Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Bezorgdheid om vastende studenten is een teken van onwetendheid”
Elk jaar opnieuw is er weer de vastenmaand. En aangezien de islamitische kalender gebaseerd is op maan-maanden valt de ramadan elk jaar elf dagen eerder. Dit jaar vindt de ramadan plaats in de maand juni, de examenmaand voor studenten. Voor mij persoonlijk is het de tweede keer dat ik vasten in combinatie met studeren ervaar. Het is wel het eerste jaar dat het grootste gedeelte van de ramadan pal in de examens valt. Volgend jaar zal dat gedeeltelijk nog zo zijn, het jaar nadien zal alleen de voorbereiding van de examens tijdens de vastenmaand vallen.
En eerlijk: het loopt prima. Ik pas uiteraard mijn eetpatroon tijdens de nacht aan en ook mijn studieritme ligt anders. Ik studeer van ’s morgens vroeg 7 à 8u tot in de namiddag. Vanaf de late namiddag merk ik dat mijn concentratie vermindert, maar dan doe ik een
powernap tot enkele uren voor etenstijd bij zonsondergang en begin ik te herhalen. Ik zeg niet dat deze methode voor iedereen de juiste is; elk moet voor zichzelf zijn of haar ritme vinden. Wat mij dezer dagen mateloos stoort – en het is een jaarlijks weerkerend fenomeen – is de ‘bezorgdheid’ van islamkritische figuren, zowel uit politieke als intellectuele hoek, die de ramadan het liefst van al framen als een marteling voor het menselijk lichaam, en voor studenten als een rechtstreeks ticket naar een tweede zittijd. Onze studentenvereniging Mahara heeft vanuit de academische wereld zelfs kritiek gekregen op een video die we hebben verspreid voor islamitische studenten die vasten. We hadden een diëtiste gevraagd om ge- zonde voedingstips te geven over welk voedsel best ’s nachts kan worden gegeten. Dit puur om een positieve bijdrage te leveren aan de gezondheid van de studenten. Jammer dat voor sommigen de enige legitieme boodschap een boycot is van de ramadan voor studenten. Persoonlijk zie ik dit als een teken van een hardnekkige onwetendheid over geloofsrituelen. Een tendens die ik jaar na jaar zie toenemen. Gevoed ook vanuit de overtuiging dat elke moslim verplicht is deel te nemen aan de vasten. Terwijl dat natuurlijk niet zo is. Deze foute overtuiging lijkt dan alleen maar een manier om hun betoog tegen de ramadan te versterken. De ramadan is immers niet alleen een maand waarin moslims zich voor zonsondergang onthouden van water en voedsel. Het is ook de maand dat we ons ontdoen van slechte gewoontes en inwendige en uitwendige tekortkomingen zoals jaloezie, nijd of kwaadsprekerij. Het is een maand waarin we reflecteren over de door ons gemaakte fouten. In die zin is de ramadan een maand van toenadering. Ook draagt de ramadan bij tot meer bewustwording rond armoede en minderbedeelden. Door de vele donaties van moslims die niet kunnen of mogen vasten, is het de hoogmaand voor de voedselbanken. Die zogenaamde bezorgdheid is onterecht en lijkt me vooral een teken van onwetendheid. Om hier iets aan te doen, moeten we meer inzetten op interreligieuze dialoog. Als we willen vermijden dat door de ruwe en meedogenloze politiek het islamdebat ritueel wordt geframed als een last die indruist tegen de natuur, moeten we die dialoog voeren van onderuit, vanuit de burgers zelf.