Vrijspraak ondanks bezit 250 gram cocaïne

Bewijslast nietig door gerechtelijke blunder

De correctionele rechtbank heeft een Surinamer (37) uit Deurne vrijgesproken voor drugsbezit, omdat de speurders van de federale gerechtelijke tijdens het onderzoek een ernstige blunder hebben gemaakt.

De speurders troffen tijdens een huiszoeking bij de verdachte 250 gram cocaïne en een tiental gram heroïne aan. De huiszoeking kaderde in het onderzoek naar een gewelddadige overval op een postkantoor in Deurne op 4 februari 2016. “De huiszoeking en de arrestatie gebeurden op basis van een vingerafdruk van mijn cliënt die in het postkantoor zou zijn gevonden”, zegt Koen Vaneecke, raadsman van de Surinamer. “Achteraf bleek die informatie fout. De vingerafdruk die werd aangetroffen, was helemaal niet van mijn cliënt. Hij zat dus zes maanden onterecht vast.” De verdachte ging vrijuit voor de gewapende overval, maar het parket wilde de man nog altijd veroordeeld zien voor de cocaïne die bij de huiszoeking werd aangetroffen. Meester Vaneecke argumenteerde echter dat die huiszoeking onwettig was, omdat ze was gebaseerd op valse informatie. Bijgevolg moest alle bewijsmateriaal dat voortkwam uit de onwettige huiszoeking als onbetrouwbaar worden beschouwd, vond Vaneecke. De correctionele rechtbank volgde de visie van de advocaat en sprak de verdachte vrij voor drugsbezit. Volgens de correctionele rechtbank voldeed het proces-verbaal van de speurders niet aan de vereisten van een “integer en waarachtig proces-verbaal”, waardoor “de rechten van de verdediging werden geschonden”. Hoe het mogelijk is dat de naam van de verdachte ten onrechte aan een verkeerde vingerafdruk werd gekoppeld, is nooit opgehelderd.