Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Die wereldtitel slaat alles”
Een toptalent werd Lotte Kopecky de laatste twee jaar steevast genoemd. In Hongkong zette de renster van LottoSoudal Ladies nog een stapje hogerop en dwong ze het statuut van topper af.
“Door samen met Jolien de wereldtitel te behalen in het eerste officiële WK ploegkoers voor vrouwen kon dit WK voor mij uiteraard niet meer stuk”, kan de 21jarige renster uit Niel het nog altijd nauwelijks geloven. “We zijn tot het uiterste moeten gaan om die regenboogtrui om de schouders te krijgen, maar het is het allemaal meer dan waard geweest. Jolien en ik zijn helemaal op elkaar afgestemd. Bovendien zijn we complementair, dat heeft wellicht de doorslag gegeven. Nu is het maar te hopen dat er binnen niet al te lange tijd beslist wordt dat de ploegkoers ook weerhouden wordt als discipline op de Spelen in Tokio in 2020. Daar duim ik voor, want dan staan wij er als Belgen echt wel goed voor.”
In het omnium viel Kopecky met een zesde plaats net naast de door haar beoogde top vijf. “Ik had inderdaad op een plaats bij de eerste vijf gemikt en wanneer alles mee zat, had misschien zelfs het podium tot de mogelijkheden behoord. De scratch en de temporace vielen als eerste twee nummers evenwel wat tegen. Gelukkig kon ik dat met de afvalling en de puntenkoers nog gedeeltelijk goedmaken, zodat ik al bij al toch tevreden was met die zesde plaats. In het WK puntenkoers viel ik dan weer net naast het podium. Een medaille was mooier geweest, maar ik kan mezelf niets verwijten. Er is gewoon su persnel gereden in die puntenkoers. Misschien dat ik ook wat geviseerd werd. Een paar keer probeerde ik weg te komen maar het tempo viel nooit stil en dan wordt het moeilijk om punten te sprokkelen. Daarom kan ik vrede nemen met die vierde plek.”
“Dat wordt trouwens iets waar ik in de toekomst nog mee zal geconfronteerd worden. Er zal meer druk op mijn schouders terechtkomen en in de wedstrijd zelf zal ik mijn verantwoordelijkheid moeten nemen. Aan mij om daarmee te leren omgaan, zodat mijn prestaties er niet onder lijden. Laat me nu echter nog heel even genieten, het voelde fantastisch aan om dit op mijn leeftijd al te kunnen meemaken. En daarna stroop ik de mouwen weer op en is het keihard verder werken aan mijn wielertoekomst.”