Alles op Benoot

Na magere prestaties van voorbije week heeft LottoSoudal nog slechts één keuze

H

et loopt niet lekker bij LottoSoudal. En zelfs dat is een understatement. Gallopin, Debusschere, Roelandts: om uiteenlopende redenen lukte het de voorbije week maar niet in de Vlaamse klassiekers. En dus rest de ploeg weinig anders dan straks voluit de kaart te trekken van de enige overgebleven kopman: Tiesj Benoot. Maar zoveel druk, op een jongen van 23 die nog nooit een wedstrijd gewonnen heeft, is dat wel verstandig? “Ach, kopman, dat is ook maar een stempel die je krijgt”, relativeert Benoot zelf.

Soms zegt een beeld meer dan tien interviews. De voorbije jaren liet Lotto-Soudal tenminste ook nog Roelandts of Debusschere aanschuiven voor de traditionele persconferentie richting Ronde van Vlaanderen. Gisteren zat alleen Tiesj Benoot aan het tafeltje vooraan in de zaal. Een gevolg van de mindere prestaties? Sportdirecteur Herman Frison draaide er niet omheen. “Ik kan niet ontkennen dat het de laatste dagen niet echt plezant was in de auto”, klonk het. Twee zevende plaatsen – voor Debusschere in Gent - Wevelgem en voor Benoot in Dwars door Vlaanderen –, het is niet wat de ploegleiding in gedachten had ruim een week geleden. En dat heeft de hiërarchie in de ploeg duidelijk aangescherpt. Was voor het seizoen al helder dat Benoot hét speerpunt zou worden in de Ronde van Vlaanderen, dan bestaat daar vandaag helemaal geen twijfel meer over. De setting op de persconferentie toonde dat duidelijk aan en Frison zei het ook openlijk: “Er is inderdaad geen twijfel mogelijk. Tiesj is straks onze uitgesproken kopman.”

Top vijf is al mooi

Maar hoe realistisch is dat? Benoot mag dan aan zijn derde profjaar toe zijn, hij is nog altijd maar 23. Bij LottoSoudal deden ze gisteren hun best om het gewicht op zijn schouders vooral niet te groot te maken. Met quotes als: “Druk is een slechte raadgever”, “Van ons zal Tiesj zeker geen druk voelen” en “Ook andere jongens binnen de ploeg zullen hun kans mogen grijpen.” Zelfs zijn jonge leeftijd vond Frison geen argument. “Ach, twee jaar geleden, op zijn 21e werd hij al vijfde. Wat is het verschil?”

Het verschil is dat het vandaag al haast van moeten is. Twee jaar geleden kon Benoot als piepjonge underdog nog vanuit de schaduw opereren, vandaag kijken ploeg en publiek voluit in zijn richting om het Vlaamse voorjaar van Lotto-Soudal te redden. En of hij die rol al aankan? Hijzelf haalde er gisteren, in zijn gekende nuchtere stijl, de schouders bij op. “Natuurlijk voel je altijd wel een beetje druk”, sprak hij. “Maar al sinds mijn eerste profjaar is de Ronde voor mij een hoofddoel. Ook toen had ik al een vrije rol. Kopman is ook maar een stempel die je krijgt. Trouwens: als Gallopin er na zijn val in de E3 deze week door komt, verwacht ik ook hem in de finale. En sowieso is het niet zoals bij Cancellara in het verleden, waarbij de hele ploeg in zijn dienst reed om hem in de finale af te zetten. Wij zullen als ploeg moeten aanvallen. En misschien dat ik dan het langst van allemaal mag wachten, maar ook ik zal moeten anticiperen. Als ik wacht tot Sagan en Van Avermaet hun duivels ontbinden, is het voor mij ook te laat.”

Die troost heeft Benoot wel. “Sagan, Van Avermaet en Gilbert steken er momenteel bovenuit.” Dat zegt hijzelf. Dat zegt ook Frison. Niemand verwacht dat hij zondag zal winnen. “Als ik dicht tegen de top vijf aanleun, is dat al zeer mooi”, schatte hij zelf zijn kansen in. En met die druk kan hij wel leven. Omdat hij, zo besloot hij overtuigd, de vorm heeft om de finale te rijden. “Door mijn lekke band in de E3 Harelbeke heb ik dat alleen nog niet in een topresultaat kunnen omzetten. Maar ik weet gewoon dat ik op niveau ben. De conditie is goed, geen twijfel mogelijk. Ik ben klaar voor zondag.”

WIM VOS