Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Een hoop ideeën voor een beter Antwerpen
Boek ‘Onze stad’ levert inspiratie voor oplossingen van de grootste problemen
Een boek vol inspiratie voor het Antwerpen van de toekomst. Dat is de ambitie van Onze stad, een nieuw boek dat vanaf vandaag voor debat moet zorgen. Uw krant doet als eerste een greep uit de trommel met ideeën. “We zijn vertrokken van de grote noden van de stad”, zeggen de sociologen Danielle Dierckx (Universiteit Antwerpen) en Marc Swyngedouw (KU Leuven). “In veertien thematische hoofdstukken brengen deskundigen uit verschillende disciplines telkens het probleem in kaart en beschrijven ze inspirerende oplossingen. Die leveren heel veel stof voor een publiek debat en hopelijk ook voor een positief toekomstproject.” Het resultaat is een boek dat vanaf vandaag in de handel verkrijgbaar is en dat u ook gratis kunt downloaden.
EEN STAD VOL RUWE DIAMANTEN Wat is het probleem?
Op sociaal vlak vertoont Antwerpen werkelijk hallucinante cijfers. De laatste vijf jaar zijn er 10.000 kinderen geboren in armoede. In het lager onderwijs haalt een aanzienlijk deel van de leerlingen de normen voor lezen, schrijven en rekenen niet. In het secundair onderwijs hebben in tien jaar tijd 14.000 jongeren de school verlaten zonder een diploma. Dat zijn evenveel inwoners als die van het stadsdeel tussen de Turnhoutsebaan en de Plantin en Moretuslei tot aan de Provinciestraat. Er zijn wijken waar 70% van de jongeren ongekwalificeerd is. De werkloosheid is twee keer zo groot als het Vlaamse gemiddelde. Antwerpen telt 35.000 werklozen. Ook dat probleem treft vooral jongeren, waarvan er zelfs 7.000 helemaal van de radar zijn verdwenen. Die dwalen als een verloren groep door de stad.
Wat kan er worden gedaan?
Antwerpen is een stad met heel veel jongeren, een stad die niet veroudert en een grote aantrekkingskracht heeft. Het is ook een zeer diverse stad met mensen ensen die wortels hebben in 175 landen, maar waarvan 80% de Belgische nationaliteit bezit. Als je erin slaagt om die mensen te mobiliseren, dan werk je in de eeuww van de verstedelijking aan de stad ad van de toekomst. Op dit moment laten wee veel te veel ruwe diamanten liggen. gen. Terwijl het wel degelijk mogelijk elijk blijkt om de ongekwalificeerde rde uitstroom uit het onderwijsjs om te draaien. Dat bewijzen de voorbeelden van New York, Londen en en Toronto. In die laatste stad werd eerst met de scholen van alle netten etten een globaal plan met heldere doelstellingen gemaakt. Door allerlei erlei projecten, coaches en beurzen n voor de leerlingen moet het in de evaluatie van de scholen elk jaar beterter gaan. En blijkt een school na jarenen niet te voldoen? Dan beginnen ze e met een nieuwe school in hetzelfde elfde gebouw.
Ook in ons land is inspiratie piratie te vinden. In Leuven worden n duizend kinderen begeleid in eenn buddysysteem. In Antwerpen zijn er soortgelijke projecten in het secundair onderwijs, maar voor de lagere scholen is er niets. Voor zulke investeringen in de toekomst is geld nodig, al kosten de buddy’s in Leuven niet veel. Bovendien is het een kwestie van keuzes maken. Nu investeert de stad Antwerpen 1 miljoen euro in het project van de Children’s Zone, dat nochtans in Rotterdam nauwelijks zoden aan de dijk heeft gezet. Er moeten ook doelgerichte investeringen in kinderopvang komen. Onderzoek heeft bewezen dat kinderopvang een zeer positieve impact heeft op de ontwikkeling. Je wil geen achterstand creëren vanaf de geboorte. Maar in Antwerpen blijft het tekort aan opvang vooral in de zwakste wijken bestaan – Antwerpen-Noord, Borgerhout, Merksem, Hoboken, Kiel – terwijl het daar het meeste nodig is. In Oostende en Genk lopen succesvolle programma’s waarbij laagopgeleide Marokkaanse moeders in crèches worden ingezet. Dat is ook een goed idee voor Antwerpen.
BETAALBAAR WONEN VOOR IEDEREEN, KAN DAT? Wat is het probleem?
De Antwerpse bevolking groeit zo snel dat er tegen 2030 maar liefst 30.000 nieuwe woningen nodig zijn. Bovendien drijft die groei de prijzen omhoog, waardoor er een groot tekort is aan betaalbare woningen en er een zwart circuit bestaat waarin huisjesmelkers floreren.
Wat kan er worden gedaan?
