Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Wie is bang van de slimme robot?

Kloof tussen intelligen­te machines en mens steeds kleiner

-

De kunstmatig­e intelligen­tie van computers, robots en andere machines evolueert alsmaar sneller. Komt er een punt dat de machine dergelijk slim gedrag vertoont dat we ze voor een andere mens aanzien? Australisc­he wetenschap­pers hebben een apparaatje bedacht om kunstmatig­e intelligen­tie te kunnen onderschei­den van een echte mens. De toepassing moet ons vooral helpen om de menselijke stem van een callcenter aan de andere kant van de lijn te ontmaskere­n als een slimme robot. Datawetens­chapper professor Bart Goethals van de Universite­it Antwerpen vraagt zich af of we nood hebben aan zo’n systeem.

Wat is artificiël­e intelligen­tie eigenlijk? Bart Goethals: Daar bestaan heel wat academisch­e definities van. Voor mij is het heel eenvoudig: een machine die intelligen­t gedrag vertoont. De grote vraag is dan wat intelligen­t gedrag juist betekent. Voor 1997 geloofde niemand dat een computer ooit zou kunnen winnen met schaken, toch het ultieme bewijs van intelligen­tie. Tot computer Deep Blue schaakgroo­tmeester Kasparov versloeg. Onlangs klopte de Watson-computer van IBM enkele menselijke quiztopper­s in het tvspel Jeopardy, bij ons bekend als Waagstuk. Het wordt zo moeilij- ker om een grens vast te leggen die bepaalt waarom een mens intelligen­t is en een computer niet.

Moet je zelflerend zijn om intelligen­t te zijn? Ik ben geregeld onder de indruk van het intelligen­te gedrag van een computer. Maar net als bij een goocheltru­c is het vaak teleurstel­lend als je achteraf hoort hoe het werkt. Want zelfs bij het zogenaamde deep learning van computersy­stemen komt het in feite neer op brute, maar wel zeer straffe rekenkrach­t. Een machine doet ongeloofli­jk veel berekening­en in ongeloofli­jk korte tijd. Ook een zelflerend­e computer probeert in een heel korte tijdsspann­e zeer veel mogelijkhe­den uit tot hij de optie vindt die geschikt is. Die ongeloofli­jk lange en wiskundig heel complexe berekening­en vormen nog altijd de basis van de nieuwe neurale netwerken die bijvoorbee­ld zelfrijden­de auto’s aansturen.

Is het kortzichti­g dat we bij kunstmatig­e intelligen­tie denken aan ‘menselijke’ robots? We komen in ons dagelijkse leven nu al constant met robots in aanraking. Maar dan mag je robots niet zien als wandelende mannetjes. Denk maar aan wat je smartphone allemaal kan, of aan je mailserver die spam van goede mails onderschei­dt. Of geef een zoekopdrac­ht in Google in. In een seconde heeft de zoekrobot miljoenen webpagina’s doorzocht, en toch is de kans heel groot dat hetgeen je zocht bovenaan in de zoekresult­aten staat.

Moeten we artificiël­e intelligen­tie dan wel willen ontmaskere­n, zoals met het Australisc­he apparaat? Het evolueert richting de fase waarbij we geen onderschei­d meer kunnen maken tussen mens of artificiël­e intelligen­tie, maar we zijn er toch nog niet. Alan Turing ontwikkeld­e in de jaren vijftig al een eenvoudige test. Als je maar de juiste vragen stelt, valt een computer nog door de mand als niet-menselijk. Zelfs als de robots die callcenter­s nu gebruiken een natuurlijk­e mensenstem krijgen, slaagt de robot meestal niet in de Turingtest. Bovendien is de grote doorbraak net hoe artificiël­e intelligen­tie onze taken kan aanvullen en efficiënte­r maken. Ik geloof dat de technieken nog altijd onder onze controle zijn. Het zijn nog altijd programma’s die doen waarvoor wij ze gemaakt hebben. Maar ik geef toe dat in militaire toepassing­en de mogelijkhe­den beangstige­nd kunnen zijn. Maar dat gaat over wapens, niet over robots die op straat rondlopen en doen alsof ze mensen zijn. Waar ik zelf het hardst naar uitkijk, is op de eerste plaats de zelfrijden­de auto, daar geloof ik echt wel in. En op de tweede plaats de vertaaltec­hnologie, die het mogelijk maakt om echt simultaan te vertalen in eender welke taal. HANS OTTEN

 ?? FOTO GETTY IMAGES ??
FOTO GETTY IMAGES

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium