Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Wannes is nooit een volksmens geweest”
Vriend Dree Peremans sr. over wijlen stadstroubadour Wannes Van de Velde, die nu zaterdag 80 zou worden
Tachtig zou Wannes Van de Velde op 29 april zijn geworden. Ruim acht jaar na de dood van zijn vriend en mentor ijvert Dree Peremans sr. ervoor om diens artistieke nalatenschap levend te houden. “Ik hoop dat elke amateurmuzikant de liedjes van Wannes leert zingen”, zegt de gewezen radiomaker, muzikant en auteur van de ultieme biografie Wannes. Hier is hem terug.
Wannes Van de Velde was een vrij introverte en soms ook moeilijke man. Hij had zijn donkere kantjes en was erg perfectionistisch in zijn werk. Dat leren we uit Wannes. Hier is hem terug, de lijvige biografie die inmiddels als het ultieme naslagwerk wordt beschouwd. Auteur Dree Peremans sr. is al door Wannes Van de Velde begeesterd sinds de late jaren zestig. De ene geniet dan aanzien als radiomaker, de andere als het uithangbord van de Vlaamse folk. Een halve eeuw later is Peremans sr. met pensioen en ijvert hij naarstig om het werk van Van de Velde onder de aandacht te houden. De Antwerpse volkszanger overleed op 10 november 2008, op 71-jarige leeftijd.
Komende zaterdag, op 29 april, zou Wannes tachtig zijn geworden. Hoe zou hij die verjaardag hebben gevierd? Dree Peremans sr.: Rustig, denk ik. Waarschijnlijk zou hij of Christa (Van de Velde-Bernhardt, zijn weduwe, red.) een paar vrienden hebben uitgenodigd. Samen zouden ze er dan een zeer beschaafd namiddagje of avondje met wat muziek van hebben gemaakt. Uitspattingen waren nooit aan hem besteed, en al zeker niet meer op latere leeftijd.
Je bent goed met hem bevriend geweest. Wat heb je met het schrijven van de biografie over hem ontdekt dat je nog niet wist? Doordat ik vaak met hem heb gewerkt, wist ik wel ongeveer hoe zijn leven in elkaar zat. Echte ontdekkingen heb ik dus niet meer gedaan, behalve dan zijn grafisch werk. In mijn boek beeld ik vele huis-, tuin- en keukentekeningetjes af die nooit eerder zijn gepubliceerd. Die kleine werkjes waren memo’s die Wannes voor Christa maakte als hij weg was voor een optreden. Op die manier werd er thuis gecommuniceerd en kon hij boodschappen doorgeven en meningen verkondigen. Dat aspect van Wannes’ artistieke activiteiten kende ik niet zo goed, omdat Wannes dat altijd wat verborgen heeft gehouden. Daar heeft hij nooit mee uitgepakt, ook omdat muziek met de jaren zijn hoofdinkomen was geworden. In het najaar verschijnt er een boek over dat grafisch werk. Karel Vingerhoets en nog wat mensen zijn daarmee bezig. Wat ik ervan zie, lees en hoor, bewijst dat Wannes ook op dat vlak een vakman is geweest. In zijn beginperiode, na zijn opleiding aan de Academie in Antwerpen, heeft hij een paar keer meegewerkt aan grote tentoonstellingen. Uit recensies blijkt dat hij toen een gewaardeerd graficus was.
“Van alle naoorlogse zangers is hij niet de populairste, wel de grootste”, schrijf je. Waarom is het met die populariteit niet gelukt?
DREE PEREMANS SR. Muzikant, auteur, fan “Wannes was altijd overtuigd van zijn kwaliteiten en zijn gelijk. Zijn attitude, intellectuele ingesteldheid en stuurse karakter hebben hem dus zeker parten gespeeld.” “Als honderd mensen zegden dat iets zo was, vroeg Wannes zich toch nog af of het misschien niet anders kon zijn.”
Dat lag voor een stuk aan hemzelf. Wannes wou nooit toegevingen doen. Tot een deelname aan een quizje op televisie wilde zich bijvoorbeeld niet verlagen. Als hij in het nieuws kon komen, moest het over zijn werk gaan en zeker niet over zijn privéleven. Wie zich zo afschermt, sluit natuurlijk een aantal deuren. Zijn eerste albums werden wel vrij goed verkocht, maar wat in zijn nadeel heeft gespeeld is dat Antwerpenaars nog altijd als arrogant worden beschouwd. Dat heeft Wannes in de rest van Vlaanderen minder toegankelijk gemaakt, terwijl dat omgekeerd voor Willem Vermandere niet het geval was. Vergeleken met Willem, een gemakkelijke en joyeuze mens, was Wannes altijd overtuigd van zijn kwaliteiten en zijn gelijk. Zijn attitude, intellectuele ingesteldheid en stuurse karakter hebben hem dus zeker parten gespeeld. Hij zong wel in een volkse taal maar een volksmens is hij nooit geweest.
