Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Meesterdief van Van Gogh-werken bekent na vijftien jaar
Vijftien jaar lang hebben ze in het Amsterdamse Van Goghmuseum gedroomd dat de kunstroof ooit opgehelderd zou worden. Nu is het zover. Vandaag komen twee werken ter waarde van 30 miljoen euro terug naar de plaats waar ze in 2002 gestolen werden. Teruggevonden bij de Italiaanse maffia. Het sein voor meesterdief Octave Durham (44) om voor het eerst publiekelijk uit de biecht te klappen. “Op vier minuten was het gefikst. Alleen jammer dat ik tijdens het vluchten mijn muts verloor.”
“Bedrijfsongevallen”, noemt Octave Durham de oorzaak van de littekens op zijn handen. Fysieke bewijzen van een leven lang als inbreker. Zo is zijn linker middelvinger verbrijzeld nadat er een bankkluis op gevallen was. En blijkt de diepe snee in zijn rechterhand van toen hij bleef haperen achter een hek, op de vlucht voor de politie. Over sommige littekens kan hij niets kwijt, “want die misdrijven zijn nog niet verjaard”.
‘Okkie’ Durham kon enige trots niet verhullen tijdens een interview met De Tele
graaf. Hij bekende afgelopen weekend publiekelijk wat in het wereldje al een tijdje rondging: dat hij achter de beruchte roof zit van twee topwerken van Vincent van Gogh. In ware Ocean’s Eleven- stijl gestolen uit het Amsterdamse museum in december 2002. Het ging om Zeezicht op Scheveningen en
Hervormde Kerk te Nuenen. In amper vier minuten gestolen, goed voor een buit van 30 miljoen euro, én voor een plaatsje in de
FBI-top tien van meest spraakmakende kunstroven wereldwijd.
“Ik snak naar rust”
Vandaag, bijna vijftien jaar later, worden de werken opnieuw aan het publiek getoond. En dus was het hoog tijd voor een publieke bekentenis, dacht Durham. “Ja, ik was het”, gaf hij afgelopen weekend voor het eerst toe. Omdat ‘Okkie’, beweert hij toch, helemaal klaar is met de misdaad. “Ik ben er te oud voor geworden. Ik snak naar rust, naar een job, naar een rol als vader.”
Hij deed het jarenlang voor het geld, zegt hij. “En dus was ik in 2002 op zoek naar een nieuwe klus. Schilderijen zijn goed materiaal om te ruilen in het criminele circuit. Dus ik stond op en dacht: kom, we gaan eens lekker wat Van Gogh-schilderijen stelen.”
Het initiële plan: Van Goghs échte meesterwerken buitmaken, De Aardappeleters en Zonnebloemen. Dat mislukte omdat die extra beveiligd zijn. Durham zocht contact met potentiële kopers – topfiguren uit de Amsterdamse onderwereld uit de kliek van de bekende crimineel Willem Holleeder – en sloeg toe, samen met kompaan Henk Bieslijn. “Cruciaal is de voorbereiding”, vertelt Durham. “We hebben bewust gewacht tot er bouwvakkers aan het werk waren. Die weten niks van beveiliging en maken fouten. Bouwvakkers aan het werk impliceert ook lawaai, en dan kijken mensen niet op van enkele harde klappen. We droegen zwarte lederen jassen – ter bescherming tegen snijwonden – bivakmutsen en een petje. En zoals altijd trokken we extra lagen aan. Als we dan herkend werden op camerabeelden, zou het lijken alsof we veel dikker zijn. Werkt altijd.”
De diefstal oogt op papier pakken eenvoudiger dan het er in werkelijkheid aan toe ging. “Eerst klommen we met de hulp van een derde handlanger over het hek, dan ging het met een ladder richting het dak. Daar sloegen we de ruit in met zware hamers. Eenmaal binnen wrikten we met een breekijzer de schilderijen los en stopten ze in een tas. Tot slot ging het met een touw vol knopen langs de andere kant van het dak naar beneden”
Muts verloren
Durham maakte twee fouten: hij raakte zijn zwarte muts van Nike kwijt én er bleek een stukje van een van de schilderijen afgebroken. “Dat heb ik thuis doorgespoeld in het toilet, om bewijs te vernietigen.”
De schilderijen slijten bleek moeilijker dan gedacht. Twee potentiële kopers, Heineken-ontvoerder Cor Van Hout en Sam Klepper, werden geliquideerd net voor de verkoop moest doorgaan. Uiteindelijk belandden de schilderijen, “in ruil voor een flinke tas geld”, in handen van een Italiaanse maffiabaas.
Een inval vorig jaar bij die Camorrabaas in Napels maakte een einde aan het mysterie. En Durham? Die heeft er intussen, ondanks zijn jarenlange ontkennen, een gevangenisstraf van vier jaar op zitten. Genekt door het DNA-spoor dat werd gevonden op zijn achtergebleven muts.