Stop! Hammertime!

Revolutionaire competitie brengt nieuw soort wielrennen

I n Nederlands Limburg zijn er de komende drie dagen de ‘Hammer Series’, een competitie waarmee het wielrennen zichzelf opnieuw wil uitvinden. Een klimkoers, een sprintkoers en een ploegentijdrit moeten bepalen wie zich ‘de beste ploeg ter wereld’ mag noemen. Waarschuwing: om de puntentelling te doorgronden is een diploma hogere wiskunde vereist.

Waarom

de ‘Hammer Series?’

De Hammer Series zijn een antwoord op twee acute problemen in het wielrennen. Eén: wielrennen is een beetje saai. Daarom zijn de Hammer Series kort: twee uur koers per dag, een tiental rondjes op een afgesloten parcours met telkens opnieuw een tussensprint. Non-stop ac- tie dus, die live op Facebook en YouTube komt om zo veel mogelijk (jonge) mensen aan te spreken. Probleem twee: de ploegen hebben geen structurele bronnen van inkomsten. De ‘Hammer Series’ is een organisatie van Velon, de joint venture waarin tien World Tour-ploegen zich hebben verenigd om commercieel tegengewicht te bieden aan de almachtige Tour-organisator ASO. Bedoeling is om snel te groeien: over twee, drie jaar moeten er over de hele wereld verspreid acht tot tien ‘Hammer Series’ zijn. Dat hoeft niet per se extra koersdagen op de kalender te impliceren. Velon kan organisatoren een geweldig deelnemersveld garanderen. Dat zou bestaande, kleinere organisatoren kunnen overhalen om af te stappen van hun traditionele koers en het Hammer-format te omarmen. “Stavanger is een mooi voorbeeld”, zegt Velon-CEO Graham Bartlett. “Daar gaan we volgend jaar heen. In plaats van een Tour of the Fjords van vijf dagen doen we nu drie dagen Hammer en drie dagen traditionele

koers.”

Hoe

werkt het?

Drie dagen koers, drie verschillende disciplines. Waarom zo’n drastische breuk met de conventies? “Er bestaan slechts twee soorten wielrennen vandaag”, zegt Iwan Spekenbrink, manager van Team Sunweb en de man die de ‘ Hammer Series’ naar Limburg haalde. “Je hebt alleen de grote rondes en de monumenten. Alle andere koersen zijn daar afgeleiden van. Wij wilden een nieuwe manier van wielrennen brengen.” Het concept van de Hammer Series zou drie geestelijke vaders hebben: Bartlett van Velon, Mark Buttermann van sportmaketingbureau Infront en Auret van Zyl, een jurist die deel uitmaakt van de board van Quick-Step Floors. Niet toevallig drie mensen zonder wielerachtergrond. Om de puntentelling te doorgronden lijkt een diploma hogere wiskunde vereist. Bij de puntentelling worden tot tien(!) cijfers na de komma in rekening gebracht. “Ik begrijp dat het complex overkomt”, zegt Bartlett. “Maar er zit slimme wiskunde achter die getallen. We willen natuurlijk

dat het de laatste dag ook nog een beetje spannend blijft.” De apotheose van de Hammer Series oogt alvast op papier spectaculair. Op basis van de voorafgaande prestatie wordt de startvolgorde van de ploegentijdrit bepaald. Het concept is dat van een inhaalrace: het is niet de ploeg die de snelste tijd neerzet die wint, wel het team dat als eerste over de streep komt. “En simpeler als dat kan het niet zijn”, zegt CEO Bartlett. “De eerste wint. Dat begrijpt zelfs mijn dochter die nog nooit een koers heeft gezien.”

Wat

zeggen de renners?

Die zijn enthousiast, maar natuurlijk zouden ze nooit de competitie van hun eigen werkgever afvallen. De sterren zijn er in ieder geval: Tom Dumoulin, Philippe Gilbert, André Greipel, Fernando Gaviria. Die laatste wilde naar verluidt liever niet , maar zou na een flesje wijn op het feestje na de Giro toch hebben toegezegd. Teams brengen zeven renners mee naar de Hammer Series, van wie er elke dag vijf effectief rijden. De twee andere worden ingeschakeld in fan-evenementen, want ook daar zetten de Hammer Series heel erg op in. “Dat zijn niet altijd de leukste opdrachten”, zegt Tim Wellens van Lotto-Soudal. “Maar je weet dat dit voor je eigen ploeg is. We worden er allemaal beter van.” De enige bezorgdheid is dat niemand lijkt te weten hoe je een koers tactisch aanpakt als er elke tien kilometer een tussensprint is. De algemene consensus: gewoon vol koersen van bij het begin. “Ik beeld me in dat ik opnieuw junior ben”, lacht André Greipel.