Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Wat kunnen we nu nog meer doen?
Wat kunnen we nog meer doen dan we nu al doen tegen terrorisme en extremisme? Het is de onvermijdelijke vraag na de afschuwelijke taferelen die zich afspeelden aan London Bridge zaterdagavond. En dat op de vooravond van een concert ter nagedachtenis van die eerdere aanslag in Manchester.
Staatssecretaris Theo Francken (N-VA) was er snel bij om een gevoel te vertolken dat bij heel wat mensen leeft. Hij voelt geen gelatenheid, pray for, kumbaya of kaarsjesmoment meer, maar woede, vechtlust en vastberadenheid. Voor minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) komt het erop aan in een vroeg stadium tekenen van radicalisering te ontdekken. Jambon houdt het niet alleen bij strijdlustige taal. In zijn wij-zij-verhaal staat ‘wij’ voor iedereen die het goed voorheeft, met inbegrip van moslims.
Kristof Calvo (Groen) maant aan om de woede en vechtlust die iedereen voelt te gebruiken om mensen te verbinden in plaats van nog maar eens te verdelen. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) reageert puur inhoudelijk: hij wil dat de sociale media haatberichten beter beteugelen.
Het debat over hoe onze houding tegenover terreur precies moet zijn, woedt overal. De Amerikaanse president Trump tweette smalend over de Londense burgemeester Sadiq Khan omdat die schijnbaar niet gealarmeerd was ondanks de 7 doden en 48 gewonden. Op Facebook bij ons bijt iemand een ‘ geitenwollensokkendrager’ toe dat hij bloed aan zijn handen heeft.
Het is geen verheffend schouwspel om te zien hoe mensen die het eens zijn over het feit dat het terrorisme de grote vijand is, toch vechtend over de grond rollen.
United we stand, maar niet helemaal. Een vraag die in het bijzonder elke keer weer opwelt na een aanslag door Allah aanroepende moordenaars, is of de moslimgemeenschap niet meer kan doen. Dat lijkt wel zo. Niet dat de individuele moslim er op kan aangesproken worden – dat is nogal evident. En de islam als religie moet niet in vraag worden gesteld. Maar voor de vertegenwoordigers, de leiders van de moslimgemeenschap, volstaat het niet om telkens opnieuw te zeggen dat wat de terroristen doen niets met de islam te maken heeft. Het tegendeel zou wel zeer verontrustend zijn. Ze moeten actiever meewerken om de voedingsbodem van de terreur weg te nemen. Het verdoken extremisme, de haatzaaierij, de vervreemding, het gebrek aan integratie, de vatbaarheid van sommige jongeren voor radicalisering... het helpt niet als ze zich in hun defensieve houding blijven verschansen in moskeebesturen en instellingen zoals de Moslimexecutieve, aan het hoofd van een parallelle gemeenschap. Als wij niet horen te verdelen, dan zij ook niet. Toch, Calvo?