Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik wil het afmaken in de sprint”
Robin Mertens wil puike conditie voor eigen volk verzilveren
De timing kon niet beter voor Robin Mertens. Vorige week bewees hij zijn goeie conditie nog met een zege in de wedstrijd te Retie. Vandaag wil de Zandhovenaar in een sterk bezette interclub voor eigen volk meedoen voor winst.
“In Retie heb ik een heel attente koers gereden”, zegt de 25-jarige renner van het Prorace Cycling Team. “Er stond veel wind en dus besefte ik dat het peloton niet samen zou blijven. Ik was daarom voortdurend vooraan te vinden. In de laatste ronde gingen er vier renners weg en daar ben ik in mijn eentje naartoe gereden. Uiteindelijk zijn we nog met twaalf renners de laatste rechte lijn opgedraaid. Het was wind in de rug en dat heb ik het liefst. Zo kon ik mijn grote versnelling hanteren en de spurt naar mijn hand zetten. Ik won met een paar lengten voorsprong.”
Eerder al de beste in Frankrijk
Voor Mertens was de zege in Retie geen primeur dit seizoen. “Met de ploeg won ik eerder al het PK ploegentijdrit in Kortenaken. Daarna was ik ook nog de beste in een tweedaagse in Frankrijk. De eerste dag werd ik er nipt geklopt in een massaspurt, omdat ik zelf een schakelfoutje maakte. In de lastige tweede rit kwam ik als twaalfde over de streep, maar dat bleek toch voldoende om het eindklassement te winnen. Het loopt dus echt naar wens, al moet ik toegeven dat mijn seizoen wegens rugproblemen eerder moeilijk op gang is gekomen. Na verloop van tijd geraakte ik er echter van verlost en begon ik er steeds meer door te komen. Momenteel is de conditie heel goed, al ben ik ervan overtuigd dat het nog beter moet kunnen.”
Rekenen op sterke ploeg
Dat hoopt Mertens dit seizoen ook nog te tonen. Als het kan, liefst vandaag al in Pulderbos. “Ik kijk heel erg naar die wedstrijd uit. Ik ben hier geboren en ken hier zowat iedereen. Ik woonde een tijdje in Vlaams-Brabant, maar ben blij dat ik weer naar hier kon terugkeren. We komen met een goeie ploeg aan de start. Ik beschik over een snelle eindspurt en hoop de kans te krijgen om het af te maken in de sprint. Het rondje van twintig kilometer dat werd uitgetekend, ken ik als mijn broekzak. Er liggen ook twee bruggen in die op het einde misschien kunnen doorwegen, zeker als er veel wind staat. Ik ga weer goed vooraan postvatten, zodat ik me niet kan laten verrassen. Hopelijk geraakt er van ons iemand in de vlucht, dan zit ik in een zetel. En mocht het dan toch weer samenkomen, is het aan mij in de sprint.”