Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zigeunerjazz voor de nazi’s
Het moest tot 2017 duren eer er een film werd gewijd aan Django Reinhardt, een van de grootste gitaristen aller tijden, overleden in 1953. Dat zegt wat over de tweederangsstatus van de Sinti en andere volkeren van woonwagenbewoners. Zij krijgen, samen met hun muzikale icoon, een eerbetoon met dit regiedebuut van Etienne Comar.
Hij focust op Django’s jaren in het bezette Frankrijk van WOII. De bezetter hield er een dubbele moraal op na: hij hing bordjes op met ‘ Swing tanzen verboten’ en deporteerde zigeuners naar concentratiekampen, maar ondertussen mocht Django het moreel van de troepen hoog houden met zijn jazz manouche.
Comar permitteerde zich de vrijheid om, in de geest van de jazzvirtuoos, aan het improviseren te slaan. Django krijgt hier gestalte als een figuur van vlees en bloed, met dank aan een ingetogen vertolking van de Franse acteur Reda Kateb. Minder fortuinlijk is hoe onze landgenote Cécile de France moet opdraven als een femme fatale die dubbel spel speelt met de nazi’s. Hier balanceert de verbeelding op de rand van het ridicule.
De film heeft dus zijn gebreken, maar alvast één merite is de uitvoering van Django’s muziek door het Rosenberg Trio. De documentaire waarde van deze film is beperkt, maar hij weet wel de geest van Django op te roepen.