Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Voetpadrijders gaan er vanaf nu uit
Hallucinante toestanden in Driedaagse
Een wonder dat er gisteren in de Driedaagse De PanneKoksijde geen toeschouwer in het ziekenhuis belandde. Als gekken raasden de renners over alle mogelijke voet en fietspaden. Verboden, maar de UCIwedstrijdvoorzitter sloeg hulpeloos de handen in de lucht. “Ik kan ze er toch niet allemaal uitgooien?” ’s Avonds laat besliste hij toch nog om vijftien renners, onder wie Philippe Gilbert, 200 Zwitsterse frank (185
euro) boete op te leggen.
Op de vooravond van de Omloop Het Nieuwsblad wezen de commissarissen er hard op dat veiligheid een zaak van iedereen is. Inclusief
de renners. Wie op het fiets- pad zou rijden, zou onverbiddelijk uit koers worden gegooid. Tot zover het dreigement.
Gisteren kregen we opnieuw hallucinante toestanden. Toeschouwers die achter hen renners zagen passeren, een hond die bijna de staart werd afgereden, een steward die op een verkeerseiland stond en zo goed als van de sokken werd gereden.
“We kunnen niet veel doen”, gaf de Franse UCI-wedstrijdpresident Joël Alies toe. “Er gingen te veel renners in de fout. We kunnen ze er toch niet allemaal uitgooien? Er gaat morgen
(vandaag, red.) een communiqué uit naar de ploegleiders waarin we duidelijk stellen dat alle voetpadrijders worden uitgesloten. En die vertrekt ook naar de hoofdzetel van de Internationale Wielerunie (UCI). Maar je moet ook alles afwegen. Wat is beter? Sommige zaken tolereren of bijvoorbeeld een massale valpartij riskeren op een van de vele rotondes die veel te smal waren?”
Orica-Scott-ploegleider Laurenzo Lapage zegt dat hij dat altijd aanhaalt tijdens de ploegmeeting. “Het is té gevaarlijk voor renners en publiek, maar als een renner op de limiet rijdt, denkt hij er anders over. Er moet gewoon een mentaliteitswijziging komen.”
Volgens ex-topcoureur en ploegleider Walter Planckaert is het heel simpel. “Zolang de commissarissen alleen maar dreigen, gaat dat spelletje blijven duren. Ik denk dat de jury gewoon bang is om een coureur met naam uit de koers te gooien.”