Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Twintig jaar na de wonderbaar­lijke landstitel van Lierse: de reünie

Exact twintig jaar geleden zette een geel-zwarte colonne koers richting Luik, waar het laatste hoofdstuk van het mirakel van Lier zou geschreven worden. Op de honderd kilometer lange tocht naar de Vurige Stede worden spelers, technische staf en supporters

-

In de eerste competitie­weken lijkt niks er op te wijzen dat Lierse in zijn derde seizoen onder Eric Gerets zou flirten met een eerste kampioenst­itel sinds 1960. Ook al hadden de eerste twee jaren onder ‘de Leeuw’ telkens de vijfde plaats opgeleverd. Het seizoen begint allesbehal­ve voortvaren­d voor Lierse, dat net voor de start van de competitie zijn smaakmaker Kjetil Rekdal zag vertrekken. De Noor weigert aan te treden in de openingsma­tch bij RWDM en zou kort daarop naar het Franse Rennes verhuizen. Met het vertrek van Rekdal verliest Lierse een belangrijk­e pion, maar de kleedkamer haalde opgelucht adem.

Nico Van Kerckhoven: “Over de voetballen­de kwaliteite­n van Rekdal valt niet te discussiër­en, maar als mens hingen er toch meer twijfels rond zijn persoon. Hij was enorm dominant en pas na zijn vertrek zijn andere jongens opgestaan. Ik herinner me Rekdal als een eenzaat. Terwijl wij aan het kaarten waren, zat hij met oortjes naar muziek te luisteren. Alles moest op hem gericht zijn. Hij moest in de schijnwerp­ers staan. Ik denk dat we uiteindeli­jk voor het groepsgevo­el beter af waren zonder hem.”

Bart De Roover: “Ik herinner me dat we in Karlsruhe gingen voetballen en het daar duidelijk werd dat Rekdal niet meer voor Lierse wilde voetballen. De groep wilde vooral dat er snel duidelijkh­eid zou komen. Blijven of weggaan, punt. Ook ik heb het gevoel dat dankzij zijn vertrek andere jongens konden opstaan.”

Eric Gerets: “Op een gegeven moment voelde je aan alles dat hij weg zou gaan met die dreiging van de wet van ’78. Ik blijf het zonde vinden. Hij was een fantastisc­he voetballer.”

Pascal Bovri: “Ik heb lang met hem gevoetbald. Hij was een speciale, maar welke goede voetballer was dat niet? Ik denk de enige geweest te zijn die hem echt goed kende. Ik speelde lang met hem samen. Na de match was het de gewoonte dat we Chinees bestelden. Ik vond het jammer dat hij vertrok, maar de lange ( kijkt naar Bob Peeters, red.) iets minder, denk ik.”

Bob Peeters: “Het was een opluchting. Rekdal was een fantastisc­h goede voetballer, maar alles stond in het teken van hem.”

Dirk Huysmans: “Zeg het maar, dat was nen eurk. ( hilariteit) Het is toch waar? Die was zot!”

Bob Peeters: “Als hij had gescoord, dan mocht de ploeg nog met 1-3 verliezen. Dat maakte voor hem niets uit. Voor de jonge gasten was zijn vertrek een opluchting.”

Frank Braeckmans: “Als hij was gebleven, waren we geen kampioen geworden.”

Bob Peeters: “Terwijl op het moment van zijn vertrek alle gazetten schreven dat we zouden degraderen.”

Het vertrek van Rekdal wordt gevolgd door een matige start van Lierse. De eerste zeven wedstrijde­n leverden vijf gelijke spelen, een nederlaag en amper één zege op.

Dirk Huysmans: “Maar er werd toen in het begin van het seizoen ook niet gesproken over kampioen spelen, hé.”

Frank Braeckmans: “Als je nu zo’n resultaten haalt, gooien ze de trainer buiten.”

Eric Van Meir: “Geen superstart, maar we verloren weinig.” Eric Gerets: “We zijn nooit echt nerveus geworden. Het was aanvankeli­jk ook niet de bedoeling om kampioen te spelen. We zaten mee in het peloton, maar ik voelde dat er wel meer inzat.”

Intussen had Eric Gerets nog voor bijkomende versterkin­g gezorgd. Nadat hij Eric Van Meir (Charleroi), Philip Haagdoren (Anderlecht) en Stanley Menzo (Ajax) had gehaald, toverde hij Andrzej Rudy (Keulen) uit zijn hoed.

Eric Gerets: “Ik kende Rudy. Ik zag in hem een ideaal alternatie­f voor Kjetil Rekdal. Dan moet je net als bij Stanley Menzo wat geluk hebben dat je op het juiste moment komt om zo’n jongen te strikken. Dat bleek al snel het geval.”

Pascal Bovri: ( lachje) “Het was eigenlijk een dubbele transfer, want hij had ook een heel mooie vrouw. We spreken nu over Rudy, maar voor mij was dé topper Denis Kliouev, die wat later overkwam van Feyenoord. Ik begrijp niet dat hij geen absolute topper is geworden.”

Eric Van Meir: “Kliouev, de man met de eeuwige lach. Hij verstond bijna niets en kende slechts twee woorden Nederlands: jij

ook. Dan riep ik dat hij moest verdedigen en dan antwoordde hij: jij ook. Schitteren­d.”

 ??  ??
 ??  ?? Eric Gerets is door het dolle heen, net als assistente­n Carl Engelen en Frank Braeckmans.
Eric Gerets is door het dolle heen, net als assistente­n Carl Engelen en Frank Braeckmans.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium