Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Als een vis in het water: stadsvijvers in het park
Pompen zorgen voor afvoer en houden waterpeil stabiel
Water in een stad, het is niet vanzelfsprekend. Daarom zorgen duizenden pompen dat de Antwerpse ondergrond kurkdroog blijft. Ze zuigen het water weg rond bouwputten, parkeergarages en tunnels. Maar ook het water in de stadsparken wordt zonder onderscheid vaak gulzig mee opgezogen
Antwerpen en water zijn twee handen op een buik. Alleen al de parken van onze stad tellen liefst twintig stadsvijvers. Die variëren weliswaar in omvang, van het binnenmeer in het Muisbroek dat 25 hectare groot kabbelt, tot de vijver in het Wilrijkse Valaarpark, met de allures van een stevige regenplas.
“Toch was de balans tussen water en stad vroeger veel meer in evenwicht”, vertelt Samuel Van de Vijver, de wateradviseur bij de dienst Stadsontwikkeling in Antwerpen. “Eeuwen geleden had je dokken, vesten, vlieten en ruien die als aders door de stad liepen. En later, eind 19de eeuw, werd een heuse fortengordel rond Antwerpen aangelegd, op de plaats waar nu de Ring is, met brede vestinggrachten. Recreatief was deze militaire infrastructuur een topbestemming. Antwerpenaars gingen er tijdens de zomermaanden verkoeling zoeken in het water of met bootjes varen, maar door het aanleggen van de Ring verdween dat water bijna allemaal. Alleen de Brilschans en de Mastvest werden gespaard.”
De eerste parkvijvers in de stad, zoals die in het Boekenberg- of Stadspark, waren louter esthetische ingrepen. Een vijver moest vooral mooi ogen, als een spiegel voor de struiken en bomen rondom. Van tunnels en parkeergarages in de buurt was nog geen sprake, de auto moest nog worden uitgevonden. Het grondwaterpeil in de stad, de diepte onder de grond waarop je water vindt, vormde dus geen probleem. Dat merk je ook aan de ondergrond van de oudere parkvijvers. Vaak was de bodem niet gemaakt van leem of klei, die het water vast- hielden of traag lieten wegvloeien.
“De komst van grote infrastructuurwerken veranderde echter alles. De Ring, bijvoorbeeld, die grotendeels in een sleuf ligt waar vroeger de fortgrachten liepen. Wel, om die Ring droog te houden, moest het grondwaterpeil omlaag. De pompen die geplaatst werden, klaarden die klus en doen dat nog steeds. Dag en nacht voeren ze het regen- en grondwater af naar de riolen. Maar Antwerpen heeft ook een netwerk van tramkokers ondergronds, autotunnels en parkeergarages. Deze onzichtbare constructies belemmeren vaak de grondwaterstroming, waardoor er pompen nodig zijn om het waterpeil laag te houden. En die pompen zijn een noodzaak. Zonder hen zou de Ring overstromen, zouden de kelders in de binnenstad onderlopen en de metrotrams vervangen
SAMUEL VAN DE VIJVER Wateradviseur dienst Stadsontwikkeling stad Antwerpen “In een stad die dichtbevolkt is, is duurzaam waterbeheer onontbeerlijk. Daarom gaan we in de nieuwe woonwijken natuurlijke waterbekkens aanleggen.”
moeten worden door boten”, weet Van de Vijver.
Opwarming van de aarde
“De vijvers in alle stadsparken vormen een natuurlijke buffer voor overvloedig regenwater. Dat water sijpelt weg in de grond of verdampt wanneer het droog is en zorgt in de zomermaanden voor extra bevloeiïng van al het parkgroen. Door de opwarming van de aarde verandert het klimaat. De periodes van droogte duren langer, er verdampt meer water en het grondwaterpeil geraakt niet meer aangevuld. Wat ook een gevolg heeft voor het waterniveau in de parkvijvers. En dat effect is voor iedereen merkbaar.”
Zorgenkind
Sinds de zomer van vorig jaar werden er in een aantal Antwerpse vijvers peillatten geplaatst. Die zie je uitsteken als een meetlat met cijfertjes en strepen boven het wateroppervlak. Maar wat vertellen die peillatten? Je kan er de waterstand van aflezen en het hoogteverschil met het waterpeil op het strand van Oostende bij laagwater. Dat lijkt op het eerste zicht zinloos, maar toch zijn de resultaten verrassend. Zo merk je dat de vijver in het Openluchtmuseum Middelheim liefst 13,16 meter boven de Noordzee uittorent, terwijl de vijver in het Stadspark amper 2,56 meter hoger golft. Een verschil van meer dan tien meter. Dat is deels verklaarbaar door de hoogteligging van de vijvers. Oostende ligt op zeeniveau en Antwerpen niet, plus het Stadspark is een lager stadsgebied dan het Middelheim.
Ook de omgeving van beide parken speelt mee. Park Middelheim is een groene long te midden van een groene stadsrand, en het Stadspark in het centrum is omringd door dichte bebouwing, veel verharding en grote werven in de buurt. Op de Frankrijklei bouwt men momenteel aan een nieuwe tramen autotunnel, in het kader van de werken aan de Noorderleien. De waterpompen daar draaien overuren en zuigen als een magneet het waterpeil van de vijver omlaag. Tot enkele maanden terug probeerde men dat te verhelpen door dagelijks 300.000 liter leidingwater aan de vijver toe te voegen. Vandaag wordt het weggepompte water gewoon terug opgepompt op de werf aan de Frankrijklei, vervolgens gezuiverd en via een netwerk van buizen die over de rijweg hangen op- nieuw in het Stadspark geloosd. De vijver in dat park is trouwens een zorgenkind op dat vlak. Van 2001 tot 2005 liep al het water er weg en werd op de bodem gewoon het gras gemaaid. De vissen die er zwommen, werden toen met spoed gevangen en verhuisd naar de Mastvest.
Vissen op de dool
In alle Antwerpse parkvijvers woont een rijke vispopulatie. Het water is er proper en karpers, baars, zeelt, snoek, blank- en rietvoorn en zelfs paling voelen zich er thuis. Naast deze inheemse soorten zwemmen er in de vijvers ook talloze buitenlandse gasten rond. Bezoekers of wandelaars durven er hun zwemmende huisdieren trouwens ook weleens te water laten.
Toch leiden de Antwerpse vijvervissen een min of meer onzeker bestaan. Vooral bij lange droogtes grijpen ze naar hun koffers en houden ze zich klaar om andere oorden op te zoeken. Wanneer het waterpeil zakt dienen ze, wegens zuurstof- en watergebrek, te verhuizen. Zo werden in 2015 met schepnet alle vijverbewoners van het Boekenbergpark opgevist en naar het Brilschanspark verhuisd. Om amper twee jaar later opnieuw te worden gevangen en naar een ander onderkomen te moeten reizen in de buurt van Mechelen. Het moet echter gezegd worden: geen enkele vis maakte ooit bezwaar. Een lage waterstand trekt immers reigers en visdieven aan, die ooit pronkten met Antwerpse parkkarpers van wel tien kilo.
Duurzaam waterbeheer
De gestage uitbreiding van onze stad zorgt ook voor nieuwe mogelijkheden op het vlak van waterbeheer. “Steden zullen dichter bebouwd worden. Dat is ook nodig om een groeiende bevolking op te vangen en tegelijk spaarzaam om te gaan met de weinige open ruimte die ons nog rest. In een stad die dichtbevolkt is, is duurzaam waterbeheer onontbeerlijk. Daarom gaan we in de nieuwe woonwijk van Nieuw Zuid en op de terreinen van Blue Gate heuse Wadi’s aanleggen. Dat zijn natuurlijke water- en infiltratiebekkens, die bij hevige stortbuien al het overtollige water verzamelen en dat geleidelijk laten insijpelen in de ondergrond. Bij plotse droogtes kan dat water dan dienen als reserve voor al het dorstige groen in de wijk”, besluit Van
de Vijver.