Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Hulporganisaties krijgen oplawaai in ‘Reizen Waes’
Televisiemaker Tom Waes nochtans zelf ambassadeur voor Unicef
Het bezoek van Reizen Waes aan Haïti leverde de ngo’s een fikse koude douche op. “70% van het geschonken geld gaat naar salarissen van hun expatwerknemers. En je hebt ook de corruptie hier”, zei een lokale gids voor de camera. Tom Waes zond het uit, al is hij zelf ambassadeur voor zo’n ngo, met name Unicef.
In 2010 werd Haïti getroffen door een zware aardbeving. In België werd toen meer dan 25 miljoen euro ingezameld voor hulporganisaties die in het land actief zijn, maar na de uitzending van Reizen
Waes vragen veel mensen zich af of dat geld wel in goede handen is terechtgekomen.
Woordvoerder Philippe Henon van Unicef België zegt dat de organisatie Tom Waes niets kwalijk neemt. “Hij deed die uitspraak niet zelf, hé. En het is misschien goed dat hij de problematiek onder de aandacht brengt. Het dwingt ons om nog beter te communiceren over wat we doen, om nog transparanter te zijn.” Tom Waes is naast Helmut Lotti en Axelle Red sinds 2014 vrijwillig ambassadeur voor de VN-organisatie die het opneemt voor kinderen.
Luxetoerisme
In de aflevering zondagavond zat nog een tweede fragment waarin ngo’s een niet al te best figuur slaan. Tom Waes en zijn team mochten niet binnen in een afgesloten gebied met stranden voor luxetoerisme waar de grote cruiseschepen aanmeren. Een vrolijke jongedame met zonnebril in een glanzende jeep mocht dat wel. Zij zei dat ze werkte voor een Amerikaanse hulporganisatie.
Nadia Molenaers, professor bij het Antwerpse Instituut voor Ontwikkelingsbeleid, wil hierbij een eerste nuance aanbrengen. “Ik zeg niet dat er geen excessen zijn, maar veel ngo’s proberen net als bedrijven goede mensen aan te trekken, die ter plaatse het verschil kunnen ma- ken, bijvoorbeeld in het lobbyen bij de overheid, in het analyseren van wat er structureel zou moeten veranderen. Waarom zou je die mensen geen goed loon mogen betalen, zeker gezien de moeilijke omstandigheden? Moet iemand die kiest voor een carrière bij een ngo altijd een idealist zijn die bereid is om tegen een hongerloon te werken?”
Gevaarlijk
Philippe Henon: “Ik kan u verzekeren dat sommige van onze mensen ter plaatse het zwaar hebben. Zoals diegenen die in de Afrikaanse landen werken waar een hongersnood is uitgebroken. Het is daar gevaarlijk, je werkt zeven dagen op zeven en je wordt geconfronteerd met de grootste ellende.”
Blijft de netelige vraag van die 70% van het geld dat naar salarissen van expats zou gaan. Klopt dat percentage? Het is een oud, teer punt. Het geld dat mensen hier geven, na rampen of gewoon als gift, belandt dat ook echt bij de doelgroep? De financiële auteur Thierry Debels schreef er ooit een bijtend boek over, met in de ondertitel de stelling dat ‘ 100 euro in de collectebus van 11.11.11 slechts 1 euro oplevert in het zuiden’. Vredeseilanden diende klacht in tegen Debels, maar de rechtbank oordeelde onlangs in beroep dat hij zich mocht beroepen op de vrijheid van meningsuiting. De rechtszaak van 11.11.11 tegen Debels loopt nog. “Het is altijd hetzelfde verhaal”, zegt Debels. “Het begint bij een organisatie hier, die samenwerkt met een andere organisatie ter plaatse, die samenwerkt met nog tussenpersonen. En al die betrokkenen hebben salarissen, onkosten en dure jeeps. Op het einde blijft er niet veel meer over voor het eigenlijke doel.”
“Echt niet”, zegt Philippe Henon. “25% van ons budget gaat naar campagnes en ondersteunend werk in België, 75% naar ginds. Daarvan is hooguit een kwart voor salarissen, maar dat is geen ‘verspild’ geld. Die mensen doen werk dat nodig is.”
Nadia Molenaers: “De meeste Belgische ngo’s werken echt wel op een verantwoorde manier. Ze worden ook gecontroleerd door de overheid hier. Maar ter plaatse heb je soms de perceptie tegen: er is zoveel ellende en dan zie je die ngo-mensen in jeeps rijden en naar de betere hotels en restaurants gaan... Maar vaak ziet men al het complexe werk dat deze mensen verzetten niet.”
Cunina: “Uiterste minimum”
Sophie Vangheel van de Kempense ngo Cunina, die in zes landen waaronder Haiti zo’n 3.200 petekinderen onderwijs verschaft, zegt dat zij de eigen kosten tot een uiterste minimum beperken. “We hebben maar 10% werkingskosten. We werken in elk land met lokale verantwoordelijken, die de situatie goed kennen, zonder andere organisaties, tussenpersonen of overheidstussenkomsten. Van elke euro die we krijgen mag iedereen precies weten waar hij naartoe gaat en elke peetouder wordt ook individueel op de hoogte gehouden.”