Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Als ik het kan, kan iedereen het”
Bart De Wever loopt eerste marathon in 4 uur 13 minuten
Ik ben nog nooit zo blij geweest om het stadhuis te zien”, zei Bart De Wever na aankomst op de Grote Markt. Afzien was het, vooral het laatste stuk, maar de Antwerpse burgemeester denkt toch al voorzichtig aan een volgende editie.
Er zijn mensen die in elkaar stuiken als ze de finish over zijn, of die alleen overeind kunnen blijven dankzij de ondersteunende schouder van een EHBO-medewerker. Maar Bart De Wever staat vlak na zijn laatste eindsprintje al meteen interviews te geven aan de toegestroomde journalisten. Zoveel longinhoud heeft hij dus nog over.
“Vijf jaar geleden woog ik 143 kilo. En vandaag heb ik een marathon uitgelopen. Dit is een van de mooiste dagen uit mijn leven”, vertelt hij. Behoorlijk rood aangelopen, dat wel, maar je zou voor minder. “Van de fattest naar de
fittest. Als ik het kan, kan iedereen het. En aan al die mensen die me onderweg hebben aangemoedigd: dat deed ongelooflijk veel deugd.”
Lot in handen van de goden
Linkeroever, ruim 4,5 uur eerder. Veel vertrouwen heeft Bart De Wever er rond half negen ’s morgens niet in. Door de speakers zegt een mannenstem dat het weer ideaal is voor de mythische afstand van de marathon, en dat er lopers zijn die zich dankzij de gunstige weersomstandigheden nog last minute hebben ingeschreven. “Hoe je je voor zoiets last minute kunt inschrijven, begrijp ik niet”, zegt De Wever. Hij kijkt bezorgd om zich heen, naar alle afgetrainde lichamen die zich naar de start begeven. “Wie hoort hier niet thuis? Ik heb hier nog niet veel gewone mensen gezien. Ik heb mijn lot vandaag in handen van de goden gelegd. Ik heb al mijn geloof gesteld in Mars en Jupiter.”
En ook een beetje in het inschattingsvermogen van Hugo Bruynooghe (70), de tempomaker met de vlag van 4 uur 15 die de burgemeester hoopt bij te houden. “De eerste helft zal ik wat trager lopen, om daarna nog reserve te hebben”, legt hij uit. De Wever knikt, met een gespannen frons.
Als het startschot klinkt, zet de massa zich in beweging. Vanaf de Blancefloerlaan komt collega en partijgenoot Fons Duchateau (Antwerps schepen van Sociale Zaken) naast Bart De Wever fietsen om hem van drinken en proviand te voorzien. Een belofte die hij ooit maakte toen De Wever de 10 Miles had uitgelopen. “In oktober kreeg ik een sms: ‘Smeer uw benen maar in.’ Toen wist ik meteen hoe laat het was”, zegt Duchateau. “Ik heb poeder en gelle
kes mee, en elk uur moet Bart een bidon leegdrinken.”
De twee verdwijnen in de Waaslandtunnel, en draaien daarna af naar de kaaien. “Komaan Bart De Wever, we zijn trots op u”, roept een vrouw door een megafoon. Na het drukbevolkte Zuid, steken de lopers de Ring over, en wordt de grens van 10 kilometer gepasseerd op het Kiel.
Fanclub in Wilrijk
Na een lus in Hoboken jogt Bart De Wever nog heel fit onder de A12 door. In het centrum van Wilrijk staat een hele fanclub klaar. ‘Bart, nu begint het pas’, staat er op een spandoek. En iets verderop op een groot scherm: ‘Go Bart’. “De eerste 6 kilometer waren zwaar. Ik ben een trage starter, maar nu ben ik goed opgewarmd”, zegt De Wever.
BART DE WEVER
Burgemeester en marathonloper ‘‘Van de ‘fattest’ naar de ‘fittest’. Fantastisch. Ik had op 4 uur en 15 minuten gemikt, en ik ben eronder gebleven. Het was zwaar, maar ik heb nooit gedacht aan opgeven.’’
Van Wilrijk gaat het parcours door naar Berchem. De grens van 20 kilometer is al gepasseerd, en aan het Rooi staan zumbadanseressen om de sfeer erin te houden. Langs het Boekenbergpark zetten de deelnemers koers naar het Rivierenhof, op zo’n 35 kilometer, waar De Wever op zondag graag gaat trainen. Niet toevallig staan Raymond Van Gaveren en Gène Hoorenweg hier te supporteren voor iedereen die passeert. “We hebben de marathon zelf al een paar keer gelopen, we weten hoe zwaar het na 35 kilometer is. Je lichaam maakt nu duidelijk dat je moet stoppen, en toch moet je nog door”, zegt Raymond. “Dat is mijn angst, dat ik tussen kilometer 35 en 40 instort en alleen nog kruipend verder kan”, had De Wever ’s morgens verteld. Maar eigenlijk gaat het nog wel in het Rivierenhof.
Dochter met vlag
Het is een paar kilometer verder, aan Park Spoor Oost, dat het echt zwaar wordt als er een hellinkje in het parcours zit. Er verschijnt een gespannen grimas op zijn ge- zicht, die in Park Spoor Noord alleen nog maar is toegenomen. De laatste kilometers doet De Wever duidelijk op wilskracht. Vlak voor de Grote Markt versnelt hij nog, en dan is daar de finish, en de klok die aftikt op 4 uur, 13 minuten en 25 seconden.
“Fantastisch. Ik had op 4 uur en 15 minuten gemikt, en ik ben eronder gebleven. Het was zwaar, maar ik heb nooit gedacht aan opgeven. Ik ben nog nooit zo blij geweest om het stadhuis te zien.”
Dochter Liesbet staat klaar met een gele vlag met ‘Nil volentibus arduum’ (voor zij die willen is niets onmogelijk) als opschrift, om mee te poseren. Maar eerst krijgt ze een knuffel. Tijd voor foto’s, felicitaties en interviews. Terwijl achter hem lopers de finish over blijven komen, vertelt De Wever dat hij zich onderweg vaak heeft afgevraagd waarom hij dit eigenlijk wilde doen.
Of hij de marathon volgend jaar weer wil lopen, vraagt een journalist. “Daar moet ik over nadenken, ik doe zeker geen beloftes”, klinkt het. Maar een paar interviews later lijkt de beslissing toch al genomen. Hartslag van maximaal 156 netjes aanhouden, check. Tweede helft sneller lopen dan de eerste, check. En dan na de finish nog al die interviews, zonder eerst tien minuten te moeten uithijgen. “Ik denk dat ik op vier uur zou kunnen mikken”, zegt De Wever, met heel wat meer zelfvertrouwen dan 4,5 uur geleden.
Sportarts Chris Goossens, die het hele parcours al fietsend nooit ver van zijn zijde is geweken, knikt bemoedigend. “We gaan voor 3 uur 59.”