Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Sagan krijgt het heel moeilijk in de klas siekers, de hele wereld zal tegen hem rijden”

- JANPIETER DE VLIEGER

De hele week hoorde je in Tirreno Adriatico dezelfde echo: “Wie gaat Peter Sagan in godsnaam kloppen in de klassieker­s?” Tot Tom Boonen zich gisteren voor de slottijdri­t tien minuten tot de internatio­nale pers richtte. “Sagan krijgt het heel moeilijk om een klassieker te winnen.” En hij meende het nog ook. “Niet alleen wij, alle ploegen gaan dezelfde tactiek hebben: Sagan isoleren en lossen.”

Een hele week van officiële persconfer­enties in Tirreno - Adriatico, maar geen enkele zo goed als die van Tom Boonen gisteren. Helemaal à

l’improviste: rechtstaan­d bij de bus, in het Engels, met een muts op, terwijl soigneur Rudy Pollet naast hem een partij kippenbill­en staat te bakken. Gevraagd naar zijn indruk over Peter Sagan, zegt Boonen net zo achteloos: “Je mag er heel zeker van zijn: Peter is momenteel de beste, maar het zal voor hem heel moeilijk worden om een klassieker te winnen.”

Waarom denk je dat?

“Omdat hij de beste is, maar niet de sterkste ploeg heeft. Daar moeten we eerlijk in zijn. Bora-Hansgrohe is goed, maar jullie kunnen ook rekenen, toch? (Sagan zat in de finales vaak geïsoleerd, red.)”

Wordt dat dan de insteek van het voorjaar? Sagan in zijn eentje tegen het collectief QuickStep Floors?

“Het probleem voor Peter is dat het niet alleen over onze ploeg gaat. Ik moet de strategie van de andere teams hier niet bepalen, maar alle ploegen in de wereld denken straks hetzelfde: hij is de te kloppen man. Dus zal ook iedereen dezelfde strategie en hetzelfde doel hebben: hem isoleren en los rijden. Zolang hij er vooraan bij is, zal iedereen zich daar zeer hard van bewust zijn. Ik verwacht zo heel open wedstrijde­n, met een finale die veel vroeger begint.”

Toch hoor je al de hele week: Sagan is zo goed dat hij ook zonder ploegmaats wint. Jij gelooft niet dat hij onverslaan­baar is?

“Niemand is onverslaan­baar. Dat is eigen aan de koers: je mag de beste renner van de wereld zijn en in je beste vorm ooit verkeren, de kans blijft altijd groter dat je niet wint dan dat je wel wint. Ik heb dat wel eens jammer gevonden. (fijntjes) En soms ben ik daar blij om geweest. Natuurlijk heeft iedereen gezien hoe Sagan hier rondvloog. Dus weet iedereen wel dat je een plan nodig hebt om hem te kloppen.” Maandag in Civitanova Marche klopten jullie Sagan na een aanval van Terpstra op de laatste helling. Gaviria kon

rustig in

het wiel zitten, terwijl Sagan zonder ploegmaats moest achtervolg­en. Kunnen jullie op de Poggio in Sanremo iets gelijkaard­igs doen?

“Neen. Elke race is anders. Een sterke ploeg is net een onvoorspel­bare ploeg. Je moet nooit aan een race beginnen met één vastgelegd­e strategie die je ten koste van alles wil doorduwen. Bovendien: Sanremo is niet zo heel ingewikkel­d: zo snel mogelijk de Poggio naar boven, zo snel mogelijk de Poggio naar beneden. En dan zo snel mogelijk sprinten. Al zeg ik er ook bij: elke vijf, zes jaar gebeurt er in Sanremo iets dat niemand verwacht. Misschien is dit jaar zo’n editie.”

Welke rol heb jij zaterdag in een team met kopman Gaviria?

“Ik hoop – zoals alle renners van het peloton – om met de eerste vijftien boven te komen op de Poggio. Om Fernando dan zo goed mogelijk af te zetten. Hij is de kopman, een van de meeste getalentee­rde jonge gasten, die het verdient om alle steun te krijgen. Hij heeft de gave om zonder veel ervaring toch te weten hoe je die koers rijdt .”

“Fernando durft beslissing­en te nemen, voelt wielrennen tactisch goed aan. Maandag heeft hij dat nog getoond (door in de sprint achter Sagan te blijven zitten en niet lead-out Trentin te volgen, red.). Een goed stel koersherse­nen, dat is voorwaarde nummer één om een groot kampioen te worden. Hij heeft alles om Sanremo te winnen, maar net zo goed zeggen we over tien jaar: We dachten dat Gaviria vijf keer Sanremo zou winnen, maar het is hem nooit gelukt.”

Jij hebt nooit gewonnen en bent er nochtans vaak genoeg dicht bij geweest.

“Ja. Alle klassieker­s zijn moeilijk te winnen, maar Sanremo nog wat meer dan de andere. Nochtans heb je altijd het gevoel dat je er dicht bij bent. Als je met een groep van vijfentwin­tig naar de streep gaat, heb je altijd het gevoel dat je een kans maakt. Misschien is het een loterij, maar anderzijds wint er nooit een pannenkoek. Het jaar dat ik vierde eindigde (na winst voor ploegmaat Pozzato in 2006,

red.) had ik het gevoel dat ik de benen had om te winnen. Alle andere keren ben ik op mijn waarde geklopt.”

Ook in 2010, toen je tweede eindigde na Oscar Freire?

“Ja. Ik koos het wiel van Petacchi, maar die kon niet meer versnellen. Freire versloeg me fair. Zo is het altijd in Sanremo: een koers van zeven uur wordt in twee seconden beslist.”

Wordt het raar om te rijden in de wetenschap dat het de laatste keer is? Je laatste koers zelfs in Italië.

“Ik sta niet te veel stil bij de laatste keer dit of de laatste keer dat. Dan heb je niet de juiste mindset om te koersen. Maar het is wel grappig: hier in Tirreno - Adriatico zijn veel renners officieel afscheid komen nemen. Tom, we hebben net beseft dat we geen wedstrijde­n meer met jou gaan rijden. Veel succes in de rest van je leven. Dat is wel tof.”

“Met mannen als Museeuw en Van Petegem heb ik dat ook gedaan. Dan zeg je iets als: Het wordt toch raar als jullie er volgend jaar niet meer bij zijn. (lacht) En dan blijkt dat volgend jaar alles precies hetzelfde is, ook zonder hen. (Ploegmaat Niki Terpstra steekt ondertusse­n zijn hoofd naar buiten uit de ploegbus en roept gespeeld verbaasd: Wat zeg je Tom, ga jij stoppen? Dat kan je niet menen, man!)”

Heb je vorig jaar dan officieel afscheid genomen van Bradley Wiggins?

“Neen, die is vijftien keer gestopt of zo. (lacht) Wel stoppen, niet stoppen. Zo moet je het niet doen.”

Tot slot: moeten we het nog hebben over je valpartij in Pomarance deze week?

“Neen, die ben ik alweer vergeten. Ik ben blij met mijn vorm, al ben ik nu vooral heel moe. Het waren lange koersdagen en nadien hebben we af en toe nog bijgetrain­d. Het wordt zaak om zo goed mogelijk te herstellen richting Sanremo. Kom ik die wedstrijd goed door, dan ga ik met een goede vorm richting klassieker­s.”

Tom Boonen “Niemand is onverslaan­baar. Je mag nog de beste renner

van de wereld zijn en in je beste vorm ooit verkeren.”

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium