Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Schimmel vreet salamanders op
Europa gaat gevecht met ‘onbestrijdbare’ amfibiekiller aan
Het ziet er niet goed uit voor de kwetsbare salamanderpopulaties in ons land. Sinds een Aziatische schimmel drie jaar geleden zijn weg naar onze contreien vond, zijn de diertjes ten dode opgeschreven. Komen de reddingspogingen van Europa te laat?
De manier waarop en de snelheid waarmee de schimmel Batrachochytrium salamandrivorans (BS) de zo al erg kwetsbare salamanders uitroeit, stemt Europese onderzoekers uiterst pessimistisch. Op basis van een onderzoek onder leiding van de Universiteit Gent in samenwerking met Natagora, de Vrije Universiteit Brussel en twee Zwitserse instituten, stippelt de Europese Commissie nu noodmaatregelen uit. “Maar op de korte termijn valt er niets tegen te doen”, zegt onderzoeksleidster An Martel van de vakgroep pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten aan de UGent.
De naam doet vermoeden dat BS enkel salamanders treft? Prof. dr. An Martel: Salamandrivorans betekent letterlijk ‘salamander-etend’. Als de schimmel in contact komt met een salamander, vreet hij de huid van het dier letterlijk weg, waardoor het uiteindelijk sterft. Als de schimmel een populatie binnenkomt, doodt hij binnen een halfjaar 90% van de dieren. De groep crasht totaal.
Waar komt die schimmel nu ineens vandaan? BS ontstond miljoenen jaren geleden in Azië, waar hij intussen vredig samenleeft met de salamanders. De dieren zijn er wel mee besmet, maar door de lange co-evolutie worden ze er niet meer ziek van. Vermoedelijk via de handel is de schimmel tot in Europa geraakt. In 2013 is de eerste uitbraak in Nederland ontdekt, die intussen ook naar België en Duitsland is verspreid. Uit het feit dat de populaties salamanders hier nooit eerder met zo’n schimmel in contact kwamen, haalt de schimmel nu net profijt. Hoe verspreidt BS zich? De schimmel heeft twee overlevingsstrategieën. Enerzijds produceert hij sporen die lang kunnen overleven in bijvoorbeeld waterplasjes. Anderzijds maakt hij gebruik van een soort levend amfibieënreservoir. Soorten zoals de vroedmeesterpad of alpenwatersalamander sterven niet door de schimmel, maar blijven hem wel gedurende langere periode uitscheiden. Zo besmetten ze andere soorten. De combinatie van een hypergevoelige soort en de manier waarop de schimmel zich kan verspreiden, zorgt voor een zogenaamde ‘perfecte storm’. Die kan een ernstige bedreiging vormen voor de Europese salamandersoorten, waarvan er 18 van de 34 zo al bedreigd zijn. Valt er nog iets te redden? Het probleem is dat je voor de heel gevoelige soorten zoals de vuursalamander in België op de korte termijn helemaal niets kunt doen. Tenzij een ex situ conservatieprogramma opstellen, waarbij je de dieren in bijvoorbeeld dierentuinen gaat kweken om de soort nog in stand te houden. Op langere termijn proberen we te streven naar co-evolutie zoals in Azië. Het ideale is wanneer je de schimmel zou kunnen aanpassen of iets resistentere dieren zou kunnen kweken.
Waarvoor dient de 900.000 euro die de Europese Commissie nu uittrekt? We gaan in België, Frankrijk en Duitsland snel en actief salamanderpopulaties bezoeken om te bekijken in hoeverre ze besmet zijn. In zeven Europese landen komt er een meldpunt dat het publiek zo goed mogelijk moet informeren. Intussen stellen we ook noodplannen op. Daarin delen we de soorten in prioriteit van aanpak op, maar schrijven we ook uit wat er moet gebeuren in het geval van een uitbraak. Daarnaast doen we verder onderzoek naar mogelijke bestrijdingsmaatregelen. HANS OTTEN