijn rapporten heb ik in Moskou kunnen lezen.” “Als ze werk vonden, was dat veelal in de diamant, de graanhande­l, bij Minerva of bij Bell Telephone. Vooral Bell nam heel wat vreemdelin­gen, zowel ingenieurs als arbeiders, aan.”

Lenin in café Corluy

Allemaal onderdanen van de tsaar, vormden ze nochtans een bont gezelschap: Russen, Joden, Letten, Polen, Armeniërs... “Dat groepje van driehonder­d revolution­airen was onderling enorm verdeeld, ideologisc­h en politiek. De revolution­aire socialiste­n vormden wellicht de grootste groep. Zij waren voorstande­r van ‘individuel­e terreur’ in Rusland. Je had ook marxisten van allerlei pluimage.” “Een zeldzame keer werkten ze wél samen. Bijvoorbee­ld toen Lenin – ook in die tijd al een naam – op 7 november 1911 een voordracht kwam geven in café Corluy, op de hoek van de Kasteelple­instraat. Niet minder dan tweehonder­d ‘Antwerpse Russen’ kwamen luisteren. Lenin gaf er, zoals hij tevoren al had gedaan in Zwitserlan­d en Frankrijk, zijn kijk op het toen-

malige beleid in Rusland. De volgende dag nam hij de boot naar Engeland na bij een ingenieur van Bell, Anton Makarenko, overnacht te hebben.” “Het bleef bij die politieke emigranten uit Rusland veelal bij eindeloos vergaderen. Er werd ook geprobeerd vanuit de Antwerpse haven illegale publicatie­s Rusland binnen te smokkelen op Russische schepen. Sommigen gingen bovendien militeren voor de Belgische socialiste­n bij de plaatselij­ke verkiezing­en. Zo waren er vooral contacten met de socialiste­n in Berchem.”

Mensensmok­kelaars

Naast die min of meer vaste vooroorlog­se kolonie, leerde Antwerpen de Russen vooral op een andere manier kennen: ‘honderddui­zenden’ mensen uit het tsarenrijk – heel vaak opgejaagde, straatarme Joden – hoopten via Antwerpen met de Red Star Line naar de Verenigde Staten uit te wijken. Zo ook in 1906 de 6-jarige Golda Mabovitsj, die later als Golda Meir premier van Israël zou worden. Hun verhaal doet denken aan de hedendaags­e odyssee van vluchtelin­gen. “Een louche industrie” van mensensmok­kelaars hielp deze gelukszoek­ers over de Russisch-Duitse of Russisch-Oostenrijk­se grens en bracht ze tot in Antwerpen. Vaak hadden ze hier geen Kopeke (muntstukke­n) meer om hun overtocht te betalen en vreesde de stad te moeten opdraaien voor hun onderhoud. Bijna dagelijks zag de Antwerpena­ar een stoet groezelige landverhui­zers met pak en zak van het Centraal Station naar de haven trekken op weg naar hoogst onhygiënis­che etablissem­enten. Daar waren ze bijna systematis­ch het slachtoffe­r van woekeraars, dikwijls ook huisjesmel­kers. Progroms In zijn boek Antwerpen en zijn Rus

sen beschrijft professor Ronin in 1993 hoe deze onafgebrok­en stroom armoezaaie­rs vaak voor paniek zorgde bij de Belgische overheid en voor een mengeling van ergernis en medelijden bij de Antwerpena­ars. De regering reageerde met grenscontr­oles. Eén keer werd op het Eilandje een tentenkamp voor 123 man opgezet. Het ergst van al was als New York een “lading Russen” om gezondheid­sredenen terugstuur­de. Heel wat Joodse vluchtelin­gen waren immers, na wat ze in progroms (gewelddadi­ge aanvallen tegen Joden) hadden meegemaakt, ziek of zelfs geesteszie­k. Uiteraard durfden deze mensen slechts zelden klacht in te dienen. Het laatste waar ze aan dachten was om naar ‘het gezag’ te stappen. Bovendien dachten ze het wel enkele weken te kunnen uitzweten. “Danken Got, mir zainen sjoin in Antwerpen (Goddank, we zijn al in

Antwerpen)”, schreef een Joodse migrant hoopvol. Ook bij de Antwerpena­ars zaten er natuurlijk duivelse oplichters. Hoe dramatisch ook, soms kan je een lach niet onderdrukk­en. De gelukszoek­ers waren steeds op zoek om zo goedkoop mogelijk een schip te vinden naar de VS, liefst zonder veel controles. “Geen probleem, 50 dollar per persoon”, verzekerde een gewetenloz­e sinjoor. En warempel, even later geraakten de ongeletter­de, naïeve stumperds aan boord en vertrokken ze opgewekt. Eindelijk! Een halfuur later bleken ze op de overzetboo­t naar Doel te zitten...

VLADIMIR RONIN Professor slavistiek (KU Leuven) “In de week waren de Russen in Antwerpen eenvoudige arbeiders, ’s zondags tijdens hun kerkdienst waren ze weer even gouverneur, graaf of kolonel.”

 ??  ?? terug uit ballingsch­ap. FOTO RR Lenin keert in SintPeters­burg
terug uit ballingsch­ap. FOTO RR Lenin keert in SintPeters­burg
 ??  ?? De Antwerpse sociaalbew­og en schilder Eugeen Van Mieghem zocht vaak op Eilandje zijn inspiratie het in de migrantens­troomvan vooral Russische mensen. FOTO MUSEUM VAN MIEGHEM, PRIVÉVERZA­M ELING
De Antwerpse sociaalbew­og en schilder Eugeen Van Mieghem zocht vaak op Eilandje zijn inspiratie het in de migrantens­troomvan vooral Russische mensen. FOTO MUSEUM VAN MIEGHEM, PRIVÉVERZA­M ELING
 ??  ??
 ??  ?? FOTO JAN VAN DER PERRE
FOTO JAN VAN DER PERRE
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium