Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Nominaties zijn altijd leuk, maar nu telt vooral de opvolger van ‘Het smelt’”
Alvorens de prijzen uitgereikt worden, toch al gewonnen hebben. Dat gevoel overvalt Lize Spit (28), de schrijfster die haar Kempense roots verwerkte in Het smelt, haar debuutroman die al 160.000 keer over de toonbank ging. Of Spit ook nog de Fintro Literatuurprijs wint, weten we zondag. Wie kent er niet de zwarte boekcover met witte spade? De beklemmende roman over Eva die met een ijsblok in de wagen afreist naar haar geboortedorp is sinds zijn verschijnen begin 2016 niet uit de belangstelling verdwenen. Op de koop toe werd Het smelt genomineerd voor de Libris Literatuurprijs en de Fintro Literatuurprijs. Als Spit zondag de voormalige Gouden Boekenuil wint, is ze op slag 25.000 euro rijker. Je won al eerder prijzen met Het smelt. Doet zo’n nomina nominatie je nog wat? Lize Spit: Genomineerd worden is altijd een eer, zeker voor zo’n belangrijke prijzen. Uit een grote stapel boeken heeft de jury er wel het jouwe uitgepikt. In mijn geval was dat dubbel zo fijn. Ik ging er vanuit dat, omdat het boek reeds gesmaakt werd door zo’n groot lezerspubliek, vakjury’s er minder naar zouden omkijken. Met zowel goede verkoopcijfersverkoopci als een nominatie valt mij het beste van twee werelden te beurt. De Fintroprijs houdt me minder bezig dan de Libris vorige week. Dat heeft er vooral mee te maken dat ik net begonnen ben aan mijn tweede roman. Er is nu iets anders om mijn aandacht op te richten. Wat dacht je toen Het smelt vrijwel meteen aanslo aansloeg? Ik had er nooit bij stilgestaan dat mijn debuut zo’n succes zou worden. Het boek kwam uit vlak na de kerstvakantie van 2015 en in de weken voor de verschijning was het erg stil. Mijn agenda voor 2016 oogde blanco, maar daar kwam vlug verandering in. Vanuit het niets kwamen er aanvragen voor lezingen, kreeg ik de kans om een krantencolumn te schrijven en mocht ik les geven op Sint-Lucas. Er kwam zo veel op me af en het was ook leuk dat ik niet meteen terug naar de schrijftafel hoefde. Al die aandacht heeft me geen moment verveeld. Boeken hebben al zo’n korte levensduur en dus mor je niet als je voor lezingen naar alle uithoeken van het land en Nederland moet. Nu is het even welletjes geweest. Ik ben over Het smelt al bijna even lang aan het praten, dan dat ik aan het boek geschreven heb. Mijn publieke optredens staan vanaf nu op een laag pitje. Vanaf de zomer kom ik niet meer vanachter mijn schrijftafel vandaan.
Hoe voelt het om op tournee oog in oog met je lezers te staan?
De reacties van het publiek hebben me veel over mijn roman geleerd. Als schrijver begrijp je je eigen boek veel beter wanneer het gepubliceerd is. Elke recensie of reactie is waardevol, ook een negatieve. Als schrijver werp je je eigen blik op een boek. Door de reacties van anderen ontdek je nieuwe invalshoeken.
Het smelt werd voorgesteld in de bibliotheek van Viersel, waar de roman zich afspeelt. Kwamen er reacties uit je geboortedorp? Ja, maar ook van bewoners uit andere dorpjes in Vlaanderen. Het boek gaat ook niet per se over Viersel, maar over een kleine gemeenschap waar mensen eerder óver dan met elkaar spreken. Uit Viersel heb ik niet één negatieve reactie ontvangen. De dorpelingen zijn blij met de roman, er heerst zelfs een zekere fierheid in het dorp. Misschien hangt dat samen met de positieve respons op het boek.
Op literaire avonden ontmoet je ook andere schrijvers. Steek je wat op van het contact met collega’s?
Ik heb ontdekt dat de literaire wereld een kleine wereld is. Vooraf vreesde ik dat schrijvers elkaar niks gunnen, maar dat blijkt een misvatting. Auteurs zijn meestal lieve mensen die elkaar net aanmoedigen. Ieder heeft zijn eigen verhaal, maar we delen dezelfde belangen. Elke schrijver wordt ermee geconfronteerd dat er minder gelezen wordt en dat de levensduur van een boek steeds korter wordt.
Zondag word je verwacht op de uitreiking van de Fintro Literatuurprijs. Wil je ook echt winnen of heb je aan de nominatie genoeg? Neen, ik ben een competitief mens. Als ik meedoe aan een gezelschapsspel, ga ik voor winst. Ook op vlak van werk en schrijven is dat zo. Toch zal ik niet treurig zijn als ik de Fintro zondag niet binnenrijf. Competitie blijft enkel leuk als je ook eens verliest. Jeroen Olyslaegers die getipt was als winnaar van de Libris, greep vorige week net naast de overwinning. Wel, van mij mag hij zondag de Fintro pakken.
Hoe bereid je je op zo’n prijsuitreiking voor. Nog snel een nieuw kleedje gekocht?
Op zo’n prijsuitreiking kan je je niet voorbereiden. De Librisprijs, die werd uitgereikt in het Amstelhotel in Amsterdam, is een iets chiquere aangelegenheid. In de weken die aan de Libris voorafgingen, dacht ik wel eens: zal ik er niets onbetamelijks uitflappen of praten met mijn mond vol, en wat trek ik in godsnaam aan? Bij de Fintro zondag, een brunch in NTGent, gaat het er waarschijnlijk een pak gemoedelijker aan toe. Alsof we, terug in Vlaanderen, gewoon onder ons zijn. Omdat mijn verwachtingen niet zo heel hoog liggen, voelt het alsof ik zondag op het feestje van een ander word verwacht. En maandag ga ik weer gewoon terug aan het werk.
Dan valt het doek over Het smelt?
Nee, zeker niet. Ik ben ook nog genomineerd voor de ANV Debutantenprijs. En vanaf augustus komt de promomachine op gang voor de Duitse vertaling. Over een periode van twee jaar zal het boek verschijnen in elf talen, waaronder Frans, Spaans en Deens. De Engelse vertaling staat gepland voor 2019.
Heeft het succes van Het smelt je veranderd?
Ja, alles is zo goed verlopen dat ik geen enkele reden tot klagen heb en nu iets rustiger in het leven sta. Vroeger durfde ik weleens te zwelgen in zelfmedelijden. Als ik nu bij een voorstelling op een slechte plaats zit of mijn fiets een platte band heeft, maak ik me daar niet meer zo druk over en denk ik: je hebt al zo veel geluk gehad met Het smelt, Lize, dus nu moet je niet klagen. Toen ik deze week mijn kantoor leeghaalde waar ik twee jaar geleden aan Het smelt begon, deed me dat wel iets. Ik kwam de zoekende Lize weer tegen, die nog geen idee had hoe het zou lopen. Inmiddels kan ik van mijn werk als schrijver leven.
Heeft Het smelt je leven ook materieel veraangenaamd?
Er is niet echt veel veranderd. Ik ga nog steeds naar al mijn lezingen met de trein en de vouwfiets onder de arm. Ik heb het afgelopen jaar niet gereisd, noch veel geld uitgegeven; daar had ik het trouwens toch te druk voor. Dankzij Het smelt kan ik wel tijd kopen, tijd om zonder al te veel financiële zorgen te kunnen schrijven aan een volgend boek. Mentale rust, daar is het een mens toch om te doen. ILSE DEWEVER