Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“80% van wat we bezitten gebruiken we nooit”
Beroep van gediplomeerd opruimcoach fel in opmars
De job van opruimcoach is zodanig in opmars in ons land, dat er zelfs een beroepsvereniging in oprichting is. Gediplomeerd opruimcoach Ellen Rymen uit Zoersel is nu een jaar bezig.
Opruimcoach, huishoudcoach, chaoscoach, professional organizer: het zijn allemaal namen voor dezelfde vrij nieuwe beroepsgroep, namelijk mensen die gezinnen en bedrijven professioneel bijstand verlenen in het op orde brengen, structuur scheppen en/ of ontspullen. Naar schatting telt ons land nu een veertigtal gediplomeerde opruimexperten of mensen die de opleiding volgen.
Ellen Rymen (36) uit Zoersel was vroeger visual merchandiser. Ze volgde vorig jaar een opleiding tot huishoudcoach bij Els Jacobs in Utrecht (Nederland) en deed nadien nog een vervolmaking tot kantoorcoach. Sinds een jaar is ze nu zelfstandig opruimcoach in hoofdberoep.
Geen mensen met stoornis
Met welke opdrachten Ellen het afgelopen jaar geconfronteerd werd? Of er mensen met een verzamelstoornis bij waren zoals in Amerikaanse televisieprogramma’s, die amper nog in hun huis binnenraken en waar een opruimcoach de inboedel met containers moet buiten slepen?
“Nee, hoarders had ik niet. Die zware gevallen die je op televisie ziet, worden best met bijstand van een psycholoog geholpen. Van bedrijven kreeg ik bijvoorbeeld opdrachten om werknemers te coachen hoe ze niet mogen verdwalen in hun mailverkeer of bracht ik de stockruimte op orde. Oudere mensen die kleiner gaan wonen vroegen me om mee de zolder of garage uit te ruimen om te zien wat ze konden wegdoen en wat niet. Vaak heel moeilijk voor bejaarden. Als ik door drukbezette jonge gezinnen wordt ingehuurd, is dat vaak om te ontspullen en de dingen – zoals kinderspeelgoed – een logische, vaste plaats te geven.”
“Onderzoek wees uit dat wij dagelijks een halfuur tot twee uur bezig zijn met het zoeken naar dingen en het verplaatsen van dingen. Dat klinkt extreem, maar tel maar eens op hoeveel tijd je steekt in het zoeken naar je gsm, schoenen, autosleutels of het verleggen van documenten.”
Nog een huiveringwekkend cijfer: 80% van onze spullen gebruiken we zelden of nooit. “Mensen geven heel graag cadeaus, maar wat doe je ermee? Vazen, serviezen, potjes voor in de keuken, speelgoed, kleding en documenten: dat zijn allemaal dingen waar we doorgaans veel van op overschot hebben. Ik ben bij gezinnen geweest die hele jaargangen van tijdschriften bijhouden, zoals van
Libelle of Dag Allemaal. Om misschien, ooit, nog eens te lezen.”
Uitstelgedrag
“Dankzij u heb ik de moed gevonden om eraan te beginnen”, krijgt Ellen na een workshop vaak te horen. “Uitstelgedrag kan jaren aanslepen. Onlangs ben ik een dame gaan helpen die al een paar jaar haar kasten wou opruimen. De eindbeslissing blijft altijd bij de klant liggen. Ik neem zelf niets mee. De stap naar een containerpark is moeilijker dan naar een kringwinkel. Het gevoel dat iets dat je zelf niet meer gebruikt een tweede leven kan krijgen voor een goed doel, vergemakkelijkt het ontspullen.”
Voor veel mensen valt een enorme last van hun schouders. “Sommige mensen krijgen stress of een burn-out van wanorde. Structuur en overzicht scheppen rust. Ook kinderen kun je aanleren om elke avond op te ruimen. Perfectie hoeft niet, want dat zorgt evenzeer voor stress.”
Soepterrine
Een opruimcoach geeft ook tips om dingen die veel plaats innemen in je kast, opnieuw functioneel te maken. “Zo heb ik zelf van een soepterrine – wie gebruikt dat nog? – een fruitschaal gemaakt. En van een overschot klinkers die op een stapeltje lagen bouwde ik een kruidentuintje.”