Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Antwerpse studenten geconfronteerd met getuigenissen 22 maart
Op elke studieplaats in de Antwerpse Universiteitsbibliotheek komt morgen een A4'tje te liggen met getuigenissen van studenten die tijdens de aanslagen op de luchthaven waren. “We wilden een ingetogen bezinningsmoment organiseren”, zegt Mohamed Lamkoref van studentenvereniging Mahara.
“Papa?” “Ja Sarah, wat is er?” “Er zijn hier bommen ontploft.” “Wat? Wat zeg je? Sarah… Bommen?”
“Ja, ik denk dat het een aanslag is papa. Ik ben er zelfs vrij zeker van. Sorry voor alles wat ik ooit heb misdaan. Echt, sorry, ik zie u graag!”
“Ik zie je ook graag schatje.”
Dat was het telefoongesprek dat studente Sarah (22) vorig jaar op 22 maart met haar vader voerde. Ze zou met een vriendin naar New York vliegen die dag, tot de tijd die ochtend even stil stond. Na de ontploffingen renden Sarah en haar vriendin weg, niet wetend wat er precies aan de hand was. Ze vluchtten eerst de toiletten in en dan naar buiten, door de vertrekhal die ondertussen helemaal vernield was.
Het telefoongesprek maakt deel uit van een tekst die Sarah schreef op vraag van de islamitisch geïnspireerde studentenvereniging Mahara, die studenten wil confronteren met verhalen van stu- denten die de aanslagen overleefden.
“Alles leek zo banaal”
“Na de aanslagen leek alles zo banaal”, zegt Sarah. “Waarom maakte ik me toch zo druk om papers, presentaties en deadlines? Het klinkt heel cliché, maar dat is toch niet de boodschap van het leven.”
Een tweede getuigenis is van student logistiek management Marwan Ejnayah (22), een jobstudent die als beveiligingsmedewerker op Zaventem werkt. Ook hij moest rennen voor zijn leven toen hij de ontploffingen door zijn lijf voelde daveren.
Marwan Ejnayah sliep de nacht na de aanslagen bij zijn moeder in bed. “Ik kon niet alleen zijn.” Hij bleef een maand weg van zijn studentenjob omdat het te moeilijk was om terug te gaan naar Zaventem. Daarna begon hij er toch weer te werken, omdat hij zijn leven niet wilde laten beïnvloeden door angst. “Het was voor mij pijnlijk dat ik zelf een slachtoffer was van de aanslagen, maar dat ik me als moslim ook moest verdedigen tegen de ‘moslimterreur’”, vertelt Marwan. “Ik moest me meteen distantiëren van drie bloeddorstige terroristen die geloven dat ze het paradijs verdienen door onschuldige vrouwen, kinderen en mannen de dood in te jagen. Voor mij zijn dat geen moslims. Ik voelde me na 22 maart meer Belg dan ooit. Dit was
mijn land waar de terroristen hadden toegeslagen. Een luchthaven is een symbool van de multiculturele samenleving en juist daar hadden ze hun bommen laten ontploffen.”
Relativeringsvermogen
Mohamed Lamkoref en Esma Uçan van Mahara kenden Marwan en Sarah persoonlijk en vroegen hen of ze het zagen zitten om een tekst te schrijven over de dag van de aanslagen. “Ze wilden het allebei graag doen”, zegt Esma Uçan. “Nu zitten er in de bibliotheek veel studenten aan hun thesis te werken. Misschien kunnen de teksten hun relativeringsvermogen aanwakkeren, of extra motivatie geven om alles uit het leven te halen wat erin zit.”
Mohamed heeft na de aanslagen een verharding van de samenleving gevoeld, vooral politiek, maar tegelijkertijd ook toenadering. “Doordat iedereen slachtoffer was, zijn mensen uit alle religies dichter bij elkaar komen te staan. Het is die boodschap die we willen uitdragen.”
MARWAN EJNAYAH
Student logistiek management
“Ik voelde me na 22 maart meer Belg dan ooit. Dit was mijn land waar de terroristen hadden toegeslagen.”