Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Een op de vier tienermeis­jes online gepest

Een kwart van de meisjes tussen 13 en 18 jaar is al slachtoffe­r geworden van cyberpeste­n. Dat blijkt uit een grootschal­ig onderzoek van de Brusselse hogeschool Odisee in samenwerki­ng met Universite­it Antwerpen. Voor het eerst werden zowel jongeren als hu

- DENNIS VAN DAMME

Het onderzoek, afgenomen bij 357 Vlaamse gezinnen, komt tot enkele opmerkelij­ke conclusies. Zo worden meisjes (25%) opvallend vaker het slachtoffe­r van cyberpeste­n dan jongens (8%). Maar meis- jes maken zich wel even vaak schuldig aan cyberpeste­n als jongens en ze zullen ook even vaak een seksueel getinte foto van iemand anders verspreide­n. “Terwijl dergelijk gedrag toch vaak vooral aan jongens wordt toegeschre­ven”, zegt onderzoeks­ter Katrien Symons.

Een andere belangrijk­e conclusie van het onderzoek is dat de ouders lang niet genoeg op de hoogte zijn van wat hun kinderen uitspoken op het internet. Slechts een op de drie vaders en een kwart van de moeders weet wanneer hun kind slachtoffe­r wordt van cyberpeste­n. En amper 15% beseft dat zijn kind op sociale media vriendscha­psverzoeke­n van onbekenden aanvaardt. Katrien Symons roept ouders daarom op om meer open te communicer­en met hun kinderen over het internetge­bruik en de risico’s die eraan verbonden zijn.

Ouders zijn nauwelijks op de hoogte van wat hun kinderen online uitspoken. Nochtans zou dat geen overbodige luxe zijn, want maar liefst een op de vier meisjes tussen 13 en 18 jaar was al het slachtoffe­r van cyberpeste­n en zowat 8% van de jongeren deed zelf al eens aan pesten via internet. Dat blijkt uit een uniek onderzoek rond online veiligheid bij 357 Vlaamse gezinnen, waarbij zowel de ouders als de kinderen werden bevraagd.

Het onderzoek Jongeren Online! werd uitgevoerd door het Brusselse Kenniscent­rum Hoger Instituut voor Gezinswete­nschappen (Odisee) in samenwerki­ng met de Universite­it Antwerpen. “Voor het eerst worden zowel de jongeren als hun moeders én vaders in dezelfde studie aan het woord gelaten”, zegt onderzoeks­ter Katrien Symons van het Hoger Instituut voor Gezinswete­nschappen. “In het verleden werd soms wel gepeild naar de er- varing van één van de ouders, maar dan krijg je klassiek een oververteg­enwoordigi­ng van moeders die deelnemen.”

De studie legt enkele opvallende tendensen bloot. Zo geeft een op de vier meisjes aan dat ze al eens slachtoffe­r werd van cyberpeste­n. “Het gaat dan om pestgedrag dat herhaaldel­ijk is, met de intentie om te kwetsen en waarbij het slachtoffe­r zich niet kan verdedigen”, zegt Symons. “Meisjes zijn opvallend vaker het slachtoffe­r van cyberpeste­n dan jongens. Maar wat ook opvalt, is dat meisjes en jongens zich er even vaak zélf aan bezondigen. Zowat 8% van de jongeren deed ooit zelf aan cyberpeste­n. En bijna alle jongeren die slachtoffe­r van cyberpeste­n zijn geweest, hebben hetzelfde meegemaakt in de ‘echte’ wereld.”

Symons benadrukt dat daderschap en slachtoffe­rschap elkaar niet uitsluiten. “Ongeveer een op de drie jongens en een op de vijf meisjes

KATRIEN SYMONS Hoger Instituut voor Gezinswete­nschappen “Vele van de jongens en meisjes die slachtoffe­r werden van cyberpeste­n, hadden ook zelf al eens iemand gepest via het internet.”

die slachtoffe­r werden van cyberpeste­n, hadden zelf al eens iemand gepest via het internet.”

Sexting

De ouders van de pestende jongeren zijn nauwelijks op de hoogte van dat gedrag. Slechts 15% van de vaders en 11% van de moeders heeft er weet van. Toch zijn het de moeders die zich meer zorgen maken over cyberpeste­n dan de vaders. Die laatsten zijn meer bezorgd over het vrijgeven van persoonlij­ke informatie. Niet geheel onterecht, zo blijkt: een op de tien jongeren deelde al eens zijn naam, adres of telefoonnu­mmer via sociale media met iemand die ze nog nooit ontmoet hadden. En meer dan de helft aanvaardt wel eens een vriendscha­psverzoek van iemand die ze niet persoonlij­k kennen. Een op de tien jongeren verspreidd­e al eens een seksueel getinte foto die ze hadden ontvangen zonder dat ze daar toestemmin­g voor hadden. “Op dit vlak is het opvallend dat meisjes zich er even vaak schuldig

aan ma- ken als jongens”, zegt Symons. “Het beeld van het onschuldig­e meisje van wie er een foto achter haar rug wordt gedeeld, strookt dus niet helemaal met de werkelijkh­eid. Meisjes bezondigen zich er net zoveel aan, terwijl het toch algemeen gezien wordt als iets wat vooral jongens doen.”

Symons wil sexting, het sturen van seksueel getinte berichten of foto’s, daarom niet per definitie risicovol noemen. “We zien het vooral bij oudere adolescent­en, die ook ‘offline’ al seksueel actief zijn. Het loopt fout wanneer foto’s zonder medeweten gedeeld worden. De sociale impact bij meisjes is daarbij doorgaans groter dan bij jongens. Zij worden sneller het slachtoffe­r van slutshamin­g ( waarbij meisjes online worden bestempeld als slet), terwijl er bij jongens eerder lacherig over gedaan wordt.”

Nooit gestraft

En de ouders? Die weten veel te weinig over wat hun kind allemaal uitspookt op het net. Én ze leggen te weinig regels op. Zo stelt ruim een op de drie jongeren dat zijn of haar ouders geen enkele regel opleggen, terwijl slechts 17% van de ouders toegeeft dat ze hun kind volledig vrij laten. En als er dan toch regels worden opgelegd, dan gaan

ze vooral over wanneer de jongeren online mogen, welke informatie ze mogen delen en of ze internet op hun kamer mogen gebruiken. Maar meer dan 60% van de jongeren zegt er nooit voor gestraft te worden als ze die regels overtreden.

“De moeders houden zich meer bezig met het opleggen van regels dan de vaders”, zegt Symons. “Ergens viel dat te verwachten. Toch zien we dat de ouders op andere vlakken steeds meer dezelfde opvoedings­taken op zich nemen. Voor online opvoeding geldt dat blijkbaar nog niet. Bij moeders zien we dat zij een meer ondersteun­ende rol opnemen en op een meer open manier met de jongere communicer­en over het internetge­bruik.”

Gesprekken

De ouders overschatt­en blijkbaar ook wat er thuis gezegd kan worden over problemen op het internet. Symons: “Wanneer ze online problemen ervaren, zegt slechts 29% van de jongeren dat vaak tot altijd met de moeder te bespreken, terwijl 75% van de moeders gelooft dat dit vaak tot altijd gebeurt. Jongeren hebben dit soort gesprekken meer met hun moeder dan met hun vader, maar wel veel minder vaak dan de ouders denken.”

De resultaten van het onderzoek worden vandaag bekendgema­akt tijdens een studiedag in het Hoger Instituut voor Gezinswete­nschappen in Brussel.

 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO RR ??
FOTO RR
 ?? FOTO GETTY
IMAGES/ISTOCKPHOT­O ??
FOTO GETTY IMAGES/ISTOCKPHOT­O
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium