Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Waarom is dat nu zo moeilijk?
D at steeds meer mensen zich in de stad maatschappelijk willen engageren op voorwaarde dat er geen politieke partijen bij betrokken zijn, vertelde een sociaal geëngageerde Antwerpenaar me deze week nog. “Als je iets op poten zet voor de stad of de buurt, krijg je wel volk op de been. Tot de politiek zich ermee moeit, dan haken de mensen af.”
Wie deze week het nieuws volgt, kan alleen maar begrip opbrengen voor die geëngageerde burgers met een aversie voor politiek. Politici lijken er maar niet in te slagen om hun activiteiten duidelijk in kaart te brengen en om zich voor hun inspanningen op een correcte en transparante manier te laten betalen. Twee nieuwsfeiten die dat deze week weer eens pijnlijk duidelijk maken.
De commissie Politieke Vernieuwing probeert tot een regeling voor de cumuls te komen en tot meer helderheid over de mandaten buiten het parlement. Maar het vlot van geen kanten. Het ziet er nu naar uit dat de verschillende partijen het misschien eens zullen raken over het publiceren van alle inkomsten uit publieke mandaten. Over al de rest is geen consensus bereikt en de kans is klein dat die er nog komt. Na het Publifin-schandaal in Wallonië en de heisa over de duurbetaalde zitjes in de intercommunales in Vlaanderen is dit onbegrijpelijk. Herinner u de hoge woorden en de grote beloftes kort na het schandaal. Die zijn allemaal vergeten.
Even onbegrijpelijk is de manier waarop het Europees Parlement omgaat met de onkostenvergoeding voor parlementairen. Die bedraagt forfaitair 4.342 euro per maand, maar niemand controleert wat de parlementsleden er precies mee doen. Soms huren ze er één of meer kantoren mee, waar ze hun lokale medewerkers in onderbrengen. Dat zijn medewerkers die ze krijgen voor hun activiteiten in het land waar ze verkozen zijn (voor de Belgen valt dat samen). Over welke activiteiten het gaat, blijft onduidelijk. De parlementairen voelen er zichzelf ook een beetje oncomfortabel bij, zeggen ze, maar het systeem aanpassen lukt zo gauw niet, dus doen ze hun best om het bedrag zo zinvol mogelijk te besteden. Niemand, geen controledienst en al helemaal geen gewone burger, kan uitzoeken hoe zinvol.
Waarom is en blijft het voor politici nu zo moeilijk om hun geldzaken transparant te maken? En waarom begrijpen politici niet dat ze met al die ingewikkelde regelingen en schimmige constructies het vertrouwen van de bevolking verliezen? In principe wil die graag geloven dat ze zich niet persoonlijk verrijken en dat ze hard werken voor de algemene zaak, maar telkens wordt ze geconfronteerd met het onvermogen of de onwil van de politieke klasse om orde op zaken te stellen in de eigen financiën. De burger wordt daar moedeloos van, en boos. En dus richt hij zijn eigen beweging op, of keert hij zich af van de politiek. En dat kan niemand hem verwijten.