Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik geloof in het project van Cappellen”
Na een zwak seizoen, met tot overmaat van ramp ook nog eens het tragische overlijden van voorzitter Jos van Wellen, wil Cappellen het volgend seizoen over een andere boeg gooien. Coach Bart De Roover, terug van weggeweest in het Jos van Wellenstadion, verzamelde daarom gisteravond al voor het eerst zijn totaal vernieuwde en erg verjongde kern. “Iedereen krijgt zijn schema mee, zodat we half juli niet van nul moeten beginnen”, verduidelijkte de nieuwe coach.
Naast de centrale as die wel bleef, zal Cappellen volgend seizoen een beroep doen op heel wat beloftevolle jongeren. “Het is tot die jongens dat ik me in eerste instantie richt”, zegt De Roover. “De stap naar de A-kern is niet te onderschatten. Daarom wil ik dat iedereen vanaf nu al begint met de geleidelijke opbouw, zodat de uithouding bij de start van de trainingen op 17 juli al op punt staat. De jongens zijn voldoende gescreend om te weten dat ze technisch hun mannetje zullen staan. Samen met Kris Lenaerts zullen we in de loop van de voorbereiding verschillende concepten uitproberen. Een belangrijke taak daarbij is weggelegd voor de anciens, ik reken op hun goodwill, hun ervaring om mee te denken. Ze hebben een voorbeeldfunctie en zijn mijn verlengstuk tussen de lijnen. Van de jongeren verwacht ik de bereidheid om te leren, maar ook de verbetenheid om hun plaats af te
dwingen.”
Geen haast bij versterkingen
Over een verwachtingspatroon wil de nieuwe Cappelse trainer zich niet uitspreken. Na het overlijden van voorzitter en mecenas Jos Van Wellen dreigt geel-rood het volgend seizoen financieel met heel wat minder te moeten stellen. De Roover: “We gaan ons niet te veel focussen op resultaten of op de sterktes en zwaktes van andere ploegen. We starten ambitieus en zullen na verloop van tijd in blokken van drie, vier wedstrijden bekijken in welke mate we de verwachtingen moeten bijstellen. Het is in elk geval een project waarin ik geloof, anders was ik niet op de vraag van Louis Van Wellen (zoon
van overleden voorzitter Jos, red.) ingegaan om mijn schouders eronder te zetten en na negen jaar weer bij Cappellen aan de slag te gaan. Of de jonge groep nog nood heeft aan maturiteit, laat ik nog even in het midden. Er kan nog versterking bijkomen, maar er is zeker geen haast bij. Eventuele bijkomende spelers moeten een meerwaarde brengen. Pas na enkele oefenwedstrijden weten we of er nog ergens pijnpunten liggen en waaraan gewerkt moet worden.”