Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Pijn van mijn voeten tot achter mijn oren”

Piet Allegaert (22) zeventiend­e bij debuut

- BRAM VANDECAPEL­LE

Zeventiend­e in zijn eerste Parijs Roubaix. De 22jarige Piet Allegaert van Sport Vlaanderen­Baloise beleefde een droomdebuu­t in de Hel. Hij eindigde zelfs samen met Tom Boonen in de groep die sprintte voor plaats zes. “En zeggen dat ik twee jaar geleden na een val op dezelfde kasseien bijna nooit meer had kunnen koersen.”

Drie blaren heeft hij op zijn handen. Waarvan er eentje zondag nog tijdens de koers pijnlijk open spatte. Tel daarbij de brandende benen en een “pijnlijk gat”, en je weet dat Piet Allegaert gisteren geen vreugdekre­etjes kirde tijdens het losrijden na zijn eerste Parijs - Roubaix.

“Ik kon amper mijn stuur vasthouden. Meteen na de koers was het nog erger. Pijn aan de nek en rug, krampen in mijn benen, waardoor ik niet kon sprinten voor de zesde plaats. Ik had zelfs krampen in mijn armen. Nog nooit meegemaakt.”

Al een geluk dat hij bij zijn debuut niet won. Die kasseien trofee van 12 kilogram opheffen zou geen sinecure geweest zijn.

En zeggen dat de 22-jarige West-Vlaming aanvankeli­jk niet zou starten. Hij was bij Sport Vlaanderen-Baloise aangeduid als reserve, maar door het uitvallen van Capiot en Salomein en

dankzij zijn bergtrui in de Driedaagse De Panne-Koksijde mocht hij plots opdraven. “Ik kreeg dan ook nog een vrije rol. Allez, ik moest proberen meegaan in de vroege vlucht.”

De eerste twee uur van de snelste Parijs-Roubaix ooit werden afgelegd met een gemiddelde van 50,8 kilometer per uur. Razendsnel, als je weet dat de renners met halfplatte banden rijden om in de finale de schokken van de kasseien op te vangen.

“Het kostte mij al moeite om in het peloton te zitten. Aanvallen was geen optie”, zegt Allegaert. “En plots schoten we maar met veertig man meer over na het Bos van Wallers.”

Vandaar begon zijn overleving­stocht van 90 kilometer. “Kassei na kassei haakten er renners af. Toen ik op 25 kilometer achter mij keek, zag ik niemand meer. Ik kreeg het benauwd. Ik heb dan maar alles gegeven om in het spoor van Boonen te blijven.”

Museeuwke gedaan

De favorieten keken niet om naar Allegaert. Hij ook niet naar hen.

“Ik kende niemand. Er was ook geen tijd voor een praatje. Achteraf heeft Edward Theuns mij wel gefelicite­erd op Twitter. Het was trappen als een bezetene. De laatste 40 kilometer kreeg ik mijn ketting niet meer op de grote plateau, waarschijn­lijk door het stof. Ik moest dus op souplesse op mijn kleine versnellin­g rijden. De krampen in mijn benen zullen daar wel iets mee te maken hebben. Tijdens de sprint probeerde ik op mijn pedalen te staan, maar er ging een pijnscheut van mijn voeten tot achter mijn oren.”

Veel tijd om te herstellen heeft Allegaert niet, want morgen start de pupil van Walter Planckaert in de Brabantse Pijl. Een koers die hem moet liggen, denkt hij. Dat was Parijs-Roubaix niet, na twee vervelende ervaringen bij de wedstrijd voor beloften. Twee jaar geleden deed hij een Museeuwke.

“Ik viel zwaar op de kasseien. Er zat een gat in mijn knie. Ik reed uit en werd zelfs nog negentiend­e. Na afloop werd de wonde gehecht, maar ze was niet volledig proper gemaakt. Er zat nog smurrie in. Ik heb een week in het ziekenhuis gelegen met een geïnfectee­rde wonde. Er bestond toen een reële kans dat ik nooit meer zou kunnen koersen.”

Vorig jaar werd Allegaert zevende, maar kende hij weer pech. “Ik zat in de kopgroep van zeven die op de piste sprintte voor de zege. Maar toen wij aan onze tweede ronde begonnen, draaide ook het peloton de piste op. Die mannen reden in de weg en ik zat helemaal vast. Zevende dus.”

Papa fier gemaakt

Met zijn zeventiend­e plaats bij zijn eerste deelname bij de profs verbaast Allegaert vriend en tegenstand­er. Zo werd Greg Van Avermaet bij zijn eerste deelname pas 29ste.

“Goh, ik wil mij nu niet opwerpen als een toekomstig winnaar. Maar als ik nog wat kan versterken, zit een beter resultaat er zeker in. Maar ik ga niet zweven. Ik heb gisteren zeker tien keer naar de uitslag gekeken. Je moet eens zien welke renners allemaal in mijn groepje zaten: Boonen, Greipel, Démare, Degenkolb. En dan Pietje Allegaert daartussen. Zondagocht­end voor de koers zei mijn pa nog dat hij al heel fier zou zijn als ik Parijs-Roubaix in mijn leven één keer kon uitrijden. Ik denk dat hij fier is. Daar heb ik drie blaren voor over.”

Piet Allegaert “Ik heb zeker tien keer naar de uitslag gekeken. Alleen die namen al: Boonen, Greipel, Démare, Degenkolb. En dan Pietje Allegaert daartussen.”

 ??  ??
 ?? FOTO EPA ?? Piet Allegaert, getekend door een dag dokkeren over de kasseien.
FOTO EPA Piet Allegaert, getekend door een dag dokkeren over de kasseien.
 ?? FOTO MARC HERREMANS ?? De blaren op de handen van Piet Allegaert.
FOTO MARC HERREMANS De blaren op de handen van Piet Allegaert.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium