Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Beste Tom,
Zo ver zijn we gekomen! Nog iets meer dan 250 professionele wedstrijdkilometers en je carrière zit erop. 55 kilometer kasseien liggen er zondag nog te wachten tussen Compiègne en Roubaix. Hoeveel van die porfieren ondingen zouden dat zijn? Eén miljoen, twee miljoen…? Wat maakt het uit? Daar waar je in 2002 voor het eerst internationaal van je deed spreken, zal je zondag ook afscheid nemen! Jij verdient de iconische wielerpiste van Roubaix als decor voor een feestje, de wielerpiste van Roubaix verdient jou als hoofdrolspeler, voor een laatste keer. Wat valt er nog te zeggen, Tom? Doorheen de afgelopen zestien seizoenen zijn alle superlatieven opgebruikt, alle vragen gesteld en alle antwoorden gegeven. Je bent (mede)recordhouder in meerdere voorjaarswedstrijden die wij zo koesteren, je won internationale en nationale truien, je droeg geel en groen in een Tour die je niet eens graag reed. Je was zoveel als atleet, Tom. Te veel om op te noemen. Net daarom wil ik van dit momentum gebruikmaken om je te fêteren voor wie je was naast de fiets. In eerste instantie voor ons, de journalisten. Ontelbaar zijn de briljante quotes die je ons aanleverde, in dat sappig Kempens waarin vele streekgenoten zichzelf herkenden. Geen afgelikt ABN, wat gezegd moest worden werd gezegd, op zijn Boonens, met de nodige toeters en bellen. Ik maakte je mee als Tourcolumnist voor Gazet van Antwerpen, ik mocht als eerste en enige ooit voor deze krant een dubbelgesprek met jou en Fabian afnemen, ver weg in Qatar. Mocht ik het nog niet hebben gezegd: bedankt voor deze unieke momenten. Je was, met voorsprong, de plezantste renner om te interviewen. Zelfs in nederlagen was je groots, het is weinigen gegeven.
Ook je fans heb je zelden in de steek gelaten. Weinig mensen beseffen hoe moeilijk het is om Tom Boonen te zijn. Van schoolmeisjes tot rijpere vrouwen, mannen met of zonder tanden, politici of puissant rijke CEO’s… Allemaal wilden ze wel iets van Tom Boonen. Zij die het verdienden, hebben het gekregen. Zij die het niet verdienden, heb je subtiel wandelen gestuurd. Geliefd worden is niet moeilijk, geliefd blijven daarentegen wel. Ook die ‘opdracht’ heb je met verve volbracht.
Ik wil je bij deze als rolmodel uitroepen voor hen die ooit carrière willen maken als topsporter. En hier wil ik je hele familie bij betrekken. Je moeder, je vader, je broer, al wie van veraf of dichtbij een aandeel had in je ontwikkeling als renner en mens. Je mocht opgroeien in een warm nest waarin weinig moest en veel mocht. De jonge Tom Boonen werd nergens toe gedwongen, je kreeg de kans om je eigen parcours uit te tekenen. Daar waar veel getalenteerde jongeren verstikt worden door hun entourage, kreeg jij de ideale mensen om je heen. Ze gaven je een ijzersterk hoofd, ze schonken je de gave van het relativeren, ze leerden je nederigheid en respect. Ze lieten je niet vallen toen de rest van de wereld dat wel dreigde te doen. Zonder hen had ook jij het niet gered, Tom. Het kan geen toeval zijn dat ook jij nu je eigen warm nest hebt gecreëerd: Lore, Jacqueline en Valentine… Tuurlijk zijn er misstappen geweest. Af en toe haalden ze de radar, even vaak vermoedelijk niet. Diegenen die de radar haalden, hebben je lang achtervolgd. Doet dat afbreuk aan de mens en de atleet die je bent? Neen, integendeel. Je hebt bewezen dat ook kampioenen slechts mensen van vlees en bloed zijn, dat ook kampioenen af en toe moeten ontsnappen aan de stress die een hoog verwachtingspatroon met zich meebrengt, dat een verkeerde weg ook nog naar de juiste eindbestemming kan leiden. Je hebt het allemaal overleefd en bent er sterker uit tevoorschijn gekomen. We hoeven je misstappen niet goed te keuren, we moeten ze wel proberen te begrijpen. En misschien heb je sommige verdwaalde jongeren wel geïnspireerd om opnieuw het juiste pad te bewandelen. Maar mag ik je vooral bedanken voor je liefde voor de wielersport, Tom. Ooit beweerde je dat je op je dertigste zou stoppen met koersen. Intussen ben je 36 jaar jong, de minst jonge renner van je ploeg, en koers je nog steeds met de gretigheid van een snotneus. Dat siert je. Fysieke tegenslagen waarbij anderen de handdoek zouden gooien, hebben jou nooit klein gekregen. Dat winnen in de nadagen van je carrière niet meer zo evident is, heb je er voor lief bijgenomen. Je bent nog altijd een grote meneer in het peloton, Tom. Gerespecteerd en zelfs geadoreerd door je collega’s, over de grenzen van je eigen ploeg heen. Grote kampioenen worden openlijk nooit afgevallen door collega’s, achter de coulissen vaak des te meer. Niet zo met Tom Boonen: ik heb over jou nog geen onvertogen woord horen spreken. Het peloton gaat je missen, Tom. Wat nog rest, zijn dus je geliefde kasseien tussen Compiègne en Roubaix. Ik gun je die vijfde zege en ik geloof er ook in. Fabian Cancellara, je grootste opponent, nam vorig jaar afscheid met olympisch goud, omdat hij het wilde, omdat hij nog één keer bereid was het onderste uit de kan te halen. Net dat heb ik ook de vorige maanden bij jou gezien: de wil om nog één keer te winnen, de bereidheid om nog één keer het onderste uit de kan te halen. Ik zal er zondag zijn, Tom, als toerist, zonder enige journalistieke verplichting. Je zal me vermoedelijk niet zien staan, aan het eind van ‘le Trouée d’Arenberg’, met wat vrienden, een glas wijn en de onwrikbare wil om jou naar de zege te schreeuwen. Je zal ons niet zien zitten, op die mythische piste in Roubaix waar we stiekem hopen dat je solo komt binnengereden, onder luid gejoel, om dan achteraf die vijfde kassei in de lucht te tillen. En zelfs al is het niet zo, en bereik je de piste in een eerste achtervolgende groep, of een tweede, of een derde… dan nog zullen we op de banken rechtstaan en welgemeend applaudisseren om je te bedanken voor zestien schitterende jaren. Tot in Werchter, Tom!