Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Podium? Niet onmogelijk”
Sep Vanmarcke leeft op hoop na val in Strade Bianche en ziekte in Dwars door Vlaanderen
Na veel kommer en kwel leeft Sep Vanmarcke op hoop. Hij heeft deze week hard en goed getraind: twee keer meer dan vijf uur, zonder problemen aan de ribben of de maag. Verwacht toch maar dat Vanmarcke er vanaf zondag gewoon weer staat. “Het podium? Dat is niet onmogelijk.”
Een onnozele val over een olievlek in Strade Bianche heeft Sep Vanmarcke helemaal uit koers geslagen voor het voorjaar: ziek geworden in Dwars door Vlaanderen, kotsmisselijk in E3 Harelbeke, niet gestart in GentWevelgem. “Die drie wedstrijden waren natuurlijk een doel”, zegt Vanmarcke. “Die zijn weg, verloren. Daar ben ik heel ontgoocheld over.”
Wat de problemen aan de maag heeft veroorzaakt – “Twintig (!) keer overgegeven in Harelbeke” – is nog altijd niet duidelijk. “Ofwel is mijn maag gekanteld bij die val, ofwel ligt het aan een verhoogd aantal eosinefielen (soort van witte bloedlichaampjes, red.) in mijn bloed”, aldus Vanmarcke. Aan zijn rechterzijde was ploegmaat Sebastian Langeveld meteen danig onder de indruk. “Nou, eosinefielen. Je schudt het hier zomaar uit je mouw, Sep.”
De gekantelde maag is behandeld door een osteopaat, vanwege de bewuste verhoogde eosinofielen is ook een behandeling met antibiotica gestart. Met resultaat, want Vanmarcke kon deze week goed trainen.
“Dinsdag vijf uur lang, maar toen voelde ik dat ik nog energie te kort kwam. Vandaag heb ik na de verkenning ook nog bijgetraind, 200 kilometer in totaal. Dat ging al veel beter. Ik heb het maximale uit deze trainingsweek gehaald.”
De positieve lichaamstaal van Vanmarcke leek bij momenten nochtans niet overeen te stemmen met zijn eerder verontrustende feitenrelaas van de voorbije week. “Nog altijd niet veel kunnen eten in het weekend.” “Een paar kilo verzwaard eerst en dan een paar kilo’s verloren.” “Nog altijd pijn aan de ribben als ik uit bed moet opstaan. Dan ben ik nog altijd een oud mannetje.”
Dat er toch optimisme bestaat voor zondag heeft een aantal redenen. “Je kan je niet ongerust blijven maken”, aldus Vanmarcke. “Op een bepaald moment is het op. Ik heb mijn weken van ontgoocheling en frustratie al gehad.”
Het lucht ook op dat hij sowieso geen torenhoge verwachtingen torst, iets wat Vanmarcke altijd wel belangrijk vindt. “Niemand zal me met de vinger wijzen als het niks wordt.”
Vertrouwen
Al wat concreter voelt Vanmarcke zich gerustgesteld door de wetenschap dat het met zijn conditie echt wel snor zit. “In E3 Harelbeke reed ik tot aan de Boigneberg (141 km,
red.) makkelijk mee. Ik viel ook voor de Taaienberg, maar kon daarna wel snel naar Van Avermaet en Gilbert rijden. Dat ik op de Kwaremont moest passen, had alleen met ziekte te maken, niet met conditie.”
Rechterhand Langeveld poneerde dat al wat sterker. “Sep valt in E3 op een klotemoment op zijn kloten. En drie minuten later zit hij in de kopgroep. Dan ben je sterk. Wij hebben vertrouwen in Sep als kopman.”
Officieel denkt Vanmarcke dat hij na alle calamiteiten in zijn voorbereiding beter presteert in Roubaix dan in de Ronde. Maar verwacht toch maar dat u hem ook zondag al vaak in beeld ziet. Op de vraag of hij rekening hield met een podium in Vlaanderen antwoordde Vanmarcke dit: “Het zou me verbazen, maar het is niet onmogelijk. Het is allemaal een vraagteken. Misschien eindig ik als tiende en ben ik blij, misschien word ik tweede en ben ik ontgoocheld. Sowieso zal ik mezelf weinig te verwijten hebben.”
Sep Vanmarcke “Niemand zal me met de vinger wijzen als het niks wordt.”