Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Zo kan het niet meer”

Wim De Decker wil best coach blijven bij Antwerp, maar niet op dezelfde manier

- GERT GYSEN

Blijft Wim De Decker trainer? Het is momenteel zowat de belangrijk­ste vraag op de Bosuil. Het antwoord: het ziet er naar uit van wel. Niemand spreekt het letterlijk uit, maar beide partijen willen graag op lange termijn met elkaar verder. “Maar ik weet wel één ding: als ik trainer blijf, kan het niet meer op dezelfde manier als nu”, zegt De Decker.

Al bekomen van de emoties?

Wim De Decker: “Het is wel raar, ik besef het eigenlijk nog niet. Ik zat lange tijd in een tunnel richting dat doel en heb moeite om daar uit te geraken. Af en toe zie je die beelden, maar toch ben ik nog bezig met te denken: oké, ik moet dat nog, dit nog in orde brengen,... Dat is wel een beetje jammer. Maar het echte besef? Dat komt er misschien pas bij de eerste wedstrijd in 1A. Ik ben wel blij dat die superdrukk­e periode achter de rug is. Ik kijk er eigenlijk naar uit om zelf weer te sporten. Nog eens te kunnen gaan lopen, want dat heeft er de jongste weken niet ingezeten.”

Was het een zwaar feestweeke­nd?

“Na de festivitei­ten op de Bosuil zijn we met de hele groep nog een stapje gaan zetten. Ik denk dat het acht uur ‘s morgens was tegen dat ik in mijn bed lag. Op zondag heb ik heel de technische en medische staf bij mij thuis uitgenodig­d. Dan begin je erover te vertellen tegen elkaar, dat was echt een fijn moment. Dan besef je dat we een half mirakel hebben neergezet. En toen ik maandag die kampioenen­bijlage las in jullie krant werd ik echt met de neus op de feiten gedrukt. Die twee pagina’s over heel die periode in tweede klasse. Toen ik dat las, besefte ik pas van hoe ver deze club eigenlijk komt. Zondag zijn we ook nog op stap geweest en maandag was een vrije dag. Dinsdag hadden we een brunch en nu heeft iedereen een week vrij.”

De coach ook?

“Ik had dat gedacht, maar dat blijkt toch niet zo te zijn ( lacht). Je begint meteen verder te werken, want we moeten het seizoen nog wel op een deftige manier rondmaken. Het is half maart en het seizoen zit er al op. Wij moeten nu een lange periode overbrugge­n op een manier die voor iedereen aangenaam en nuttig is. Want er moet nog wel getraind worden, hé. Het zou jammer zijn als je volgend seizoen moet vaststelle­n dat we van bij het begin achter de feiten moeten aanlopen omdat we deze periode niet goed hebben ingevuld. Maar het zal geen simpele periode zijn.”

Dé hamvraag: blijf je trainer? Patrick Decuyper zei deze week in een interview dat hij de intentie heeft met jou door te gaan en liefst zelfs op lange termijn.

“De intenties om verder te gaan zijn er zeker. Maar we moeten gewoon be-

paalde dingen op voorhand duidelijk afspreken zodat iedereen weet waar naartoe. Zoiets kan ook niet in één-twee-drie in orde zijn. Ook al omdat er voorheen amper over gesproken is, omdat de focus zo hard op het sportieve lag. Maar ik weet wel één ding: als ik trainer blijf, kan het niet meer op dezelfde manier als nu. Ik had niet eens een assistent. Dat was goed voor een korte periode, maar er is een ruimere staf nodig. Er komt een video-analist, want dat deed ik nu ook allemaal zelf. Een data-analist wordt erbij gehaald, waardoor we kunnen trainen met gps. En ik wil een assistent-trainer die een echte veldtraine­r is. Nu verlies ik zelf te veel tijd aan de trainingen. Ik moet die helemaal uitschrijv­en, die training geven, de potjes zetten. Waardoor ik minder tijd kan steken in de persoonlij­ke contacten met de spelers. Ik merk ook dat ik in die veldtraini­ng te veel tijd verlies en dat het beter kan. Gewoon omdat ik die ervaring niet heb. Daarom wil ik dat liever overlaten aan mannen die daar meer ervaring mee hebben. Er zijn trainers die per se het gras moeten ruiken, maar ik heb dat niet echt. Daar ligt mijn kwaliteit ook niet. Het is mijn sterkte om de puzzel te leggen tussen alle schakels: video-analist, veldtraine­r, medische staf...”

Even terug naar zaterdag: de meest bezongen persoon was

jij. Verbaast jou dat?

“Nee, want dat was al een paar weken zo. Maar ik wil de groep niets tekort doen. Ik ben echt trots op die gasten.”

Wat was voor jou het meest intense moment dit seizoen?

“Die laatste minuten hier thuis tegen Lommel, hé. Toen Roeselare had gescoord op Lierse en wij alsnog wonnen en de periodetit­el pakten. Dat was de eerste keer dat ik zo’n cohesie, zo’n band voelde tussen de supporters en de spelers. Toen had ik voor het eerst het gevoel: heel deze club zit nu op één lijn. Dat zie je weinig in het voetbal. Ook in andere clubs, want er is altijd wel een deel dat een beetje mort. Maar vanaf dat moment was iedereen één. Na die match wist ik, het is voor ons.”

Heb je jezelf verbaasd?

“Ja. Ik wist wel dat ik iets zou kunnen neerzetten, maar ik heb mezelf wel verbaasd. Ik wist niet dat ik van in het begin zo’n groep van 25 gasten van dezelfde leeftijd en met wie ik nog in de ploeg speelde zo goed mee zou krijgen. Want voetballer­s zijn ego’s en om die dan zo achter je te krijgen...”

Alex Czerniatyn­ski zei in een interview: ‘Ik heb bij Luik ook eens een trainer uit het niets succesvol zien worden, en dat was Eric Gerets’. Doet dat iets om met zo’n trainer vergeleken te worden?

“Tuurlijk, al ga ik mezelf zeker niet met hem vergelijke­n. Maar het doet deugd om zoiets te lezen. Zeker van iemand die voetbal kent. Maar het kan ook rap de andere richting uitgaan. Het zal ook wel eens minder lopen, maar dan moet je als club sterk genoeg zijn om dat te trotseren.”

 ?? FOTO TOM GOYVAERTS ?? De succescoac­h op/voor de Bosuil.
FOTO TOM GOYVAERTS De succescoac­h op/voor de Bosuil.
 ?? FOTO TOM GOYVAERTS ?? Wim De Decker gisteren met de Proximus Leaguetrof­ee
in Tribune 2 op de Bosuil.
FOTO TOM GOYVAERTS Wim De Decker gisteren met de Proximus Leaguetrof­ee in Tribune 2 op de Bosuil.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium