Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Waterbeheer kun je onder controle krijgen”
Ethiopië heeft geleerd uit verleden
Landen als Burkina Faso en Ethiopië bewijzen dat structurele vooruitgang in de regio wel mogelijk is. “Cruciaal daarvoor is het waterbeheer”, zegt Jan Nyssen, geograaf aan de universiteit van Gent, die elk jaar wel een paar keer naar Ethiopië reist.
“In 2015 was in Ethiopië ook heel weinig regen gevallen, 150 mm in een heel jaar”, zegt Nyssen. “Maar dat leidde niet direct tot catastrofes. Het land heeft geleerd uit de hongersnood in 1985, waarvoor we hier toen Live Aid hebben gehouden. Zo is er veel gedaan voor de wateropvang. Door bebossing en beplanting bijvoorbeeld, om de bodem open te houden zodat water kan insijpelen. En door wateropvang in kunstmeertjes in de valleien en tegen muren aan die overal tussen de akkers op de hellingen worden gebouwd. Ze voorkomen dat het water even snel weer wegvloeit. De overheid legt ook reserves aan, maïs vooral, om uit te delen in tijden van schaarste. Bij droogte rijden ze rond met tankwagens met water, die ze brengen naar van die witte waterreservoirs van 5.000 of 20.000 liter die zijn geïnstalleerd bij de lokale gemeenschappen. Er is water genoeg in het land, alleen niet altijd op de juiste plaats. Ze hebben ook technologische hulpmiddelen, zoals het FEWS (famine early warning system) van de VN, dat met satellieten groenkaarten maakt en mislukte oogsten kan voorspellen.” Ethiopië heeft wel een gunstiger klimaat met meer regenval en vruchtbaar land dan het lager gelegen en vlakkere Somalië. “Maar dat is niet de voornaamste factor. Zuid-Soedan heeft een nog beter klimaat dan Ethiopië. Dat is echt oerwoudgebied. Maar de burgeroorlog maakt daar alles kapot.” Door de grote droogte in de Hoorn van Afrika is Ethiopië intussen helaas ook een risicogebied volgens de VN, net als Oeganda, Kenia, Tsjaad en Niger, maar de situatie vergt nog geen acute noodhulp.
Wateropvang in Burkina Faso
Dr. Bruno Verbist, landbouwingenieur en onderzoeker aan de KU Leuven, zegt dat in Burkina Faso, “met een nog droger klimaat dan Somalië”, op duizenden plaatsen aan wateropvang wordt gedaan met muurtjes, dammen en waterbekkens. Ze laten er ook hun dieren steeds vaker op stal, omdat je dan door vergisting van de mest energie kunt opwekken, om mee te koken en koffie en thee te zetten bijvoorbeeld. Traditioneel gebeurt dat met houtskool, wat leidt tot ontbossing en niet goed is voor het milieu. “In landen als Jemen en Somalië moet je heel diep graven om nog aan water te geraken”, zegt Bruno Verbist. “De ‘watertafel’ in sommige gebieden in Somalië ligt 120 meter diep, geloof ik. Als ze in Jemen niks doen, is er over twintig, dertig jaar geen druppel meer in de ondergrond. Maar die situatie is omkeerbaar. Als het politieke klimaat dat mogelijk maakt, tenminste.”