Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Kampioen na nieuwe thriller
Roeselare in hoogstaande finalereeks net iets frisser dan dapper Maaseik
Roeselare veroverde gisterenavond in eigen Schiervelde een vijfde landstitel op een rij, de elfde uit de clubgeschiedenis. Eentje om in te kaderen, met dank aan tegenstander Maaseik. Want captain Tuerlinckx en maats mogen zich dan wel terecht kampioen noemen, dat zou ook het geval geweest zijn als de Limburgers voor het eerst sedert 2012 de titel hadden gepakt.
Bij 2-0 en een mooie voorsprong in de derde set dachten ze bij Roeselare al hun schaapjes op het droge. Dat was zonder Maaseik gerekend, dat de uittredende kampioen - even wat nonchalant - in een nieuwe vijfsetter nog helemaal tot het gaatje dwong. “Ik zag het bijna niet meer goed komen”, getuigde Hendrik Tuerlinckx even na elven. “Alle respect voor Maaseik, dat niet alleen bewees over veel kwaliteit te beschikken, maar dat ook paart aan een fantastische mentaliteit. Chapeau voor hen. Het maakt de eer voor ons alleen maar groter.”
Details
Vier jaar geleden, toen Roeselare zijn titelrush inzette, was Maaseik ook al de laatste concurrent. Net trouwens als in de apotheose van de vorige campagne. Telkens stoomden de West-Vlamingen ongehinderd naar een simpele 3-0. Thuis of uit, het deed er niet toe. Gisteren genoten de mannen van succescoach Emile Rousseaux zoveel te meer van de titel, ook al was het de vijfde op een rij. Geen sprake van gewenning of verzadiging. Het was mee de verdienste van Maaseik, dat hen in een redelijk waanzinnige week tot het uiterste dreef. Het verschil tussen beide teams zat hem in de details, niet onbelangrijk uiteraard op dit niveau. Maaseik sloot zowel de reguliere competitie als de play-off als winnaar af en plaatste zich ook als eerste voor de finale. En toch is het weer Roeselare dat in money time met de titel gaat lopen. “De meest frisse ploeg van de twee”, oppert ancien Frank Depestele, exRoeselare en de jongste weken met Aalst nog tegen beide finalisten op het terrein. “Ergens logisch, als je weet dat Rousseaux over meer wisselmogelijkheden beschikt dan zijn collega Castellani. Die ruime huppelhoek is al jaren hun sterke punt.” Het bleek ook tijdens de finalereeks, met wisselende uitblinkers naast een doorgaans onverstoorbare score- machine als Tuerlinckx en stofzuigerlibero Stijn Dejonckheere. Was het niet Ruben Van Hirtum, dan Pieter Coolman, revelatie Arno Van de Velde of Gertjan Claes. Of de Pool Piotr Orczyk, die woensdag koud in kwam - op het einde van een vierde set die al verloren leek - om de match alsnog te helpen kantelen. Het creëert voor een coach én de spelverdeler mogelijkheden om te verrassen, zonder in te boeten aan kwaliteit. Uiteraard stelde Maaseik daar ook wel een en ander tegenover, maar het bleek op het einde van de rit net dat tikje minder. Een héél klein tikje.