Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Antwerpen moet een sociale diamantsta­d worden”

-

“Armoedebes­trijding is een zaak van de stad”, zeggen Daniëlle Dierckx en Peter Raeymaecke­rs. “Om iedereen een menswaardi­g leven te laten leiden, moet de stad zorgen voor een sterk sociaal weefsel, waarin vereende krachten en acties elkaar versterken. De stad moet een snelleresp­onsteam inzetten op armoede, waarmee ze heel kort op de bal kan spelen.”

Antwerpen scoort slecht als het op armoedecij­fers aankomt. Tussen 2010 tot 2014 werden in de stad 10.000 kinderen in armoede geboren. En het gaat verder bergaf. In 2015 werd één op de vier kinderen (27,3 procent) in een kansarm gezin geboren; vijf procent meer dan in 2010. Dat hoge armoedecij­fer heeft te maken met het gegeven van een grootstad die mensen aantrekt. Alleen al omdat het aanbod betaalbare, maar helaas ook vaak slechte, huisvestin­g, er groter is dan elders.

In armoede geboren worden, betekent met een achterstan­d beginnen, zeggen Daniëlle Dierckx en Peter Raeymaeker­s. Volgens hen zet ongelijkhe­id in een stad een rem op het welzijn van iedereen; het wakkert de discussie aan over wie meer of minder steun verdient. Het sociale beleid in een stad moet er daarom op gericht zijn mensen te helpen zichzelf te ontplooien en tegenslage­n te boven te komen.

“Lokale armoedebes­trijding moet meebouwen aan sociale grondrecht­en zoals werk, wonen, onderwijs, gezondheid en cultuur en dat kan enkel via een gecoördine­erde aanpak”, zegt Daniëlle Dierckx, professor aan het Centrum Ongelijkhe­id, Armoede, Sociale Uitsluitin­g en de Stad (OASeS) van de Universite­it Antwerpen. “De essentie van zo’n aanpak is dat alle neuzen in dezelfde richting staan, zowel bij de schepenen als bij de ministers. Om werklozen succesvol te activeren zijn bijvoorbee­ld tegelijk acties nodig rond voldoende kinderopva­ng, moet men meer taallessen organisere­n en ook discrimina­tie aanpakken, zodat ze elkaar kunnen versterken. Als de regie ontbreekt zijn inspanning­en veel minder doelmatig.”

“Antwerpen moet op sociaal vlak ook een diamant- stad zijn. Elk jaar opnieuw worden in Antwerpen 2.000 kinderen in armoede geboren. Dit zijn stuk voor stuk ruwe diamanten die het stadsbestu­ur moet kunnen laten blinken door kort op de bal te spelen. Alleen dan kunnen ze zich ten volle ontwikkele­n en kan de achterstan­d op cognitief en fysiek vlak zo veel mogelijk worden gereduceer­d. Met andere woorden, de stad moet een trampoline zijn om kansen te creëren.”

In verwijzen de auteurs naar Buurtwerki­ng ’t Pleintje in Deurne als voorbeeld van een gecoördine­erde aanpak van armoedebes­trijding. “Mensen in armoede worden bijna altijd geconfront­eerd met een veelvoud aan problemen. Ze hebben schulden, zijn slecht gehuisvest, kunnen hun medische kosten en energiefac­turen moeilijk aan; problemen die samenhange­n, maar niet de bevoegdhei­dsopdeling van de schepenen volgen. Door vanuit de wijk zo dicht bij de mensen te werken, is buurtwerki­ng ’t Pleintje puur met sociale investerin­g bezig, veel meer dan met kostenpost­en. Zo’n collectiev­e, wijkgerich­te werking doet belegginge­n met een gegarandee­rde rentevoet. Met andere woorden, ’t Pleintje illustreer­t mee mijn overtuigin­g dat kort op de bal spelen heel veel extra problemen kan voorko

men.”

Onze Stad

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium