Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De Franse roots van het Belgische turngoud
Coachkoppel Yves Kieffer en Marjorie Heuls s tuwt onze meisjes naar de t op
Yves Kieffer en Marjorie Heuls, coaches Belgische turnvrouwen “Waarom zou België niet mogen dromen van een olympische turnmedaille? Die mentaliteit van We zijn een klein land moest eruit.”
De gouden medaille van Nina Derwael – de eerste Belgische Europees kampioene ooit – komt heus niet zomaar uit de lucht vallen. Achter de opgang van de Belgische turnmeiden schuilt een Frans geheim: het coachkoppel Yves Kieffer en Marjorie Heuls. “Ons werk is niet af. Waarom zou België niet mogen dromen van een olympische turnmedaille? Die mentaliteit van We zijn een klein
land moest eruit.”
“Papa et maman, jullie moeten blijven. Wij willen in België blijven.”
Tegen die smeekbede van hun twee dochtertjes, zegt Yves Kieffer, konden hij en zijn echtgenote niet op. Dus besloten ze tot en met de Olympische Spelen van Tokio 2020 te blijven als hoofdcoaches van de Belgische turnmeisjes. Bij de Vlaamse turnfederatie Gymfed slaakten ze een zucht van opluchting: de man en de vrouw die de Belgische vrouwen de voorbij jaren naar de top hadden geloodst, zouden blijven, ook al werd er aan hun mouw getrokken.
Natuurlijk speelde niet alleen het familiale, maar ook het sportieve aspect mee. Voor het eerst stond op de afgelopen Olympische Spelen een voltallige vrouwenploeg. “Ons werk is niet af”, zegt Kieffer. “Waarom zou België niet mogen dromen van een olympische turnmedaille? Die mentaliteit van We zijn een klein land moest eruit. Ik herinner me dat velen, zelfs de turnsters, mij raar aankeken toen ik jaren geleden zei dat ze de wereld- top konden bereiken. Ik heb hen moeten overtuigen dat zij ook konden wat de Amerikanen of de Fransen deden.”
Kieffer, een vijftiger, stond aan het hoofd van de Franse turnploeg tussen 2000 en 2008. Hij loodste Emilie Le Pennec naar olympisch goud op de Spelen van Athene 2004 aan de brug met ongelijke leggers, hetzelfde toestel waarop Nina Derwael vorig weekend Europees kampioene werd. Marjorie Heuls, een veertiger, ontmoette haar toekomstige man toen ze naar Parijs trok om turncoach te worden. In 2009 kwam het echtpaar naar België. Heuls is onder meer de persoonlijke coach van Derwael aan haar geliefde toestel, de brug met ongelijke leggers. “Zij kan nog progressie maken, maar het is niet vanzelfsprekend om drie jaar aan de wereldtop te blijven”, zegt ze.
In België is het, anders dan in Frankrijk, vooral de kunst om de toptalenten onderweg niet te verliezen. Simpelweg omdat we er niet zo veel van hebben als de grote turnlanden. Heuls: “We proberen daarom een familiale sfeer te creëren, waar iedereen elkaar ondersteunt en helpt.” Zo nodigden de twee de hele ploeg uit in hun huis in de bordeauxstreek voor een stage.
Dertig uur trainen per week
Maar een familiesfeer alleen volstaat niet. Alleen door de perfecte technische uitvoering – het turnen telt trainingsweken van meer dan 30 uur – wordt de top bereikt, en dat vraagt discipline.
Kieffer: “Marjorie hamert echt op de techniek. Zij is superperfectionistisch, maar ze zal dat nooit
agressief aanbrengen. Ze heeft heel veel geduld.”
Heuls: “En Yves is een eeuwige optimist, hij stelt altijd hogere doelen. Soms is hij wat ongeduldig om de meiden een niveau hoger te laten presteren. Als je hem niet kent, denk je soms: Oei, wat is hij nors, wat kijkt
hij boos. (lacht) Maar hij is echt bekommerd om de meiden.”
Heuls bekommert zich ook om de emotionele aspecten, zegt ze. “Na de olympische selectie heb ik bijvoorbeeld met hen die er niet bij waren lang gepraat om dat te verwerken.”
Kieffer en Heuls kunnen zich na al die jaren behoorlijk uitdrukken in het Nederlands – “Dat is logisch, toch?” – maar tegenover hun kinderen moeten ze het afleggen. “Die spreken intussen perfect Nederlands. Tijdens het vorige EK supporterden ze zelfs voor de Rode Duivels. Zo Belgisch voelen ze zich.”