Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Cijferaar en krachtpatser
T homas De Gendt gaat op stap en neemt mee: een aantal medevluchters, die hij daarna allemaal overboord gooit. Onbezonnen? Nee hoor, want anders win je niet op de Stelvio, op de Ventoux, een rit in Parijs Nice of zoals zondag in SaintEtienne. De Gendt wil zelfs leider blijven tot na de tijdrit van woensdag. Al was het maar om zijn collectie leiderstruien uit te breiden. “Ik droeg al het geel in Parijs Nice en de Dauphiné, hopelijk ook ooit eens in de Tour.”
Alles gebeurt met voorbedachten rade...
Een jongen die moeilijk in het gareel loopt. Een enkeling, een outlaw aan wie
je als ploegmaat weinig hebt. Het oordeel bij Quick-Step - toen ze De Gendt al na één jaar lieten gaan - was hard. Maar Lotto-Soudal-manager Marc Sergeant en trainer Paul Van Den Bosch weten ondertussen heel goed wat ze aan hem hebben. En dat is veel. “Op voorwaarde dat je hem vijftig procent zijn ding laat doen, zal hij de overige vijftig procent vol overgave voor de ploeg werken”, zegt Sergeant.
De Gendt zijn ding laten doen: dat betekent op jacht gaan naar nevenklassementen en truien. Dat doet hij niet zomaar. “Neen hoor, ik probeer alles te becijferen. Ik trek daar een uurtje tijd voor uit als het moet. Ik heb in deze Dauphiné mijn zinnen op de bolletjestrui gezet. Omdat ik die nog niet in mijn collectie heb en de ploeg dan elke dag naar het podium kan. Ik heb zaterdagavond berekend hoe ik dat shirt kan binnenhalen. Ik moet drie à vier etappes in de aanval zitten. Ik moest ook al toeslaan in de openingsetappe. Omdat er dan nog geen leider was, zou Team Sky aarzelen om direct de controle over de wedstrijd te nemen. Dat gebeurde ook. Ze reageerden eerst wel, maar daarna zei Froome logischerwijze tegen de andere tenoren: Zoek het maar uit.”
“Ik verwachtte dat de vlucht zo'n 155 km zou voorop blijven, maar uiteindelijk was onze voorsprong voldoende om te winnen. Een meevaller. Ik lig daardoor twee punten voor op mijn schema om de bergtrui te pakken. Gisteren, vandaag en donderdag heb ik niet aangevinkt. De etappes die ik wel aanduid, zit ik negen keer op tien in de vlucht. Door zondag zo te koersen, lig ik ook perfect op schema voor de Tour. Na een maand zonder koers moest de eerste etappe voor mij een zware rit worden, gewoon om intensiteit in de benen te krijgen. Ik was op training niet overtuigd van mijn conditie na een test van één minuut. Ik
had maar de vierde beste tijd ooit, maar dan is Paul Van Den Bosch daar om te zeggen: Thomas, luister, je deed dit na vier uur training, bij een temperatuur van dertig graden, en je bent twee kilogram lichter. Dat was dus een goed resultaat. Paul heeft gelijk, met mijn conditie is niets mis.” (lacht) … en dan stampen en blijven
stampen
Thomas De Gendt was met een derde plaats in de Giro van 2012 de laatste Belg die op een podium van een grote ronde stond, maar ambities voor een eindklassement heeft de 30-jarige Oost-Vlaming al lang niet meer. “Er zijn twee De Gendts: de Thomas van vóór de Stelvio en de Thomas van daarna, die twee à drie kilogram zwaarder is. In de tijd van de Stelvio ( toen bij Vacansoleil-DCM, red) was het van: Doe maar wat. We proberen er zo lang mogelijk aan te hangen, we zien
wel waar het schip strandt”, zegt De Gendt. “Maar ik ben ondertussen een stukje professioneler geworden en heb dat gedoe rond die klassementen in grote rondes stopgezet. Ik focus nu meer op wat ik goed kan: dat is in de aanval zitten en rijden. Ik doe liever wat ik nu doe en dan krijg je dagen zoals zondag in Saint-Etienne. Ik denk dat dit mooier is dan als klassementsrenner voortdurend te zitten wachten om dan uiteindelijk zeventiende te worden.”
Stampen en blijven stampen, tot de rest kraakt. De simpele tactiek van De Gendt leidde intussen al tot een pak spraakmakende zeges, dit jaar zelfs tot de allermooiste van het dozijn dat Lotto-Soudal al verzamelde. “Ik kan vijf minuten lang 7,22 Watt per kg lichaamsgewicht trappen. Dat maakt in totaal 506 Watt. In de Tour Down Under moest ik dit persoonlijk record optekenen om weg te raken. Maar als dat na vijf minuten niet is gebeurd, is mijn cartouche op. Maar dan is ook de pijp uit van zij die me niet lieten gaan.”
“Ik doe het op mijn manier. Zo heb ik in februari iets gekocht in Calpe om daar te gaan trainen. Ik doe daar mijn hoogtestage. Ik slaap in een lagedruktent op 2.200 meter hoogte. Vroeger ging ik naar de Sierra Nevada, de Stelvio of de Passo di Pordoi. Nu koos ik voor dat huis omdat ik voelde dat de drempel om tijdens het seizoen naar Spanje te gaan om te trainen te hoog is. Nu vlieg ik met het goedkoopste ticket en laat alles daar achter. Ik hoop dat het dit keer opnieuw voldoende is om een gooi te doen naar de bolletjestrui in de Tour of een ritzege weg te kapen. Al zijn de kansen daartoe minder dan andere jaren, maar ik heb al wel de profielen goed bekeken. Als ik bijvoorbeeld mee kan mennen om André Greipel aan vier ritzeges te helpen, dan is mijn Tour ook geslaagd.”
Sergeant lacht: “Alleen moeten we soms zeggen: Thomas, niet te rap. Want dat is De Gendt: de volledige overgave. Hij is uniek in zijn soort. Ik zit al lang in het wereldje, maar een tweede De Gendt kan ik me niet meteen voor de geest halen. Een jongen die er trots op is dat hij tussendoor als Belg op de Stelvio en de Ventoux won.”
HUGO COOREVITS
“Ik heb zaterdag toch een uurtje zitten berekenen hoe ik de bergtrui
kan binnenhalen. Ritwinst was een meevaller.”
“Ik kan vijf minuten lang 506 Watt trappen, als ik dan niet weg ben, is mijn cartouche op. Maar bij renners die me niet lieten gaan,
is de pijp ook uit.”