Er moeten meer sociale woningen bijkomen. Daarnaast wordt er in Antwerpen nu al voorzichtig geëxperimenteerd met co-housing, het systeem waarbij verscheidene ge- zinnen een deel van de woonruimte delen. In een stad met 40% eenpersoonsgezinnen moet je het beleid daarop afstemmen. Dat geldt trouwens niet alleen voor het woonbeleid. Je hebt bijvoorbeeld ook specifieke maatregelen nodig om alleenstaande vrouwen met kinderen te ondersteunen. Om iedereen te helpen aan een leefbare en betaalbare woning met voldoende groen en alle nodige faciliteiten in de buurt, moet je ook buiten de stadsgrenzen kijken en samen met omliggende gemeenten werken aan een stadsregionale aanpak. Bovendien moet de overheid ervoor zorgen dat de schaarste aan betaalbare woningen er niet toe leidt dat de zwakkeren in handen vallen van huisjesmelkers of uit de stad worden weggejaagd. New York heeft daarvoor sinds kort het Mandatory Inclusionary Housing Program, dat voor elke nieuwe projectontwikkeling de stad verplicht om ook goedkopere woningen op te nemen. Enkele Europese steden zoals Stockholm, Boedapest, Wenen en Bologna werken met vergelijkbare methodes. Of de overheid daarbij moet streven naar een sociale mix verschilt van wijk tot wijk. In een stadsdeel zoals Antwerpen-Noord zijn er dringendere prioriteiten, zoals het verdringen van de huisjesmelkerij en het bevorderen van een gezonde huurmarkt. Dat vergt een gespecialiseerde aanpak. Uit onderzoek is gebleken dat de stress die wordt veroorzaakt door de woonomgeving verschilt van buurt tot buurt. In Antwerpen is die het grootst in Noord, op Linkeroever en Luchtbal. Daar moet je als stadsbestuur op inspelen met de stadsontwikkeling en een specifieke aanpak. Over het algemeen is een betere sociale mix wel nodig, want Antwerpen en andere Belgische steden behoren tot de meest gesegregeerde van Europa. Maar je moet wel weten wat je doet. In Amsterdam is een project voor nieuwe sociale koopwoningen in de Bijlmermeer totaal mislukt omdat niemand er wilde
gaan wonen.
IDEEËN VOOR EEN DUURZAME METROPOOL Wat is het probleem?
Volgens de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, red.) bedraagt de economische kost van de vervuiling in België 17,7 miljard euro per jaar. Steden verbruiken 75% van de totale hoeveelheid energie en ze produceren 75% van de broeikasgassen. Antwerpen scoort slecht, ook al doet de stad inspanningen.
Wat kan er worden gedaan?
Er moet meer werk worden gemaakt van de circulaire economie, waarin materialen aan het einde van de cyclus worden omgezet in bruikbare stoffen. Een sprekend voorbeeld voor Antwerpen is de haven. Die komt altijd in het vizier als het over mobiliteit gaat, maar te weinig op het gebied van energie. Als je de warmte opvangt die de haven produceert, dan kun je daarmee 1 miljoen woningen verwarmen. Maar dan moeten de stad en het Havenbedrijf bereid zijn om de schotten tussen de bedrijven en de bestuursniveaus te overbruggen en de regie te voeren. Een ander mooi voorstel in ons boek is om voor de oprichting van coöperatieven te beleggen in duurzaamheid. Antwerpen loopt achter, slechts 46% van de woningen is energiezuinig. Maar energiebesparende maatregelen zoals renovaties van woningen kosten geld, terwijl de rente op spaargeld nu nauwelijks iets oplevert. Dat geld zouden de Antwerpenaars kunnen beleggen in coöperatieven die in- vesteren in energiebesparende projecten of in een zonnepark in de haven.
STAD EN INWONERS ALS VOLWAARDIGE PARTNERS Wat is het probleem?
Antwerpen wordt gekenmerkt door een grote dynamiek en veel ondernemerschap bij de bewoners, maar daar wordt te weinig mee gedaan. Ook op dat vlak kan en moet het stadsbestuur meer de rol van regisseur opnemen. Een goede regisseur haalt het beste uit zijn spelers.
Wat kan er worden gedaan?
Dit boek heet niet voor niets Onze stad. De rode draad is dat we samen aan die stad moeten werken. Vertrouwen is het sleutelwoord. Vertrouwen in bewoners die hun kennis, creativiteit en engagement in dienst willen stellen van de gemeenschap. Die bewoners moeten worden beschouwd als volwaardige partners. In het boek beschrijft Manu Claeys van de burgerbeweging stRaten-generaal, die deze week nog in het nieuws was met het akkoord over Oosterweel, interessante voorbeelden van burgerparticipatie. Zoals een baanbrekend programma in de Amerikaanse stad Minneapolis, waar de inwoners in overleg met de stad en de staat Minnesota prioriteiten bepalen, budgetten toekennen en de uitvoering bewaken in 81 wijken. De overheid kent daarvoor elk jaar 15 miljoen euro toe. En zo beschrijft Onze stad nog veel meer mogelijke hefbomen waardoor Antwerpen nog meer “een stad van stijgers” kan zijn. Ook op andere domeinen zoals mobiliteit, arbeidsmarkt, gezondheidszorg, vergrijzing en cultuur. Ondanks de problemen is het een stad waar het goed is om te leven. Maar de zwakkeren vallen te vaak uit de boot, het beleid wordt te veel afgestemd op de happy few. Dat kan beter. Dit boek gaat over p politiek, want het bevat voorstellen voorv een progressief beleid. Maar het is geen partijpolitiek. We zou zouden met veel plezier zien dat het huidigeh stadsbestuur erop ingaat. M Maar de keuze om het sociaal be beleid te commercialiseren, vinden wij gevaarlijk. Ook al omdat h het een motie van wantrouwen is tegente het sterke middenveld, waar heel veel ervaring en expertise aanwezig is. Wie kan zo garand garanderen dat er straks nog wel een go goed gecoördineerd sociaal beleid is?is
DANIELLE DIERCKX Sociologe UA “Als je de warmte van de haven opvangt, dan kun je daarmee 1 miljoen woningen verwarmen.’’ MARC SWYNGEDOUW Socioloog KU Leuven ‘‘Er zijn wijken waar 70% van de jongeren ongekwalificeerd is.’’