Geloven kost 415 miljoen aan belastingbetaler

Gwendolyn Rutten (Open Vld) wil dat religies zelf opdraaien voor financiering

De erkende religies in ons land kosten de belastingbetaler jaarlijks zo’n 415 miljoen euro, gaande van lonen en pensioenen tot het onderhoud van enkele duizenden kerkgebouwen. Maar veel animo om de religies zelf voor die kosten te laten opdraaien, zoals Open Vldvoorzitter Gwendolyn Rutten voorstelt, is er niet.

Het geld dat de verschillende geloofsgemeenschappen in België krijgen, is een behoorlijk kluwen. Ten eerste zijn er de lonen voor de katholieke priesters, imams, rabbijnen en andere geestelijken. Die worden – als gevolg van een oude afspraak – door de Belgische Staat betaald. Maar ook op lokaal niveau wordt heel wat geld geïnvesteerd. De gemeenten staan in voor de huisvesting van parochiepriesters en het onderhoud van kerken, provincies zijn verantwoordelijk voor de grotere kerkgebouwen zoals kathedralen of bisschoppelijke paleizen. In Vlaanderen, waar bijna 2.000 kerkgebouwen staan die wegens hun ouderdom veel én duur onderhoud nodig hebben, betalen de gemeenten jaarlijks zo’n 75 miljoen euro.

“Historisch compromis”

Voor heel het land leverde dat in 2015 een prijskaartje van 415 miljoen euro op, zegt de Nationale Bank. Maar veel animo om de decenniaoude financiële regeling te hervormen – iets wat in Nederland, Duitsland en Zwitserland al wel gebeurde – is er niet in ons land. N-VA-voorzitter Bart De Wever had het over een “historisch compromis, waar je niet zomaar iets aan kan veranderen”. De Antwerpse bisschop Johan Bonny – geërgerd omdat Open Vld-voorzitster Gwendolyn Rutten haar voorstel aan de vooravond van Pasen deed – beklemtoonde dan weer “het goede werk dat de geloofsgemeenschappen doen” en “dat daar vanwege de samenleving iets tegenover mag staan”. (wer)