Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De eindeloze wedergeboorte van ‘Alien’
De echte horror van Alien:
Covenant is dat het allemaal akelig vertrouwd voelt. Maar ook al heb je het allemaal al eens gezien, toch is het best wel intrigerend en entertainend.
‘In de ruimte kan niemand je horen schreeuwen.’ Aangevoerd door die reclameslogan liet 20th Century Fox de wereld in 1979 kennismaken met Alien. En schreeuwen doe je wanneer een alien uit de borst van John Hurt kruipt. Het beestje kijkt nieuwsgierig rond, recht de camera in, alsof het zijn publiek wil monsteren. Intussen weten we waarom: het taaie beestje zou die cinema’s nog vaak terugzien.
De veredelde B-film groeide uit tot een van dé filmmerken, al werd dat hoe langer hoe meer ondanks de films zelf. James Cameron speelde Ridley Scott nog naar huis met Aliens, maar de debuterende David Fincher kon niet tegen de studio opboksen en bracht de filmreeks met Alien 3 op een doodlopend spoor. Resurrection bracht allesbehalve de beloofde wederopstanding. Tot slot gaf Paul W.S. Anderson met de bizarre mash-up Alien vs Predator het genadeschot. Het prijsbeest was gemuteerd tot een onherkenbaar gedrocht: de studio had zijn kind met het badwater weggegooid.
Artificieel leven
En toen ging Ridley Scott er zich nog eens mee moeien. Vijf jaar geleden schonk hij zijn eigen Alien een prequel met Prometheus: niet geheel geslaagd, maar het ruimtetuig stond tenminste weer op de rails. Daarop breit hij nu een vervolg met Alien: Covenant. En dat is, u raadt het, meer van hetzelfde.
Dat hoeft overigens geen probleem te zijn: Scott weet hoe je met geduld en humor suspense opbouwt en hij heeft genoeg te vertellen over zijn gebruikelijke stokpaardjes. Meer dan over buitenaards leven gaat deze film over artificieel leven. En uiteindelijk over wat het betekent om mens te zijn. En voor god te spelen.
Michael Fassbender keert terug in zijn rol van androïde. Een geflipte proloog toont hoe de mensachtige robot David, zijn personage in Prometheus, tot leven werd gewekt door zijn schepper. Die openingsscène is magistraal, in de kraakwitte stijl van Kubrick, met centraal dat monumentale beeld van Michelangelo – inderdaad, de David. Het voorgerecht is van zo’n visuele en poëtische kracht dat de rest van het menu flauw smaakt.
‘Country Roads’
Die openingsscène is des te bevreemdender omdat we Fassbender even later tegenkomen op het ruimteschip Covenant, onderweg met kolonisators om een verre planeet te gaan bewonen. Alleen laat de androïde zich nu niet David, maar Walter noemen. De geupdatete versie?
Veel tijd om daar bij stil te staan, is er niet: de crewleden van Covenant pikken in de ruis van de ruimte een gecodeerde boodschap op. In de ruimte hoor je dan wel niemand schreeuwen, je kan er blijkbaar wel radio ontvangen. En het liedje dat door de boksen knalt is verrassend genoeg John Denvers Country Roads. Het signaal komt van een planeet hier niet zo heel ver vandaan. Ze besluiten een kijkje te gaan nemen, en u en ik weten dat dit geen goed idee is.
In Inherent Vice speelde Katherine Waterston nog een verwaaide hippie, hier speelt ze een nuchterder crewlid van het ruimteschip. Met haar korte kopje treedt ze zichtbaar in de voetsporen van Sigourney Weaver, maar ze krijgt er niet de ruimte voor, tussen alle andere personages.
Dit is vooral de schizofrene onemanshow van Fassbender, die dus de robots David en Walter speelt. Hoe dat precies zit, is een spoiler, maar de ontmoeting van beide androïden is bevreemdend, muzikaal en homo-erotisch genoeg om een act te zijn op het Eurovisiesongfestival. Er wordt niet gejodeld, maar er is wel een fluitje in het spel. Behalve musiceren, discussiëren de twee wandelende encyclopedieën over de Engelse romantici Byron en Shelley, om ten slotte John Miltons Paradise Lost te parafraseren: “Your choice brother: serve in heaven or reign in hell.”
Kortom, voor studenten Engelse literatuur zitten er best wel frisse ideeën in de film. Maar het is alsof Scott bang was dat het publiek meer actie zou willen. Dus schudt hij nog snel een actiescène uit zijn mouw. Als Alien ‘ Jaws in de ruimte’ was, is het dit keer ‘ Jurassic Park in de ruimte’. Ook Apocalypse Now wordt opgeroepen. Het obligate entertainmentgehalte wordt een dwang en leidt tot een routineuze afwisseling van actie en dialoog, actie en dialoog. Dat mechanische tempo versterkt het niet zo vage vermoeden dat Scott zijn scifi-thriller niet weet te rijmen met al wat hij te vertellen heeft. En hij heeft nog meer te vertellen: er komen nog twee vervolgfilms. De vraag is of Ridley Scott, intussen 79, het even lang uithoudt als zijn alien.