Wannes verwerkte in zijn muziek Italiaanse, Griekse, Ierse en veel andere invloeden maar heeft zelf weinig gereisd. Hoe verklaar je dat hij niet meer van de wereld wou zien? Omdat zijn Antwerpen een wereldstad is, natuurlijk (lacht). Door de haven kreeg hij hier al die invloeden en binnen en legde hij buitenlandse contacten. Zelf spontaan op reis gaan, was niet zijn sterkste kant. “Venetië is ook mooi zonder mij”, luidde een van zijn argumenten.
In 2015 is een box met 22 cd’s verschenen, waardoor het volledige oeuvre van Wannes Van de Velde beschikbaar blijft. Voelt dat voor jou als een overwinning?
In die box zitten enkel zijn officiële platen. Daarnaast bestaat er nog heel wat onuitgegeven werk. Daarvoor moet een platenfirma worden overtuigd. Commercieel hebben we daarvoor weinig argumenten, maar ik hoop nog altijd dat het ooit lukt. Dankzij het Groot Liedboek, dat ik mee heb samengesteld en waarvan tot mijn grote verrassing 2.500 exemplaren zijn verkocht, kan elke amateur-muzikant met een kleine kennis van zaken ook al de liedjes van Wannes leren zingen. Ik hoop dat zoiets gebeurt, want zijn repertoire heeft toch een grote invloed gehad op de volksmuziek, de
kleinkunst en het chanson in Vlaanderen. Kerstmis is de Dag dat ze niet Schieten en Ik
wil deze Nacht in de Straten Verdwalen zijn hits in de relatieve betekenis van het woord, niet in verkoopcijfers. Ik heb er een goed oog in dat er van zijn repertoire op lange termijn toch iets gaat overblijven. Een heleboel mensen, onder wie Lucas Van den Eynde, Jan De Smet en Koen De Cauter, zijn met dat repertoire bezig. Op die manier blijft dat toch leven, vergelijkbaar met het werk van Georges Brassens in Frankrijk. Ook dat verdwijnt niet zomaar in de plooien van de tijd.
Hoe staat het met de plannen voor een standbeeld op het pleintje in Klein Antwerpen, de wijk waar Wannes het grootste deel van zijn leven heeft gewoond? Daar is zijn weduwe absoluut niet voor te vinden. Ik snap het niet goed, want Wannes verdient dat beeld natuurlijk wel. De buurt, die hem daar in 2008 al met een borstbeeld heeft bedacht, is op een bepaald moment zelfs met geldinzamelingen gestart om dat standbeeld te bekostigen. Dat initiatief heeft zijn weduwe zeer verontwaardigd afgewezen. Misschien heeft ze daar goede argumenten voor, maar die ken ik niet.
Jouw bewondering voor hem lijkt grenzeloos. “Zonder Wannes zou ik nooit geworden zijn wie ik ben”, schrijf je. En ook: “Wannes heeft me meer dan welke school ook geleerd hoe de wereld in elkaar zit.” Hoezo? Wannes was een zeer belezen man. Hij was van alle mogelijke terreinen op de hoogte. Tijdens onze urenlange autoritten was ik zelden aan het woord, omdat Wannes de hele tijd doceerde. Op zijn manier, zonder dat het als doceren overkwam. Hij vertelde over kunst, literatuur en wetenschappen vanuit zeer interessante invalshoeken. Dat heeft mij tot inzichten gebracht die ik zonder hem nooit zou hebben gekregen. Ongetwijfeld geldt dat ook voor Lucas Van den Eynde en vele andere mensen die door Wannes zijn beïnvloed. Dat kwam door de manier waarop hij naar dingen keek; hij ging niet altijd uit van de meest voor de hand liggende visie, maar koesterde een gezonde argwaan. Als honderd mensen zegden dat iets zo was, vroeg Wannes zich toch nog af of het misschien niet anders kon zijn. Hij deed dat niet op een professorale manier, dat ging bij hem vanzelfsprekend. Ja, het was een grote meneer ...