Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Sagan moet niet zeuren
Plots viel hij uit zijn rol. Al een jaar of twee mochten we bij Peter Sagan altijd dezelfde positieve adjectieven uit de kast halen. Peter de Grote. Peter de Vrolijke. Zelfs in de nederlaag was de Slovaak altijd zijn ongedwongen, nonchalante zelf. Alsof hij niet kwaad te krijgen was. Peter de Sympathieke. Altijd en overal. Niet dus.
Het was op de zoveelste sensationele overwinning van Van Avermaet na hét grote nieuws in Wevelgem. Sagan is boos. En niet zo’n beetje ook. Sinds gisteren weten we dat er in dat komische Engelse accentje van hem ook veel venijn kan schuilgaan. Zo kwaad was hij dat enkelen van zijn medevluchters in de finale het vertikten om hun deel van het werk te doen. Dat dit geen sport meer is, foeterde hij. En dat die anderen niet rijden om zelf te winnen, maar wel om hem te doen verliezen. De scheldwoorden die hij er ongetwijfeld bij dacht, kon hij nog net inslikken.
Ach Sagan. Het is niet dat we zijn frustratie totaal niet begrijpen. Hijzelf koerst altijd zonder dubbele agenda. Ook al biedt dat lang niet altijd een garantie op succes. Zijn vele tweede plaatsen zijn er het beste bewijs van. En, toegegeven, ook dan bleef Sagan zijn ouderwetse rechttoerechtaanstijl altijd trouw. Een houding die hem siert.
Maar gisteren had Peter Sagan ongelijk. Wat had de tweevoudige wereldkampioen gedacht? Dat Terpstra en Kragh Andersen rustig rondjes met hem zouden draaien? Dat ze er alles aan zouden doen om met zijn vijven vooruit te blijven? Om dan vervolgens aan de finish evengoed geklopt te worden door de veel snellere wereldkampioen? Mocht Sagan deze krant lezen, hij had het kunnen weten. Tom Boonen, niet toevallig zelf een gewezen wereldkampioen en veelvuldig topfavoriet in de klassiekers, had hem gewaarschuwd. Eén tegen allen zou het worden dit voorjaar. Omdat dat nu eenmaal het lot is van wie zich al twee jaar lang oppermachtig toont. En helemaal na de jongste weken. De verzamelde concurrentie is niet vergeten hoe Sagan op de Poggio hen tot ordinaire meelopers degradeerde. Of hoe hij in de Tirreno Jan en alleman uit het wiel spurtte. Je moet als tegenstander wel heel naïef zijn om met deze Sagan klakkeloos naar de finish te rijden. Wielrennen is nu eenmaal een tactische sport, waarin iedereen strijdt met de wapens die hij heeft. Soms zijn dat de benen, soms is dat een rondje speculeren en gokken al kan je dan ook zelf op je gezicht gaan. Zoals Terpstra gisteren. Daar moet je niet over zeuren.