Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Tom, pak die vijfde kassei

-

“Over u ga ik nog veel schrijven”, zei ik. Waarop hij toen al op die zo typische manier antwoordde: “En wie ben jij misschien?” Ik vergeet het nooit meer. Het was zondag 3 juni 2001, en de voor de grote buitenwere­ld nog volstrekt onbekende Tom Boonen was vierde geworden in ParijsRoub­aix voor beloften.

Die dag liet ik mijn zoon voor het eerst de piste in Roubaix zien. Correspond­ent Freddy De Geest had me getipt dat er opnieuw een wreed boaske zat aan te komen. Tom den Beuker, noemden ze hem. Na de koers, gewonnen door Yaroslav Popovych, trokken we naar de stokoude douches. De auto van de Kortrijkse Groeninge Spurters stond er ook. Achter het stuur zat Gorik Gardeyn, naast hem Tom Boonen. Hij knabbelde op een sandwich en knikte goeie dag. Drie maanden later zag ik diezelfde beuker aan het werk op het Belgisch kampioensc­hap voor beloften in Tessenderl­o. Helemaal alleen boksend tegen verenigd België, met Nick Nuyens & co. Boonen viel aan, werd ingelopen, counterde... Hij leek onvermoeib­aar. Op één kilometer van het einde liep alles samen: massaspurt. Tom Boonen stak breed de handen in de lucht. Wat me meteen opviel: de Amerikaans­e sokjes die hij droeg. Het was ook de eerste keer dat ik vader André sprak. “Uw zoon is gene gewone”, zei ik hem. Hij lachte eens. Nog geen jaar later stond Tom al op het podium in Roubaix bij de profs – gene gewone, ik zei het toch. Het was toen dat Johan Museeuw, de winnaar die dag, het nieuwe godenkind vastpakte en zei: “Dit is mijn opvolger.” Bij zijn afscheid in de Scheldepri­js gaf de Leeuw ook nog zijn paternoste­r van Padre Pio, die hij altijd in zijn achterzak had, aan Boonen. Enkele jaren later, tijdens ons zoveelste interview, vroeg ik of hij die nog altijd bij zich had. “Ik weet echt niet meer waar die ligt”, antwoordde Boonen met een lachje. “Weet je: Johan is Johan en ik ben Tom.”

Clijsters van de koers

Ik had het geluk Tom te leren kennen nog voor hij overal een zwerm camera’s achter zich aan kreeg. Altijd was er die typische “hey”. Goede of minder goede dagen, altijd was hij even aanspreekb­aar. Een geweldige babbelaar ook, een spraakwate­rval zoals dat heet. Als de Kim Clijsters van het mannenwiel­rennen. En altijd gevat. Schaars

Tom Boonen ‘‘Hoe meer snelheid, hoe lastiger en dus beter voor een oude renner als ik.’’

zijn de topsporter­s die zo vlot hun gedachten in zinnen kunnen gieten. Wij journalist­en werkten toen nog met notitieblo­kjes, en als Tom sprak, betekende dat voor ons telkens weer een sprint om alle quotes neergepend te krijgen. Het gaf kramp in de vingers, leve de smartphone met spraakopna­me! En Boonen wist wat hij wilde. Als rebelse rookie had Tom zijn contract bij US Postal al na één jaar verbroken. Die derde plaats in Roubaix had hem doen inzien dat hij beter zou kunnen doorgroeie­n bij de ploeg van Patrick Lefevere, specialist ter zake. En dat bleek ook. Zijn carrière daarna is samen te vatten in drie grote delen: de opgang, de val en de wederopsta­nding. Met als hoogtepunt die megacomeba­ck van 2012, toen hij met de E3 Harelbeke, Gent - Wevelgem, de Ronde van Vlaanderen en zijn vierde Parijs - Roubaix een fantastisc­he vier op een rij neerzette. Nog straffer dan in zijn beste jonge jaren. Maar toch, wat mij betreft is dat niet Boonens mooiste overwinnin­g. Evenmin die geweldige wereldtite­l in Madrid 2005. Zijn allerstraf­ste zege is volgens mij de manier waarop hij dat dieptepunt in 2009 overwon. Door partydrugs genekt, moest Tom toen – zoals zovelen – het gevecht met zichzelf aangaan. En dat terwijl de hele wereld op zijn vingers keek. Het leek een roetsjbaan. Zelf was ik van mijn melk toen ik hoorde dat er cocaïne in het spel was. Het spookbeeld van Pantani doemde bij me op. Boonen was in die jaren opgejaagd wild. In het kleine Vlaanderen was er altijd wel iemand die klikte waar hij uithing en hoe hij snel hij gereden had. Het was een snelcursus volwassen worden. Een harde les ook: het zijn niet altijd vrienden die naar je lachen. Niets is lastiger dan in zo’n moeilijke periode jezelf te verslaan, maar Tom deed het toch maar mooi. Dankzij zijn familie die hem opving. En ook dankzij Patrick Lefevere, Yvan Vanmol, Wilfried Peeters en sponsor Frans De Cock. Maar vooral dankzij zijn eigen persoonlij­kheid.

Geen clichés

De ongedwonge­n Boonen was terug, micro of geen micro in de buurt. Tegenwoord­ig praten de topcoureur­s na een koers eerst even alles door met hun perswoordv­oerder. Daarna krijgen wij journalist­en dan tien keer het clichéverh­aaltje. Niet zo bij Boonen. Tien verschille­nde micro’s betekende tien keer op je hoede zijn, want elk moment kon er een typische Tom-quote uit de lucht dwarrelen. Even attent en welgezind als altijd. Zelfs te midden van het circus Boonen van de afgelopen weken reageerde Tom nog even ad rem als op die mooie zondag in juni 2001. Ik had meestal niet veel nodig om te weten hoe Tom zich voelde. Ik zag het gewoon in de koers, als hij vanuit het zadel koersend die typische boog in zijn rug had. Begin april vorig jaar was ik minder zeker, toen de hele wereld na die schedelbre­uk in Abu Dhabi in oktober 2015 twijfelde of Boonen wel klaar zou geraken voor Parijs- Roubaix. Na die persconfer­entie vroeg ik het hem op de man af. “Kijk eens diep in mijn ogen”, zei ik. Tom kneep hard in de handen en knikte bevestigen­d. Dat was voor mij voldoende om te weten dat hij keihard zou meespelen. Dat rotsvaste geloof in eigen kunnen, dát typeert Tom Boonen. En nu dus, Parijs- Roubaix. Toms allerlaats­te Parijs - Roubaix. Op deze mythische plaats waar het voor Tom allemaal begon, kan hij morgen zelf de mythe van Parijs-Roubaix worden. Als enige met vijf zeges bovenaan de zegestand prijken, zelfs boven Monsieur Paris-Roubaix Roger De Vlaeminck. Alleen moet Tom daarvoor nog één keer door die onvoorspel­bare Hel, het is nu eenmaal de weg die naar het Paradijs leidt. Dus daarom, Tom: ga eruit met een knal. Speel nog één keer alles of niets. Stap de legende in en pak die vijfde kassei. Dan is de cirkel helemaal rond.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium